AFP1 lessen
Les 1: Kennis maken met klinisch redeneren
CanMEDsrollen:
Methodisch handelen: Dat je in bepaalde regels methodisch handelt, ook wel stapsgewijs handelt
,Klinisch redeneren: KIJK FILMPJE!!!!!!
Het continue proces van gegevens verzamelen en analyse gericht op de vragen en problemen van de patiënt. In
dit proces richt de verpleegkundige zich op risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning,
interventie en monitoring.
Anamnese: Wat de arts de patiënt te vertellen heeft
ABCDE:
Air
Breath
Circulation
Dissibality
Exposure
Fluid
• Early warning score
Situatie
Achtergrond
Beoordeling
Aanbeveling
Decompensatie Cordis off??
Mechanismen
Epidemiologie
Tijdsaspect
Klinische presentatie
,Les 2: Basisparameters
Voorbereiding
• Filmpje basisparameters uitgewerkt in het collegeblok
• Leerdoelen
1. Medische terminologie = medische vaktermen die worden gebruikt binnen de medische wereld,
oftewel Griekse en Latijnse benamingen in de geneeskunde.
2. Zie schema over parameters
3. Meneer van Stiphout: Saturatie, alle adem parameters, alle hartparameters
4. Zie schema
Parameters Normaalwaarde
Reactiepatroon AVPU/EMV
EMV
Ogen openen (E) : score 4
Motorische reactie (M): score 6
Verbale reactie (V): score 5
Totaalscore: 15 = geheel bij bewust zijn
Score onder de 8 = coma
Niet spraakzaam etc.
AVPU
Alert = normaal
Vocal
Pain= pijnprikkel
Unresponsive: Geen reactie
Orientatievermogen Tijd, vraag, persoon vragen
Pupilreactie Pupilverwijding ( mydriasis) : pupil/pupillen zijn
vergroot in een donkere omgeving, dit is een
normale reactie.
Pupilvernauwing ( myosis ) : pupil/pupillen zijn
verkleind, dit gebeurt wanneer er omgevingslicht
aanwezig is. Dit is dus niet het geval binnen een
donkere omgeving
Pijnscore De mate waarin personen pijn ervaren wordt
gemeten door middel van een pijnladder
Score 0: Geen pijn
Score 10: Ondraaglijk, ergste pijn ooit
Door middel van de NRS-score ( Numeric Rating
Scale ) wordt de pijn van bijvoorbeeld een
zorgvrager gemeten.
Subjectieve meting: pijn
Ademfrequentie 12– 18 p/min bij een volwassen gezond persoon in
rust
> 20 p/min bij een volwassen persoon met
Tachypnoe ( snelle ademhaling )
, < 8 p/min bij een volwassen persoon met
bradypnoe ( langzame ademhaling)
Ademhalingspatroon Regelmatig, geen geluid, cheyne stokes = abnormaal
patroon van ademhaling, kussmaul = abnormaal
(pathologisch ) ademhalingspatroon, gekenmerkt
door zeer diep, snakkend ademen. Hyperventilatie
Ademgeruis Stil, je hoort geen gepiep of gerochel > stethoscoop
Vesiculair ademgeruis = zacht geluid bij het in- en
uitstromen van lucht ter hoogte van de longblaasjes
Saturatie: SpO2 95-99 %
Je meet het gesatureerde hemoglobine, eiwitten die
zich binden aan rode bloedcellen.
Kleur Gezonde kleur: niet bleek/roze
Blank: bleek/roze
Cyanose: blauw verkleuring van huid en slijmvliezen,
veroorzaakt door een tekort aan zuurstof
Geelzucht ( icterus)= Geelzucht ontstaat door een
ophoping van bilirubine Dit is een afbraakproduct
van rode bloedcellen
NIBP None-invasive Blood pressure ; MAP 2 keer de 120-129 mmHg/ 70-100 mmHg
diastole + 1 keer de systole delen door 3 Diastole = onderdruk
D = druk die overblijft in je bloedvaten (onderdruk) Systole= bovendruk
S = druk in je bloedvaten Sinusritme= normale hartslag
Hartfrequentie; pulsaties 60 – 100 slagen per minuut
< 60 = bradycardie
>100 = tachycardie
Sinusknoop = normale hartslag
Hartritme Regelmatig / onregelmatig
Frequentie 60-100 = sinusritme
Halsvenen/ CVD ( centraal veneuze druk ) Niet voelbaar/niet zichtbaar > niet opgezet ( wel
( Opzwellen van de halsaderen) ziekte verschijnselen: verdikte halsvenen, snelle
hartfrequentie en lage bloeddruk.
Capillaire refilltijd Snelle terug kleuring van de huid na druk ( altijd op
het borstbeen, ligt dicht bij het hart. )
Borstbeen = stern
5 seconden indrukken en binnen 2 seconden kleur
terug
Vitale functies: hart, longen en hersenen. Zodra deze
bloed verliezen, komt er een reactie in de haarvaten.
Dat zorgt voor een langere capillaire refilltijd
Diurese Een normale diurese/ urineproductie bij
volwassenen van 0,5 ml/kg/uur. Een normale