,Medische en tandheelkundige vakkennis 4
Fysiologie circulatiestelsel
Waarom (patho) fysiologie?
• Kennis hebben over fysiologie van het lichaam en de daarbij behorende pathofysiologie is van
groot belang voor het behandelen van patiënten
- Een ziekte kan zowel invloed hebben op de behandeling als op de patiënt tijdens de
behandeling
Cursusdoel
Je kent na het volgen van het fysiologie onderwijs:
- De normale bouw en werking van lichaamsstelsels
- Aandoeningen die ontstaan door afwijkingen aan deze lichaamsstelsels die relevant zijn voor
de tandheelkundige praktijk
- De orale manifestaties van verschillende ziektebeelden en de consequenties voor het uitvoeren
van tandheelkundige verrichtingen
Circulatiestelsel
Levende cellen moeten voedingsstoffen en afvalstoffen uitwisselen. Voedingstoffen hebben de cel
nodig om te kunnen functioneren. Afvalstoffen zijn vaak giftig en moeten snel worden verwijderd. Het
circulatiestelsel is belangrijk voor het handhaven van de homeostase, oftewel het constant houden
van het interne milieu. Het circulatiestelsel bestaat uit twee vatenstelsels;.
1. Bloedvatenstelsel → bloed stroomt door het lichaam
2. Lymfevatenstelsel → voeren weefsel vloeistof af en brengen dit terug naar de circulatiestelsel.
Het lymfevatenstelsel bestaat ook uit lymfatisch weefsel. Wat een grote rol speelt bij
immuniteit van het lichaam
Bloedvatenstelsel
Belangrijke functie van bloedvatenstelsel is het transporteren van bloed
- Hart → dikke holle spier die met elke hartslag een hoeveelheid bloed in het gesloten circuit van
bloedvaten pompt. Vanuit het hart wordt het bloed in de grote arteriën/ slagaders gepompt
- Arteriën → slagaders. Voeren het bloed van het hart af richting de organen. De grote slagaders
vertakken in kleinere slagaders (arteriolen)
- Arteriolen → in de weefsels gaan de arteriolen over in de capillairen
- Capillairen → vormen een capillaire netwerk. Hier vindt uitwisseling van stoffen plaatst tussen
het bloed en weefselvocht. In deze kleinste bloedvaatjes wordt een deel van het bloed uit de
bloedbaan geperst en komt het bloedvocht en de moleculen die hierin zijn opgelost in het
weefsel terecht. De capillairen komen samen in de venulen
- Venulen → kleine aders. Uit de venulen komt het bloed in de venen
- Venen → aders. Vervoeren het bloed van de organen weer terug naar het hart, dan is het cirkel
rond.
In rust komt het meest bloed voor in de grote en kleine venen
Dubbele bloedsomloop
• Bloed circuleert in twee gescheiden systemen die in het hart bij elkaar komen:
- Lichaamscirculatie → grote bloedsomloop → slagaders bevatten zuurstofrijk bloed. In de
weefsels wordt het zuurstof verbruikt. Aders vervoeren zuurstofarm bloed terug naar het hart.
- Longcirculatie → kleine bloedsomloop → slagaders vervoeren zuurstofarme bloed. In de
longen wordt zuurstof opgenomen in het bloed
- Belangrijke voedingsstof die door het bloedsomloop wordt getransporteerd is zuurstof.
• De linker harthelft pompt bloed naar het lichaam (rood) → zuurstofrijk
2
,• De rechter harthelft pompt bloed naar de longen (blauw) → zuurstofarm
Hart- ligging
Hart ligt in de thorax/ borstkast. Achter het borstbeen/ sternum. Het gedeelte van de thorax waarin
het hart zich bevindt is mediastinum. Dit is het ruimte tussen de longen. Naast het hart liggen hierin
de slokdarm, grote bloedvaten, zenuwen en dergelijke. Omdat de linkerkant van het hart een dikkere
wand heeft steekt het hard uit naar de linkerkant. Wat invloed heeft op de grote van de longen. De
linker long heeft dus minder ruimte en bestaat daarom uit twee kwabben. De rechterlong heeft meer
ruimte en is daarom groter. De rechterlong bestaat uit drie kwabben
Hart- bouw + plaatje is belangrijk!
• Twee boezems (atrium) + twee kamers (ventrikels) → worden gevormd door twee holle spieren;
- Atriumspier + ventrikelspier
➢ Gescheiden door anuli fibrosi cordis (bindweefsel). In deze bindweefsel ringen zitten
openingen waar het bloed heen kunnen stromen. Deze openingen kunnen worden
afgesloten met kleppen.
- Linker en rechter harthelft
➢ Gescheiden door septum cordis (harttussenschot)
1. Septum, interatriale cordis (dun, bindweefsel)
2. Septum interventriculare cordis (dikker, hartspierweefsel)
In het anuli fibrosie cordis bevinden zich openingen die kunnen worden afgesloten door kleppen. Dus
niet de septum cordis
Hartkleppen + plaatje is belangrijk
• Hartkleppen verhinderen terugstroming van het bloed wanneer ze gesloten zijn
- Kleppen tussen de boezems en kamers → Atrioventriculaire kleppen (AV- kleppen);
➢ Valva tricuspidalis (tricuspidaalklep) (rechts)
➢ Valva bicuspidalis (bicuspidaalklep)/ valva mitralis (links)
De kleppen worden open geduwd door bloed vanuit de atria en slaan dicht wanneer bloed in de
slagaders worden gepompt. Dunnen peesdraden en papillaire spieren voorkomen dat de kleppen
doorslaan onder hoge druk.
- Arteriële kleppen (valvulae semilunares; 3 slippen) (tussen ventrikels en slagaders)
➢ Pulmonalisklep → bevindt zich tussen de rechter ventrikel en de longslagader
➢ Aortaklep → tussen de linker ventrikel en de aorta.
De arteriële kleppen worden open geduwd door bloed vanuit de ventrikels. En slaan dicht wanneer
bloed uit de slagaders dreigt terug te stromen naar de ventrikels
Hart- bloedvaten + plaatje is belangrijk
Verschillende bloedvaten ontspringen vanuit het hart of monden uit het hart. De twee grote
bloedvaten die uitmonden in het rechter atrium zijn:
• Vena cava inferior (onderste holle ader)
• Vena cava superior (bovenste holle ader)
Via deze beide aders stroomt zuurstof arm bloed het rechter atrium binnen
Uit het rechter ventrikel ontspring het:
• Truncus pulmonalis → splitst in de linker en rechter arterie pulmonalis (longslagader)
Deze longslagaders vervoeren zuurstofarm bloed naar de longen
Het zuurstof rijke bloed vanuit de longen stroomt via de
• Venae pulmonales (longaders; 4 stuks)
Die het laat stromen naar de linker atrium. Vanuit elke long twee longaders
3
, De grote lichaamsslagader die ontspringt vanuit de linker ventrikel.
• Aorta
Door de aorta stroomt zuurstofrijkbloed richting de organen
Hartwand
Bestaat uit drie lagen, van binnen naar buiten zijn dat;
• Endocard: eenlaag plafysel epitheel; de endotheel + laagje elastisch bindweefsel
• Myocard: dikste laag van het hart en bestaat uit hartspierweefsel. Myocard bestaat uit 3 lagen.
Vezels in elke spierlaag hebben een andere oriëntatie
• Pericard: hartzakje;
- Visceraal blad (vlies)→ epicard. Is vergroeid met het hart oppervlak
- Pericardholte → holte tussen beide vliezen, gevuld met vocht.
- Pariëtaal blad (vlies)→ is vergroeid met weefsels die om het hart liggen. Denk aan het diafragma
oftewel het middenrif en het borstvlies van de longen.
De functie van het hartzakje is het opheven van de wrijvingskrachten tussen het hart dat continue
beweegt en de omringende weefsels. Door het laagje vocht kunnen beide vliezen langs elkaar
bewegen
Prikkelgeleidingssysteem + plaatje begrijpen
De hartspier moet samentrekken om bloed rond te kunnen pompen. Tussen de hartspiercellen
bevinden zich gespecialiseerde hartspiercellen, die prikkels kunnen vormen of prikkels kunnen
geleiden. Het prikkel geleidingssysteem bestaat uit de;
• Sinusknoop
• Atrioventriculaire knoop
• Bundel van His
• Bundeltakken
• Purkinjevezels
Sinusknoop
Sinusknoop ligt in de myocard van het rechter atrium, tussen de uitmondingen van de venne cava
inferior en superior. Het bestaat uit een klein netwerk van hartspiercellen die prikkels kunnen
opwekken.
- Sinusritme (honderd per minuut)
➢ In rust: vertraagd door nervus vagus (parasympatisch zenuwstelsel) (75 p.m.)
➢ Bij inspanning: verhoogd door nervi accelerantes (sympathisch zenuwstelsel) (>130 p.m.).
dit deel van het zenuwstelsel is actief als het lichaam actief is. Naast het invloed van de
zenuwstelsel op het hartritme wordt het hartritme ook beïnvloed door het hormoon
adrenaline. Adrenaline wordt vooral tijdens lichamelijke en geestelijke inspanning
afgegeven en heeft een stimulerende invloed op het hartritme.
De impulsen van de sinusknoop worden snel van cel tot cel doorgegeven aan alle cellen van het
myocard van het rechter en linker atrium. De impulsen komen aan bij de tweede zenuwknoop (AV
knoop)
Atrioventriculaire knoop
Dit is de tweede zenuwknoop/ AV knoop. De av knoop ligt ook in de wand van het rechter atrium. Vlak
naast de kruising tussen de rechter anilus fibrosis en de atrium septum. Zonder prikkeling van de
sinusknoop geeft de AV knoop zelf prikkels af;
- Atrioventriculaire ritme (vijftig per minuut) eigen impulsvermogen. Wordt pas versneld door de
sinusknoop na 75 p.m.
- Tijdvertraging 0,1 sec doorgegeven, als de sinusknoop de impulsen krijgt
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loesjedj9. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,29. Je zit daarna nergens aan vast.