Hoofdstuk 3| Parlementaire democratie
§1 Wat is democratie?
1.1 Wereld bedekt met staten
In 1648 werd de Vrede van Münster (Westfalen) gesloten. Doel: godsdiensttwisten en oorlogen voorkomen. Dit
kon alleen door staten soevereiniteit te geven.
Soevereiniteit: wanneer een staat op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en
het monopolie van geweldsuitoefening heeft.
Thomas Hobbes (17e-eeuwse filosoof) beschreef ook het belang van soevereiniteit. Hij zei dat burgers er belang
bij hebben om alle macht bij één soeverein onder te brengen. Volgens Hobbes is het verstandig zo’n soevereine
vorst te verwelkomen en te steunen, omdat een alternatief een oorlog van allen tegen allen zou zijn.
1.2 Het belang van politiek
Politiek: het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.
- Wat is de minimumleeftijd voor het drinken van alcohol?
- Moet Nederland troepen sturen naar Afghanistan?
De keuzes worden in algemeen geldende wetten vastgelegd en de wetten worden uitgevoerd door ‘dierbaren van de macht’, zoals ministers,
ambtenaren, politie en leger. De meeste onderwerpen waarmee de politiek zich bezighoudt, zijn van algemeen belang, omdat veel mensen ermee
te maken krijgen. Bij het onderwijs moet je bijvoorbeeld via de belasting aan mee betalen en in de toekomst wordt je geholpen door een arts die nu
wordt opgeleid.
Voorbeelden van thema’s:
● Openbare orde en veiligheid
● Infrastructuur
● Welvaart
● Welzijn
● Onderwijs
● Defensie
Er was wel een dilemma tussen efficiënt besturen en de maximale participatie: Wil je daadkrachtig besturen of de burger meer invloed geven in het
democratische besluitvormingsproces?
1.3 Democratie
De Griekse oudheid kent de eerste vorm van een directe democratie. Belangrijke beslissingen werden genomen op stadspleinen. In Nederland zie
je nog steeds een vorm van directe democratie.
De naam democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren)
Nederland kent een representatieve democratie.
Representatieve democratie: het volk kiest de volksvertegenwoordigers die met een zekere regelmaat bij de verkiezingen aan de bevolking
verantwoording moeten afleggen over hun beleid.
Deze vorm is praktischer dan directe democratie, want met een kleinere groep kom je sneller tot besluiten en er hoeft niet over elk onderwerp
gestemd te worden. Daarnaast controleren verschillende instituties elkaar.
Kenmerken democratie
● Er is individuele vrijheid (vrijheid van meningsuiting)
● Er gelden politieke grondrechten (kiesrecht en recht om een partij te beginnen)
● Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden (burgers mogen nooit zomaar worden aangehouden en geweld mag alleen in bepaalde
situaties worden toegepast)
● De rechtspraak is onafhankelijk (rechters staan los van parlement en regering en hoeven hun uitspraken daar niet te verantwoorden.
Politici en bestuurders moeten rechterlijke beslissingen respecteren)
● Er is sprake van persvrijheid.
● Minderheden worden beschermd.
Kenmerken parlementair stelsel
- Gekozen parlement is hoogste orgaan.
- Uitvoerende macht (minister & staatssecretaris) wordt gekozen door parlement en moet hieraan verantwoording afleggen.
- Staatshoofd is meestal niet gekozen en heeft beperkte macht.
Constitutionele monarchie: landen met een koning(in) als staatshoofd, wiens macht wordt beperkt door de grondwet.
Kenmerken presidentieel stelsel
- Volk kiest parlement en president.
- President heeft veel politieke macht.
- President is hoofd van de regering en kan ministers benoemen en ontslaan.
- Om macht te beperken heeft de president meestal niet het ontbindingsrecht: het recht om het parlement te ontbinden.
Parlementair stelsel: politiek systeem waarbij het parlement de hoogste macht heeft.
Presidentieel stelsel: in een presidentiële democratie kiest de bevolking het parlement en de president.
Democratie vastgelegd in de grondwet
De waarden vrijheid en gelijkheid laten zien hoe belangrijk een democratie is. Iedereen mag meedoen en je mag zelf bepalen op welke manier je
gebruik maakt van je politieke rechten. In de grondwet zie je dit terug in de volgende zaken:
● De taken en bevoegdheden van de drie machten staan nauwkeurig omschreven (niet minister en lid van de Raad tegelijk)
● Politieke grondrechten. Bijv. kiesrecht, recht om een politieke partij of vereniging te beginnen, recht om te demonstreren en recht op vrije
meningsuiting.
● Regels over politieke besluitvorming zijn vastgelegd (wetten worden vastgesteld door regering en Staten-Generaal)
● Media zijn vrij en de overheid moet ervoor zorgen dat ze over de juiste informatie beschikt.
1.4 Dictatuur
Niet elk land is strikt genomen een democratie of dictatuur. Dit heeft onder andere te maken met de mate waarin indoctrinatie plaatsvindt. Zo heeft
Rusland bijvoorbeeld zowel dictatoriale als democratische kenmerken, maar voert Noord-Korea een zeer sterk dictatoriaal regime.
1
, Dictatuur: bestuur waarin één persoon of een kleine groep mensen de macht heeft. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn niet van
elkaar gescheiden.
Indoctrinatie: het systematisch opdringen van ideeën.
Kenmerken dictatuur:
- Burgers hebben nauwelijks invloed op de politiek en kunnen hun rechten niet opeisen.
- Er is een beperkte individuele vrijheid (geen grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting of beperkt)
- Nauwelijks politieke vrijheid (politieke tegenstanders worden gevangen gezet, gemarteld of vermoord)
- Er is overheidsgeweld (machthebbers verdedigen hun macht met harde hand en politie heeft verregaande bevoegdheden)
- Geen onafhankelijke rechtspraak (rechters horen bij de machthebbers dus besluiten staan vast)
- De massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
Door het ontbreken van tegenmacht kunnen machthebbers snel besluiten nemen.
Vormen van dictatuur
1. Ideologische dictatuur: dictatuur gericht op het communistische gedachtegoed (Noord-Korea, China, Cuba en Oezbekistan)
2. Religieuze dictatuur (theocratie): dictatuur waarbij de godsdienst is verheven tot staatsideologie (Iran en Syrië)
3. Militaire dictatuur: dictatuur waarbij de macht duidelijk bij het leger ligt (Myanmar)
§2 Politieke stromingen
2.1 Wat is een ideologie?
Ideologie: een samenhangend geheel van de denkbeelden over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving.
Een ideologie heeft standpunten over:
- Normen en waarden die voor iedereen in de samenleving moeten gelden. Bij een ideologie met de waarde gelijkheid als uitgangspunt
past de norm dat rijken meer belasting moeten betalen dan mensen met een lager inkomen > verkleining inkomensverschillen.
- Sociaal-economische verhoudingen: de rechtvaardige verdeling van welvaart. Hierin onderscheiden linkse & rechtse ideologieën zich.
Politieke gedachtegoed over sociaal-economische verhoudingen.
● Politieke midden: een ideologie tussen rechts en links in.
Links: mensen voor een sterke, actieve overheid Rechts: mensen voor passieve overheid
Een sterke en actieve overheid op het gebied van economie, Passieve overheid: weinig bemoeienis van de overheid op sociaal-
uitkeringen, onderwijs en gezondheidszorg. economisch gebied.
Eerlijke verdeling van inkomen. Lage belastingen.
Een uitgebreide verzorgingsstaat. Mensen hebben eigen verantwoordelijkheid.
Gelijke kansen. Economische vrijheid.
2.2 De drie hoofdstromingen
Liberalisme (VVD, D66 & GroenLinks)
Liberalisme: politieke stroming die streeft naar zoveel mogelijk individuele vrijheid voor burgers en zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis.
- Belangrijke waarden: vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie.
- Ieder individu moet zich optimaal kunnen ontplooien: wat goed is voor het individu is goed voor de maatschappij.
Economische vrijheid: het recht om makkelijk een bedrijf te beginnen of een vereniging of stichting op te richten.
● Minder regels.
● Lagere belastingen.
● Vrijemarkteconomie: economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers.
Persoonlijke vrijheid: het recht om je eigen keuzes te maken en te beslissen over je eigen leven.
● Geloofs- en levensovertuiging.
● Homohuwelijk.
● Genotsmiddelen
● Euthanasie
Socialisme (PvdA, SP & GroenLinks)
Socialisme: politieke stroming die gelijkheid en gelijkwaardigheid centraal stelt.
- Belangrijke waarden: solidariteit en gelijkheid.
- Solidair: de sterkste schouders moeten de zwaarste last dragen.
● Ontstaan in de 19e eeuw als reactie op slechte werkomstandigheden.
● Communisten probeerden revoluties onder arbeiders te ontketenen.
● Eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht.
● Tegenwoordig sociaaldemocratie: vrijemarkteconomie is wenselijk, maar wel met een uitgebreide verzorgingsstaat.
● Partij is links, omdat ze voor een grote rol van de overheid zijn.
Confessionalisme (CDA, ChristenUnie & SGP)
Confessionalisme: stroming waarvan de aanhangers hun politieke en maatschappelijke opvattingen baseren op hun godsdienstige overtuiging.
- Belangrijke waarden: christelijk geloof > God heeft een bedoeling met de wereld en mensen moeten zich daarnaar richten.
- In het confessionalisme gaat men uit van een organische staatsopvatting: de samenleving is vergelijkbaar met een menselijk lichaam
waarin alle onderdelen onafhankelijk van elkaar zijn en ook alleen in onderlinge samenhang met elkaar kunnen functioneren.
Tegenwoordig: christendemocraten.
● Gespreide verantwoordelijkheid: mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar. Overheid heeft slechts aanvullende rol.
● Solidariteit “Naastenliefde”: zorg voor kwetsbaren in de samenleving; ook wel saamhorigheid.
● Rentmeesterschap: mens heeft de taak om goed voor de door God aan ons toevertrouwde aarde te zorgen.
○ Zorg voor de natuur en verzet tegen klonen en genetische manipulatie.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyfaassen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.