Literatuur en kennisclips periode 1
Week 1:
Kennisclip leefstijl:
Gezondheid is het totaal plaatje van fysieke, mentale en sociale factoren.
Bij de positieve gezondheidsbenadering gaan we uit dat de mens de volgende dingen kan:
- eigen regie voeren
- aanpassen, wanneer er zich fysieke, mentale of sociale uitdagingen voordoen in het leven.
Bij de positieve gezondheidsbenadering word er uitgegaan van zes pijlers.
Gezonde levensverwachting: aantal jaar dat iemand verwacht te leven in een goede gezondheid.
4 indicatoren voor gezonde levensverwachting:
- ervaren van de eigen gezondheid
- lichamelijke beperkingen (mate van) bv blind, doof, verlamd
- chronische aandoeningen (mate van) bv. Reuma, hartafwijking
- geestelijke gezondheid (mate van) bv depressie
,Bravo richtlijnen (belangrijkste leefstijl gerelateerde factoren):
-Bewegen jeugd: 1 uur per dag matig of intensief bewegen
3x per week bot- en spierversterkende activiteiten
voorkom veel zitten
volwassenen: minimaal 150 minuten per week matig of intensief bewegen
2x per week bot en spierversterkende activiteiten, ouderen + balans
voorkom veel zitten
Spierversterkende activiteiten zijn het trainen van kracht, uithoudingsvermogen en omvang
van de spieren, trainen door bijvoorbeeld een bootcamp.
botversterkende activiteiten zijn activiteiten waarbij je lichaam het eigen gewicht belast, bv
bij trampoline springen.
- Roken niet roken
- Alcohol geen alcohol, als je drinkt niet meer dan één glas per dag.
- Voeding gerelateerd aan de schijf van vijf
- Ontspanning bij veel stress of een slechte werk-privé balans kan leiden tot overspannenheid of
als die overspannenheid langer aanhoud zelfs tot een burn-out.
Kennisclip motivatie & ‘moetivatie’:
Motivatie verwijst naar datgene wat ons in beweging zet. Dus de redenen om iets uit te voeren.
Motivatie kan variëren in intensiteit en hoeveelheid. De reden voor uitvoering van dezelfde activiteit
kan verschillen.
Intrinsieke motivatie: de activiteit is oprecht leuk en boeiend om uit te voeren. Er is veel spelplezier
door:
- nieuwsgierigheid
- interesse
- geboeidheid
- uitdaging
- wanneer je iets doet wat je leuk vind, doe je dat met veel zin en dan komt je ware ik naar buiten
Extrinsieke motivatie: je voert iets uit om een ander doel te dienen, iets word uitgevoerd om een
ander doel te dienen. Het spelplezier ontbreekt door:
- verwachtingen
- beloning
- ontwijken van een straf
- gevoelens van schuld en schaamte
Motivatie/intrinsieke motivatie = als je er zelf echt plezier in hebt en het zelf echt wilt.
Moetivatie/extrinsieke motivatie = als je het eigenlijk voor iemand anders doet, je presteert omdat
het moet.
, Literatuur:
Motiverend coachen in de sport (Aelterman)
Hoofdstuk 1: Van moetivatie naar zin om te sporten (pag. 25 t/m 28)
Motivatie verwijst naar datgene wat ons in beweging zet. Het gaat over de drijfveren of
beweegredenen om een activiteit te beginnen, ons ervoor in te zetten en te volharden. Motivatie kan
variëren in intensiteit of hoeveelheid.
Intrinsieke motivatie:
plezier beleven in wat je doet. Plezier zorgt er voor dat sporters zich meer inzetten, zich beter voelen
en hun sport langer volhouden. Als je intrensiek gemotiveerd bent, schenkt de activiteit op zich
voldoening. Nieuwsgierigheid, interesse, geboeidheid en uitdaging vormen de drijfveren bij het
uitvoeren van intrinsiek motiverende activiteiten.
Extrensieke motivatie:
het sporten is in dit geval geen doel op zich, maar dient het een ander doel. Sporten wordt dan een
middel om bijvoorbeeld een selectie af te dwingen, roem en waardering te krijgen, technisch
progressie te maken of fysiek sterker te worden.
Sommige activeiteiten, hoewel niet boeiend en dus extrinsiek gemotiveerd, gaan gepaard met een
gevoel van psychologische vrijheid en keuze. Bv als je krachttraining bij voetbal echt niet leuk vind,
maar je zet je wel vrijwillig in om een verder gelegen doel te bereiken.
Positieve leefstijlverandering (Steenhus & Overtoom)
Hoofdstuk 1: Leefstijl (pag.15 t/m 35)
Wanneer leef je in goede gezondheid? 4 indicatoren:
- het maakt uit hoe mensen zelf hun gezondheid ervaren. De een kan zich doodziek voelen bij kleine
kwaaltjes, terwijl de ander met een chronische ziekte fluitend door het leven gaat en roept dat hij
super gezond is.
- lichamelijke beperkingen worden meegenomen. Kan iemand een goed gesprek met iemand voeren,
de krant lezen, of een zware boodschappentas dragen?
- chronische aandoeningen waaraan je kunt overlijden of die je dagelijkse bezigheden kunnen
hinderen, zoals hartafwijkingen, reuma, of migraine worden meegerekend.
- er wordt gekeken naar de geestelijke gezondheid. Wanneer iemand bijvoorbeeld lijst aan een zware
depressie, kun je niet spreken van jaren in ‘goede gezondheid’.
De bravo-gedragingen hebben invloed op het risico van tal van ziekten zoals kanker, hart- en
vaatziekten, COPD en diabetes:
- Bewegen volwassenen: minimaal 150 minuten matig intensief bewegen per week en
daarnaast 2x per week spier en botversterkende activiteiten te doen. Ouderen moeten dit
combineren met balansoefeningen.
kinderen: elke dag minimaal een uur matig intensief bewegen en drie keer per week spier- en
botversterkende activiteiten doen. Voor alle groepen geldt het advies om niet te veel stil te
zitten.
- Roken niet roken is het advies.
- Alcohol drink geen alcohol en in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag.