Voor het vak internationaal publiekrecht heb ik de leerdoelen uitgewerkt. Hierin staat alles wat je nodig hebt voor het tentamen. Het tentamen heb ik afgerond met een 8,3.
De student kan:
- een omschrijving geven van het internationaal publiekrecht;
- de synoniemen van het internationaal publiekrecht benoemen;
- internationaal publiekrecht onderscheiden van internationaal privaatrecht en Nederlands
publiekrecht;
- de kenmerken van de internationale rechtsorde benoemen en toelichten;
- de doorwerking van internationaal publiekrecht in de Nederlandse rechtsorde beschrijven,
uitleggen en toepassen op een casus;
- het toetsingsverbod van art. 120 Gw toelichten en toepassen op een casus.
Internationaal publiekrecht:
Het geheel van internationale rechtsregels dat de publiekrechtelijke relaties regelt tussen
internationale rechtssubjecten.
Functie scheppen van orde en rechtszekerheid in internationale relaties tussen staten.
Doel- Scheppen van orde en rechtszekerheid in de internationale relaties tussen staten
- Behartiging publieke werelddoelstellingen zoals: Vrede en veiligheid , Mensenrechten,
Terrorismebestrijding, Milieu en natuur etc.
Bevat materiele rechtsregels.
Internationaal publiekrecht = internationaal recht = volkenrecht
Internationaal privaatrecht: Richt zich op de relaties tussen burgers onderling die
grensoverschrijdend zijn. Geregeld in boek 10 Burgerlijk Wetboek. Bevat formele rechtsregels.
Voorbeeld: een Duitser en een Franse willen scheiden, welk recht moet worden toegepast?
Bij een huwelijk die in een ander land is gedaan, op het moment van scheiden moet via het
internationale privaatrecht worden bepaald waar dat moet gebeuren.
Nederlands publiekrecht: Geeft regels ten aanzien van de verhouding tussen burger en overheid.
Soevereiniteit = Recht van bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder
verantwoording af te leggen aan andere organen.
De Nederlandse staat is een soevereine staat. Dit betekent dat er niets boven NL staat. Er is geen
internationale politie die het handhaaft.
Kenmerken internationale rechtsorde
1. Decentraal (horizontaal) karakter
Geen centrale wetgevende, uitvoerende, of rechterlijke macht. Afwezigheid van een centraal
geregeld internationaal systeem van rechtshandhaving.
Horizontaal Gelijkheid tussen staten.
De belangrijkste spelers in internationale rechtsorde zijn staten. Deze kunnen afspraken
maken met andere staten. Deze worden vastgelegd in verdragen. Staten zijn gelijkwaardig
aan elkaar, ookal is de ene staat groter dan de ander. Maar zijn tegelijkertijd wel afhankelijk
van elkaar.
2. (Vreedzame) co-existentie Niet bemoeien met anderen, vreedzaam naast elkaar leven
Het beleid om ernaar te streven landen die elkaars politieke tegenstanders zijn, vreedzaam
, naast elkaar te laten bestaan, dus politieke conflicten niet te laten uitlopen tot militaire
conflicten
3. Onderlinge afhankelijkheid/ interdependentie
Landen zijn steeds meer afhankelijk van elkaar en gaan steeds meer samenwerken. Staten
zijn soeverein maar kunnen ook niet zonder elkaar. Denk aan bv. afspraken over milieu,
immigratiebeleid.
4. Grote invloed van politieke factoren en machtsfactoren
De grote invloed maakt vaak dat bepaalde zaken niet goed gebeuren of niet gebeuren,
omdat politieke partijen verschillende ideeën kunnen hebben. landen zoals China en de
Verenigde Staten hebben een andere invloed zoals landen als België en Luxemburg
Doorwerking van internationaal recht in het nationaal recht
Monisme: Alle internationale regels maken automatisch deel uit van de nationale wetgeving. Deze
hoeft niet eerst omgezet te worden.
Dualisme: Er is een scheiding tussen de internationale rechtsorde en de nationale. Om het
internationaal recht nationaal door te laten werken, moet het eerst omgezet worden naar een
nationale wet.
Internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde
Nederland = gematigd monistisch stelsel internationaal recht werkt direct door
Maar ook monistisch, omdat: Art. 93 Gw:
- Als het is bekendgemaakt in het Tractatenblad
- Als het een ‘’een ieder’’ verbindende bepaling is
Conclusie directe doorwerking in NL rechtsorde
Gematigd, omdat: Het gaat dus alleen om de eenieder verbindende bepalingen en dat het artikel
bekendgemaakt moet worden. Hieruit wordt duidelijk dat de Nederlandse rechtsorde slechts een
gematigd monistisch karakter heeft.
Art. 94 Gw Burgers en rechtspersonen kunnen beroep doen bij de Nederlandse rechter op een
‘’een ieder’’ verbindende bepaling, Een internationale rechtsregel gaat vóór nationaal recht.
Wat is een ‘een ieder verbindende verdragsbepaling’?
Kan in een verdrag worden afgeleid als er ‘een ieder’ staat. Bv. Art. 8 lid 1 EVRM.
Maar ook uitzonderingen wanneer er niet letterlijk ‘een ieder’ staat. Bv. art. 3 Kinderrechtenverdrag.
In dit geval staat er niet ‘een ieder’, maar men kan zich er wel op beroepen. Ze bedoelen in dit geval
namelijk alle zaken die kinderen betreffen. De belangen van een kind wegen zwaarder.
Voorbeeld NIET: art. 1 ESH: dit artikel verbindt alleen overeenkomstige partijen. Het is geen recht,
maar een handvest.
Art. 93 GW: doorwerking
Gematigd monistisch stelsel wat betreft doorwerking van verdragen in Nederland.
Art. 94 GW: voorrangsregel
Verdrag gaat boven Grondwet. Hogere regelgeving gaat VOOR lagere regelgeving.
, Art. 120 GW Rechter heeft een toetsingsverbod De rechter mag geen verdragen en formele
wetten toetsen aan de Nederlandse Grondwet. Omdat de formele wetgever er zelf voor moet zorgen
dat de wetten die zij maken niet in strijd zijn met de Grondwet.
Argumenten voor: de wetgever wordt democratisch gekozen door de volk, de rechter wordt niet
democratisch gekozen. Hiermee wordt voorkomen dat de rechter niet op de stoel van het parlement
gaat zitten.
Leerdoelen week 2
Je kunt na afloop van deze week:
- Aangeven wie rechten kan ontlenen aan het internationaal publiekrecht en welke rechten dit
zijn;
- Uitleggen welke rol de afzonderlijke rechtssubjecten spelen in de internationale rechtsorde en
wat hun onderlinge rechtsverhoudingen zijn;
- De criteria voor een staat als internationaal rechtssubject benoemen en toelichten;
- De vormen van Nederlandse rechtsmacht binnen de internationale rechtsorde beschrijven,
uitleggen en toepassen op een casus.
Internationale rechtssubject: heeft rechten en plichten (drager zijn van bevoegdheden, rechten en
plichten en de bekwaamheid hebben om deel te nemen aan het internationale rechtsverkeer
1. Staten
-hebben recht op vreedzame co-existentie, onafhankelijkheid en gelijkwaardigheid
2. Internationaalrechtelijke organisaties
-Kan en mag niet hetzelfde als wat een staat mag. Zij zijn afhankelijk van die staten.
- Zijn opgericht door staten door middel van verdragen.
-Beperkte rechten en plichten: afspraken maken om na te steven: (bv. Wetten maken,
bevoegdheden heden overdragen)
-Ze hebben alleen rechtspersoonlijkheid voor het doel waartoe ze zijn opgericht (functionele
rechtspersoonlijkheid)
- Bijv.: NAVO en EU, Raad van Europa
3. Mensen (natuurlijke personen)
Het recht om een beroep te kunnen doen op het EVRM
4. Volken
Volken hebben zelfbeschikkingsrecht: betekent niet dat volken zomaar eigen staat kunnen
beginnen, maar mogen d.m.v. dit recht wel kiezen hoe ze hun staat inrichten (bv. taal) Ook
moeten ze zich houden aan wat nationaal is afgesproken, als ze dit niet doen dan botst dit.
Het recht op zelfbeschikking van volken, belemmert de soevereiniteit van staten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marotikranian. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.