Financieel management van de publieke sector
Hoorcollege 1: financieel management, kan je ook gebruiken in andere
sectoren, niet alleen publieke sector 02-02-2020
Financieel management =
- Planning en beheersing van financiële taken en transacties, alles wat
financiële gevolgen heeft voor een organisatie
- Niet de vraag ‘wat gaan we doen?’ → we gaan er hier van uit dat de
beslissing al is genomen, veel meer de vraag ‘hoe ziet dat beleid er dan
uit, hoe gaan we dat dan doen?’ → we gaan het over beheer hebben
- Daar hoort wel een waarom vraag bij
- Kijk naar recent nieuws, iedereen is het erover eens dat we iets aan corona
moeten doen, maar hoe vullen we dat dan in?
Insteek
- De slager en het mes → je moet de rol van de personen die met dat mes
bezig zijn niet vergeten, als hij niet weet hoe hij het mes moet gebruiken
wordt het alsnog een rommeltje → hoe gaat een persoon met zijn
beleidsinstrumenten om
- Mes = beleidsinstrumenten, welke zijn er allemaal?
- Slager = gedrag van mensen die te maken hebben met die instrumenten
- Publieke sector = grote groep mensen die allemaal belangen hebben en
aan de slag kunnen met die instrumenten
We kijken dus naar bedrijfseconomische instrumenten van allerlei soorten en
manieren, in de context van de publieke sector. Algemene economie houdt
belangrijke rol (kosten- en batenanalyse).
Wat voorvallen
- Tekort mag niet meer dan 3% van BBP zijn → financieel management als
je tekort normaal 2,5% maar door inzakken van economie (corona) is het
ineens 3,5% → hoe los je dat op? Moet je bezuinigen in een recessie,
want dan ga je de recessie versterken?!
- Paspoort kosten was eerst niet uniform in gemeente → regel was:
gemeente mag alleen de kosten van paspoort terugvragen → MAAR
verschillende manieren om kostprijs te berekenen!!! Slager en het mes:
slager gaat het mes zo gebruiken wat het meest voordelig voor hem is
- Prestatiecontract politie: uitwerking van systeem bleek te zijn dat agenten
zoveel mogelijke boetes gingen uitdelen
- Noord-Zuidlijn
, - Corona en tientallen actoren: als we niet opletten moeten artsen dadelijk
gaan kiezen wie ze als eerste helpen, corona gevallen of andere zieken? In
NL heel veel mensen die hun zegje willen, waardoor beleid vertraagd
wordt. Als we nou alleen ministerie van VWS hadden, dan was het veel
makkelijker geweest, maar OMT wil ook wat zeggen, andere ministeries
etc. → iedereen heeft eigen belangen en duwen/trekken mee →
uitkomsten die eigenlijk niemand wil
- Vestia = woningcorporatie → lange termijn leningen want een huis bezit
je vaak wel voor meer dan 5/10 jaar. Grote speler in kapitaalmarkt waar
veel veranderd (rente kan bijv. stijgen/dalen, om de 5 jaar wordt rente
herzien) → veel risico, dat kun je tegenwoordig afkopen met een
derivaat. Maar, Vestia ging derivaat afsluiten op leningen die ze niet
hadden, toen deed de rente iets wat niet verwacht werd en kwamen ze in
de penarie (ze hadden dus verwacht dat ze heel veel geld zouden krijgen
door rente en met dat geld gingen ze alvast derivaten afsluiten, dat andere
mensen recht hadden om dat geld van hun te kopen, maar toen kregen ze
dat geld ineens niet)
Derivaat = recht om iets te kopen/verkopen
Rode draad = altijd de vraag ‘hoe’ i.p.v. ‘waarom’
Wanneer hoort iets nou bij de publieke sector?
- Doel = niet op winst gericht, maar iets van algemeen welbevinden,
algemeen belang
- Bekostiging = niet marktgeoriënteerd, geen vergoeding die meer dan de
kosten dekt, alleen kosten dekkend!!!!!
- Aanzienlijk deel van de economie: 35-55% BBP loopt via de publieke
sector
Non-profit organization ≠ als profit organization die verlies maakt (plaatje 2
mannen die tegen elkaar zeggen: lets face it, were a non profit organization)
Non-profit: onderdelen:
1. Publiek georiënteerde organisaties: de traditionele overheid; publiekrecht
2. Organisaties die financieel heel erg afhankelijk zijn van de traditionele
overheid maar op allerlei verschillende manier georganiseerd kunnen
worden: middenveld → onderwijs, zorg, corporaties, openbaar vervoer:
soms via privaatrecht, soms via publiekrecht georganiseerd
3. Private organisaties die ook niet op winst zijn gericht, maar gericht op
leden, zoals kerken/nierstichting/vakbonden/goede doelen
,Afbakening
- Publieke sector = 1 + 2
- Non-profit = publieke sector + ledenorganisaties = 1 + 2 + 3
- In dit vak richten wij ons op de publieke sector, dus publiek
georiënteerde organisaties en het middenveld → ledenorganisaties
buiten beschouwing
Overheid: wie?
- Rijk, provincie, gemeente, waterschap
- Agentschap, B&L-dienst
- ZBO’s (KNMI, ziekenhuisdingen..)
- EU
- Gemeenschappelijke regelingen
Markt – publieke sector
- In de marktsector is beslissen, betalen en genieten in één hand → als ik
een pot pindakaas wil, koop ik m zelf, kan ik er vervolgens zelf mee
bepalen wat ik er mee doe
- In de publieke sector is die relatie doorgesneden, beslissen gebeurt in de
parlementen die we hebben (TK, GR, prov.), betalen doen wij als
belastingbetalers = de grote gemeenschap, en het genieten is afhankelijke
van wat het is, onderwijs wordt genoten door leerlingen, zorg wordt
genoten door zorgbehoevenden
Markt en efficiëntie (redenen voor de publieke sector om in te grijpen):
- Micro-economie: marktfalen
- Macro-economie: als we de markt aan zijn lot overlaten, dan gaat het over
de economische ontwikkelingen en krijg je recessies, etc. → bijvoorbeeld
dat de markt kan inzakken door corona, een virus dat we niet eens kunnen
zien maar alleen maar voelen, je MOET instrumenten gebruiken om de
gevolgen te beperken van het virus
- Zelfs als we micro én macro een efficiënte markt zouden hebben (is
eigenlijk al niet meer realistisch maar stel dat), dan nog komt er
regelmatig iets uit waarvan we met z’n allen vinden dat het niet
rechtvaardig is → we vinden dat de gezondheidszorg toegankelijk zou
moeten zijn als het gaat om de essentiële zorg van iedereen en dus ook
onafhankelijk van diegene zijn bankrekening, want bij een efficiënte
markt is een dure operatie niet toegankelijk voor een arm iemand
- Paternalisme: overheid weet het beter dan wij het zelf weten, ze hebben
de rol van een vader voor ons, publieke sector weet het beter
, Marktfalen:
- Marktmacht = welvaart gaat verloren door verschillende vormen markten
(denk aan monopolievorming → prijsmechanisme functioneert niet meer)
- Collectieve goederen = die dingen worden niet geleverd door de markt of
te weinig → bij collectieve goederen is voortbrenging via de markt
uitgesloten, omdat de opbrengsten aan iedereen te goede komen en het
gebruik door de een het gebruik door de ander niet uitsluit (bijv. dijken,
defensie).
- Externe effecten = zonder ingrijpen gaat dit niet goed (milieukosten etc.)
→ Dit zijn effecten waaraan kosten zijn verbonden waarvoor geen markt
bestaat (bijvoorbeeld milieuverontreiniging). Hierdoor is de prijs van
goederen of diensten zonder interventie te laag
- Asymmetrische informatie → Informatiescheefheid aan de kant van
vrager of aanbieder leidt tot opportunistisch gedrag of suboptimaal
keuzegedrag, waardoor de markt niet goed kan functioneren
Hoe wordt ingegrepen?
- Regelgeving (denk aan de avondklok die ze ons opleggen)
- Zelf produceren (geld, mogen wij zelf niet produceren)
- Uitbesteden (wegenbouwen)
- Financiële prikkels (via belastingen en subsidies oefent overheid invloed
uit)
- Overdrachten (uitkeringen/subsidies etc.)
- Overleg (NL=polderland dus daar zijn we goed in)
- Overreding (zwakke vorm van ingrijpen, is meer een poging, voorlichting
geven aan mensen wat je niet moet doen, bijv. bij roken)
Gaat niet altijd goed, ook de overheid kan falen = non-market failures (oftewel
budgetimperfecties):
- Output slecht gedefinieerd en moeilijk meetbaar, er moet iets aan het
probleem gedaan worden, maar wat precies en hoe uit te voeren?
- Kwaliteit moeilijk vast te stellen? Overheid doet veel aan dienstverlening
en dienstverlening is vaak moeilijk te peilen hoe goed het gaat
- Geen concurrentie, je kan gewoon door blijven gaan als het slecht gaat
- Geen criteria voor stopzetten beleid (‘bloempjes van Catharina’ = meisje
vond bloempje in haar paleistuin heel mooi en gaf opdracht om
schildwacht het bloempje te laten beschermen, jaren later stond de
schildwacht er nog steeds maar bloempje was waarschijnlijk al weg)
- Beloning voor formuleren probleem en ontwerpen oplossing → als
politicus maar heeft besloten om er wat aan te doen, is dat vaak al genoeg