Kunstgeschiedenis samenvatting beeldaspecten
Voorstelling: wat je kan zien (aantal begrippen die erbij horen; voorstelling, abstract,
figuratief en non-figuratief, half abstract, abstraheren, realistisch).
- Kunnen betrekking hebben op beeldende middelen.
Vormgeving: hierover kan je iets zeggen. Beeldende-, materiële- en technische aspecten.
- Heeft 8 beeldaspecten: punt, lijn, vorm, kleur, licht, ruimte, textuur en compositie.
➢ Beeldende kunst: vorm van kunst waarbij het beeldende (de
afbeelding) voorop staat.
➢ Driedimensionale kunst (3D): ruimtelijk kunstwerk (lengte, breedte,
diepte); je kunt er omheen lopen, bijvoorbeeld beeldhouwwerk,
architectuur.
➢ Tweedimensionale kunst (2D): ‘plat’ kunstwerk (lengte, breedte);
bijvoorbeeld een tekening, schilderij, ets of foto en film.
➢ Abstract: zonder voorstelling (je ziet niet wat het voorstelt).
➢ Figuratief: herkenbare voorstelling (niet realistisch maar wel herkenbaar).
➢ Gedetailleerd: met veel details, zeer nauwkeurig bewerkt of uitgewerkt.
➢ Gestileerd: vereenvoudigd (ook wel geabstraheerd, abstraheren = vereenvoudigen).
➢ Geometrisch: meetkundige vormen bijv. vierkant, rechthoek enz. (strak).
➢ Organisch: alsof het gegroeid is, geïnspireerd door de natuur.
➢ Gesloten: 2D: vorm die omsloten is door een denkbeeldige of echte omtreklijn (ook
wel contour) 3D: vorm waarvan de oppervlakte gesloten is en massief aandoet of
massief is.
➢ Open: vorm die geen gesloten omtrek (contour) heeft.
➢ Massief: eigenschap van een 3D-vorm die van binnen niet hol is maar overal uit
materiaal bestaat.
➢ Hol: leeg, niet opgevuld met tastbaar materiaal.
➢ Symmetrisch: vormen die precies elkaars spiegelbeeld zijn.
➢ Asymmetrisch: vormen die juist niet elkaars spiegelbeeld zijn.
➢ Dynamisch: beweeglijke vorm.
, ➢ Statisch: stijve, strakke, stilstaande vorm.
➢ Compositie: ook wel ordening, manier waarop de beeldaspecten
t.o.v. elkaar zijn geplaatst en een geheel vormen.
Het woord compositie komt van “componeren” en dat betekent:
ordenen of samenstellen.
➢ Centraal compositie: de vormen zijn gecentreerd rondom een centrum.
➢ Verticaal compositie: ordening vindt plaats langs verticale lijnen.
➢ Horizontaal compositie: de compositie is geordend rond een denkbeeldige
horizontale lijn. Zo'n ordening maakt een rustige, stabiele en brede indruk.
➢ Driehoekscompositie: onderdelen kunnen als het ware in een driehoek gesloten
worden.
➢ Over-all compositie: een over-all compositie houdt in dat de beeldelementen zonder
enige rangorde op het vlak geplaatst zijn. De elementen zijn allemaal hetzelfde, doen
patroon achtig aan en lijken buiten het schilderij tot in het oneindige door te kunnen
gaan.
➢ Beeldaspect ruimte -> Ruimtelijkheid: driedimensionaal: ruimte-innemend
3D: De ruimtelijkheid van een object is de mate waarin het ruimtelijk is: hoogte,
breedte, diepte.
2D: Bij tweedimensionale beelden, dus op een plat beeldvlak, kan ruimtelijkheid
worden gesuggereerd.
Er zijn verschillende manieren van ruimtesuggestie:
- groot-klein
- overlapping
- afsnijding
- verkorting
- perspectief
➢ Ruimtesuggestie door perspectief -> - kikvorsperspectief
- vogelvluchtperspectief
- lijnperspectief
- atmosferisch perspectief