De examenmatrijs loopt tot en met 10.1. Deze samenvatting loopt maar tot 3.1, lijkt me niet helemaal netjes als je niet krijgt waar je voor betaald.
1.1 de kandidaat onderbouwt of het betreffende orgaan (op centraal of decentraal niveau) belast
is met wetgeving, uitvoering (bestuur) of rechtspraak.
1. Rechtgevende macht: rechters
2. Uitvoerende macht: ministers
3. Wetgevende macht: regering eerste en tweede kamer
Rechtsprekende macht:
De rechterlijke macht in nederland bestaat uit de rechters en het openbaar ministerie. De rechters
spreken recht op basis van wetten, verdragen, gewoonten en jurisprudentie. In een rechtstaat kan
een rechter ook een uitspraak doen die nadeling is voor de overheid. Rechters in nederland mogen
landelijke wetteen niet toetsen aan de grondwet. De reden is dat rechters niet door het volk worden
gekozen. Rechters mogen daarom ook niet bepalen of wetsvoorstellen een wet mogen worden.
Rechters horen niet bij de wetgevende macht.
Uitvoerende macht:
De uitvoerende macht bestaat uit de regering. De regering geeft namelijk leiding aan de ministeries
en hun ambtenaren, die zich bezighouden met de uitvoering van wetten. De uitvoerende macht
moet rekening houden met de wetgevende macht. De uitvoerende macht mag alleen zaken
uitvoeren die in de wet staan. Het parlement controleert de regering.
Wetgevende macht:
De wetgevende macht bestaat uit het parlement en de regering. Het parlement bestaat uit de eerste
en de tweede kamer. De meeste wetsvoorstellen komen van de regering. Het parlement moet
vervolgens instemmen met het wetsvoorstel, anders kan het geen wet worden. De tweede kamer
kan zelf ook met wetsvoorstellen komen, maar dat gebeurt niet zo vaak. Om te kunnen reageren,
heeft de regering de steun nodig van een meerderheid van de leden van de tweede en eerste kamer.
1.1 de kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de bestuurslaag rijk, provincie of
gemeente valt, dan wel een zelfstandig bestuursorgaan is.
bestuursorgaan:
het bestuursorgaan is een hoofdrolspeler in het bestuursrecht. Het bestuursorgan voert, kort gezegd,
een deel van de bestuurstaak van de overheid uit. Zo beslissen bestuursorganen over de afgifte van
vergunningen, over belastingaanslagen en over het toekennen van een uitkering. Wat is een
bestuursorgaan? > Art. 1.1 AWB
1. orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon
een rechtspersoon is een instelling of onderneming die een eigen leven leidt in het recht. Zo
kan een onderneming met rechtspersoonlijkheid zelf goederen kopen, eigendommen in bezit
hebben, failliet gaan of een vergunning aanvragen. Er zijn twee soorten rechtspersonen:
privaatrechtelijke en publiekrechtelijke.
Privaatrechtelijke rechtspersonen: worden opgericht door mensen of organisaties. Ze gaan
naar de notaris en laten daar een akte opmaken.
Publiekrechtelijke rechtspersonen: deze worden niet door mensen opgericht, maar door in
het leven geroepen. De wet roept een publiekrechtelijke rechtspersoon in het leven om een
deel van de overheidstaak uit te voeren. De drie meest voor de hand liggende voorbeelden
daarvan zijn de gemeente, de provincie en het rijk.
Openbaar lichaam: we noemen publiekrechterlijke rechtspersonen ook wel openbare
lichamen. Zo is de gemeente een openbaar lichaam, net als het rijk en de provincie.
, Openbaar lichaam bestaat uit bestuursorganen: al spreken we vaak over de gemeente of de
provinciem in feite is de gemeente of de pronvincie alleen een juridische constructie. De
gemeenten, de provincie of het rijk kan zelf niet handelen en ook geen besluiten nemen. Dat
moeten de organen van de gemeente, de provincie of het rijk doen. organen zijn, zoals de
naam zeft, onderdelen van het openbaar lichaam. Met de organen bedoelen we in feit de
personen of instanties die namens de rechtspersoon handelen. De organen van de
gemeente zijn de burgemeester, het college van B&W en de gemeenteraad. Zij treden
namens de gemeente op. De organen van de provincie zijn de commisaris van de koning,
gedeputeerde staten en provinciale staten. De organen van het rijk zijn onder andere de
minister en de regering.
2. Andere personen of ander college met openbaar gezag bekleed
Privaatrechtelijke rechtspersonen zoals stichtingen en vennootschappen vallen buiten de
definitie die we hiervoor bestuursorgaan gaven, want een stichting of een vennootschap is
geen publiekrechtelijke maar een privaatrechtelijke persoon. Toch voeren sommige
stichtingen of vennootschappen typische overheidstaken uit. Om deze privaatrechtelijke
rechtspersonen met ee typische overheidstaak onder het begrip bestuursorgaan te laten
vallen, zegt de AWB dat ook ‘’andere personen of collegese met openbaar gezag bekleed’’
bestuursorgaan zijn. Het gaat dan alleen om die instellingen of bedrijven die een
overheidstaak verrichten en daarvoor ook wettelijke bevoegdheden hebben.
A- Organen en b-organen: we noemen de organen van publiekrechtelijke rechtspersonen
wel a-organen, en de personen of colleges met openbaar gezag bekleed b-organen. A-
organen vallen bij alles wat ze doen onder de awb; voor b-organen geldt de AWB alleen
als ze met hun overheidstaak bezig zijn.
Zelfstandig bestuursorgaan:
er zijn veel meer publiekrechtelijke rechtspersonen dan gemeente, prvincie en rijk. Zo is bijvoorbeeld
ook het UWV door de wet in het leven geroepen om een deel van de overheidstaak uit te voeren,
evenals de kamer van koophandel, de rijksuniversiteit maastricht en het commissariaat voor de
media. Deze instellingen zijn publiekrechtelijke rechtspersonen. Daarmee zijn de organen van deze
publiekrechtelijke rechtspersonen bestuursorganen. Deze bestuursorganen noemen we zelfstandige
bestuursorganen. Met een ZBO wordt een bestuursorgaan bedoeld dat zelfsstandig een bepaald deel
van de bestuurstaak uitvoert en losstaat van de centrale overheid. Anders gezegt: een ZBO staat niet
onder gezag van een minister, vandaar de term zelfstandig bestuursorgaan. De taken en de
bevoegdheden van een ZBO staan in de wet of in algemene maatregel van bestuur. ZBO’s worden
vaak opgericht om een ministerie ‘af te laten slanken’. Het ministerie concentreert zich dan op zijn
kerntaken. De uitvoering van een aantal wetten wordt op afstand geplaatst door de oprichting van
een ZBO.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kaltrinaahmedi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.