Inhoudsopgave
HISTOLOGIE.................................................................................................................................. 2
HISTOLOGIE WEEFSELLEER ............................................................................................................ 6
TANDONTWIKKELING VROEGE STADIA; INDUCTIE & VORM ......................................................... 10
AMELOGENASE .......................................................................................................................... 12
DENTOGENESE ........................................................................................................................... 15
DENTALE PULPA ......................................................................................................................... 18
1
,Histologie
Waarom cellen?
- Alle levende weefsels zijn gemaakt door cellen.
- Tanden zijn gemaakt door cellen. Als er iets mis is (of goed gaat) met de tanden, komt dat bijna
altijd door cellen.
- Orthodontische tandverplaatsing zou niet mogelijk zijn zonder cellen. Denk maar aan een
spijker in een betonnen muur. Hoe hard je daar ook aan trekt, die zal niet naadloos door de
muur verplaatsen. Tanden doen dit wel, omdat cellen in het paradontaal ligament en in de
botmatrix de verandering van mechanische krachten opmerken en signaalstoffen afscheiden
die de remodelering van het bot beinvloeden.
Histologie
• Celkern: het commandocentrum, bouwplan van alle eiwitten in de vorm van een DNA.
Uiteindelijk signal via cytoplasma naar de kern om iets te gaan doen. Kern is omgeven door
een dubbel membraan dat doorloopt in het endoplasmatische reticulum. Het membraan bevat
porien voor het doorlaten van specifieken messengenrs naar binnen, maar ook voor het
vrijgeven van ribosomale subunits naar buiten.
• Dna zit binnen in de celkern
• Celkern is omgeven door een dubbel membraan
• In de membraan zit heel veel poriën, omdat de ribosomen niet uit eiwit bestaat maar uit RNA
• Lichte kleur op histologisch plaatje staat voor DNA die niet heel strak is opgevouwen. Dit doe
je als je heel veel kopie/ transcriptie wilt maken
Eiwitsynthese
• Dna; (bouwtekening voor eiwitten, in de celkern)
• Messenger RNA; (kopie voor de bouwtekening)
• Ribosomen; leest de bouwtekening en bouwt met behulp van tRNA een eiwit door aminozuren
aan elkaar te verbinden= translatie
• ER; het eiwit wordt gevouwen en krijgt z’n vorm (eiwit productie voor binnen of buiten de cel)
• Golgi; eiwitten worden gemodificeerd, sorteercentrum voor transport
Functie van eiwitten wordt niet alleen bepaald door de aminozuur volgorde maar ook door de vorm
(de wijze van vouwen)
Het molecuul dat linksonder is afgebeeld, is sucrose. Het molecuul is een disaccharide-combinatie van
de monosacchariden glucose en fructose. Natriumdodecylsulfaat (SDS) is een anionische
oppervlakteactieve stof die wordt gebruikt in veel reinigings- en hygiëneproducten, zoals tandpasta.
Zijn koolwaterstofstaart gecombineerd met een polaire "kopgroep" geeft de verbinding amfifiele
eigenschappen en maakt het dus bruikbaar als wasmiddel. Het zal echter ook omkeerbaar de 3D-vorm
van eiwitten verstoren, zoals de "zoete receptor". Dit is de reden waarom b.v. sinaasappelsap smaakt
vreselijk als je het drinkt direct nadat je je tanden hebt gepoetst: de SDS in de tandpasta denatureert
de zoete receptor en alles wat je proeft is zuur en bitter.
Lysosoom: de afvalverwerker
Bevat onder andere eiwit afbrekende enzymen (proteasen). Essentieel voor het opruimen van vreemd,
of ‘oud’ materiaal
Matrix (dode vulstof) versus cellen (levende bouwvakkers)
• In sommige weefsels, zoals epitheel van de gingiva, zitten de cellen allemaal aan elkaar vast
en vormen zo een eenheid (epitheel is verzamelnaam)
2
, • Andere weefsels, zoals bot en dentine, bestaan uit heel veel dode vulstof (matrix), waarin hier
en daar nog een cel zit die die dode matrix heeft gemaakt. Matrix is verkalkt collageen type 1
(bindweefsel is verzamelnaam van weefsels met veel eiwitten)
Energieproductie door mitochondriën
Wat voor soort cellen hebben veel mitochondriën nodig?
- Spieren, zenuwcellen (want die gebruiken energie in de vorm van ATP om de ion-balans heel
snel te herstellen nadat een zenuw-impuls is doorgegeven, zodat dit zo snel mogelijk weer
kan), en cellen die veel eiwit produceren zoals fibroblasten/ osteoblasten die matrix maken.
Celskelet
• Beweging, samentrekken (microfilament actin subunit) (bijv infectie)
• Stevigheid cel, voorkomt uit elkaar scheuren (intermediate filament fibrous subunits) (bijv
keratine)
• Intracellulair transport (microtubule, tubulin subunits)
Het celskelet is net als ons eigen skelet, het zorgt voor beweging (actine), bescherming (intermediat
filaments) en daarnaast zorgen de microtubules van het celskelet voor celdeling en voor transport (het
zijn een soort snelwegen). Het Actine is opgebouwd uit actine eiwitten, die telkens achter elkaar zijn
gekoppeld tot een filament (draadje).
De kleinste onderdelen van het cytoskelet (letterlijk: celskelet) zijn de microfilamenten, gemaakt uit
repeterende actine subunits. Actine is enorm belangrijk voor het bewegen van een cel. Denk
bijvoorbeeld aan een witte bloedcel die zich door een gat in het endotheel van een bloedvat “wurmt”
om bij een parodontale infectie te komen.
De grootste ondrdelen zijn de microtubule (letterlijk: mini-buisjes) deze zijn opgebouwd uit
reperterende alfa-tubulin en beta-tubulin dimeren (de tubulin subunits, de gele bolletjes in de figuur).
Microtubules zijn belangrijk voor heel veel dingen, maar de meest in het oog springende zijn celdeling,
en intracellulair transport. Organellen, en vesicles met verschillende inhoud worden door special
motor proteinen (die ATP als brandstof gebruiken) actief getransporteerd van het centrum van de cel
naar de periferie, en andersom, over microtubule. Denk maar eens aan een zenuwcel: als een
neurotransmitter gemaakt in het RER nabij de kern de synaps zou moeten bereiken via diffusie zou dat
(afhankelijk van de lengte van het axon) weken kunnen duren. Door gericht en actief transport duurt
dit slechts minuten tot uren.
Qua maat daar tussenin zitten de intermediate filaments. Deze zijn ook opgebouwd uit repeterende
elementen (bouwstenen), maar die zijn meer langwerpig dan globulair (bolvormig). Door de vele
onderlinge verbindingen die die bouwstenen maken zijn intermediate filaments heel erg goed in het
weerstaan van trekkrachten. Ze beschermen de cel. In epitheelcellen zijn intermediate filamens
gemaakt van keratine, zo ook in de gingiva.
In welk celorganel van deze persoon zal er hoogst waarschijnlijk iets mis zijn? (pp)
- In de celkern: een genetische mutatie waardoor een element niet meer gemaakt wordt of niet
meer werkt
Welke eiwit?
- Dit wordt veroorzaakt door een genetische mutatie in het eiwit alkalische fosfatase. Dit eiwit
is noodzakelijk voor een goede verkalking van dentine en bot. Zonder goed verkalkt bot, geen
goede verankering van tanden in bot door vezels. De ziekte heet hypofosfatasia De ziekte heeft
op latere leeftijd enorme gevolgen voor bot. Er is een medicijn die die gevolgen kan
voorkomen. De tandarts is de aller eerste die deze ziekte kan detecteren.
3