Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek
Conceptualiseren – HC2
Conceptualiseringsfase: vastleggen wat het probleem is
De vraagstelling is veel specifieker dan de probleemstelling
Probleemstelling
- Probleemstelling kan ook een vraagstuk zijn
- Discrepantie tussen feitelijkheid en wenselijkheid
- Kan zowel een praktisch als theoretisch probleem zijn
Doelstelling
- Doelstelling in een onderzoek welke kennis levert het op?
- Doelstelling van een onderzoek wat wil ik met dit onderzoek bereiken?
o Instrumentele benutting: beoordeling en verbetering
o Conceptuele benutting: kennisvermeerdering
Vraagstelling
- Descriptieve vragen (beschrijvende vragen): onderzoeksvragen naar een feitelijke beschrijving
van de werkelijkheid objectief
- Normatieve vragen: onderzoeksvragen waaraan een waardeoordeel ten grondslag ligt vaak
een subjectief karakter
- Correlationele vragen (correlatieve vragen): onderzoeksvragen naar samenhang, verbanden
en/of relaties hangt prestatiedruk samen met stress?
- Impact vragen: onderzoeksvragen naar causale verbanden leid de cursus ‘omgaan met stress’
tot een afname van stress?
Belang van een theoretisch kader
Het probleem, doel en vraagstelling moeten in een theoretisch kader worden geplaatst
Dankzij het theoretisch kader worden herkomst en uitkomst van het onderzoek helder:
- Herkomst wat heeft dit type onderzoek tot dusver opgeleverd?
- Uitkomst theoretisch kader geeft richting aan het opstellen van een hypothese
Conceptuele model
= schematische weergave van de relevante kernconcepten (variabelen) en de verwachte onderlinge
relaties tussen die kernconcepten (hypothesen)
Descriptieve vragen
Doel van deze fase is om helder te krijgen waar je je precies op wil focussen
- Correlationele vragen: wat is de verwachte onderlinge relatie tussen beide factoren?
Variabelen
= een kenmerk dat een onderzoekselement al of niet, of in meer of mindere mate bezit
Een onderzoekselement is diegene op wie het kenmerk betrekking heeft:
- Individuen, paren, groepen, collectiviteiten
- Een variabele heeft altijd twee of meer waarden (niveaus)
o Kwalitatieve variabelen (categorische of nominale variabelen): waarden worden gebruikt om
categorieën te duiden vb. geslacht (man (1) vrouw (2))
, o Kwantitatieve variabelen: waarden duiden een hoeveelheid aan vb. leeftijd, mate van
stress (op een schaal van 1 tot 5)
Variabelen: theoretisch versus operationeel:
- In de conceptualiseringsfase is het noodzakelijk een theoretische definitie te geven van de
onderzoekselementen waarop de variabelen betrekking hebben.
o Theoretische definitie van het onderzoekselement ‘student’ = een student is een individu die
een opleiding volgt.
o Operationele definitie: veel preciezer dan de theoretische definitie.
- In de conceptualiseringsfase is het noodzakelijk een theoretische definitie te geven van de
variabelen
Variabelen: afhankelijk (A) versus onafhankelijk (O)
- Afhankelijke variabele: de te verklaren variabele vermoedelijk gevolg
- Onafhankelijke variabele: variabele die een mogelijke verklaring geeft voor de verschillende
waarden van de afhankelijke variabele vermoedelijke oorzaak
- Impact vragen: is de mate van efficiëntie tijdens het studeren van invloed op de mate van stress?
efficiëntie = O en stress = A
- Alleen bij impact vragen zie je het onderscheid tussen afhankelijk en onafhankelijke variabelen
Hypothesen
= verwachte relatie tussen variabelen
- Positief lineaire samenhang: als x stijgt, dan stijgt y ook
- Negatief lineaire samenhang: als x stijgt, dan daalt y
- Curve lineaire samenhang: de waarde van y stijgt of daalt niet evenredig met de waarde van x
- Geen samenhang
- Causale hypothesen (bij impact vragen)
o De cursus ‘omgaan met stress’ leidt tot een afname van stress
- Niet causale hypothesen (bij correlationele vragen)
o Prestatiedruk hangt positief samen met stress
Causale hypothesen
- Om te spreken van een causaal verband moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
o Covariatie van oorzaak en gevolg variabelen moeten samenhangen
o Het tijdrovende probleem de onafhankelijke variabele moet in tijd voorafgaan aan de
afhankelijke variabele
o Het derde variabele probleem de samenhang tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabele mag niet worden verklaard door een andere variabele
Causale hypothesen: de oplossing
- Experimenteel onderzoek = onderzoeksopzet waarbij alle omstandigheden onder controle
worden gehouden, terwijl er gemanipuleerd wordt met de onafhankelijke variabele
- Alleen in een zuiver experiment kunnen we een uitspraak doen over causaliteit
- Correlationeel onderzoek = onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele niet is gemanipuleerd,
maar wel is gemeten
- Correlationeel onderzoek: het tijdvolgorde probleem beperken
o In veel gevallen is duidelijk welke variabele aan welke andere variabele voorafgaat
, o In andere gevallen moeten we dit aan de hand van specifieke analyses afleiden
- Correlationeel onderzoek: het derde variabele probleem beperken
o Analyseer de relatie tussen O en A onder constant houding van een derde variabele
o Drie uitkomsten mogelijk samenhang blijft bestaan, verdwijnt of verandert
Samenhang blijft bestaan
Samenhang verdwijnt: schijnsamenhang of mediatie (interveniërende/mediërende
variabele)
De samenhang verandert (voor subgroepen): moderatie
- Schijnsamenhang = als de samenhang tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
verdwijnt onder constanthouding van de test variabele en de test variabele bovendien in tijd
voorafgaat aan de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
- Mediatie = mediërende of interveniërende variabele = test variabele (mediator) komt voor
tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
- Moderatie = de oorspronkelijke samenhang tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
verandert met de waarde van de test variabele (moderator)
Samenvatting HC2
Een variabele moet variëren altijd twee waarden of meer
- Niet elke variabele kan gemanipuleerd worden daarom moeten we correlationeel onderzoek
toepassen
Designs: experimentele – HC3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ella21. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.