Wc1
Coccidia zijn een grote groep die wordt onderverdeeld in protozoa die een cyste in de intermediaire
gastheer vormen, en zij die dat niet doen.
De eimeria familie bevat soortspecifieke protozoa voor bijna alle gewervelden. De nestelen zich
hoofdzakelijk in het GI-tractus. De levenscyclus bestaat uit 3 fasen:
1. Schizogonie, aseksuele reproductie in de gastheer.
2. Gametogonie, seksuele replicatie waaruit ei-achtige oöcysten ontstaan.
3. Sporogonie, aseksuele deling in de oöcyste als deze al in de omgeving is uitgescheiden.
De bevruchte cel deelt zich in vier sporozoites tijdens de sporogonie. Hieruit ontstaat een oöcyste
met 4 sporocysten die elk 2 sporozoites bevat. De oöcyste is nu ‘gesporuleerd’.
a. Als de oöcyste wordt ingeslikt komen de
sporozoites vrij die elk een epitheelcel infecteren.
b. De parasiet groeit in de cel en deelt om
merozoites te vormen.
c. De gastheercel barst en de merozoites infecteren
andere epitheelcellen.
d. Vrouwelijke en mannelijke merozoites infecteren
cellen en doen aan gametogonie.
e. Een beschermende wand om de zygote vormt de
oöcyst, welke in het GI-tractus vrijkomt.
f. Deze oöcyst is niet infectieus tot deze is
gesporuleerd.
De eimeria coccidia worden onderverdeeld in twee klinische categoriën:
- De malabsorptie groep, alle levenscyclus-fasen vinden relatief oppervlakkig plaats. Hierdoor
wordt de darmwand oppervlakkig beschadigd, met alle gevolgen van dien,
- De hemorragische groep, deze graven zich dieper in in de cryptes, en veroorzaken
bloedingen bij het kapotgaan van de gastheercellen.
De weefselcyste-vormende coccidia bevatten toxoplasma, neospora, besnoitia, hammondia, en
frankelia. De complexiteit van de levenscycli varieert tussen deze coccidia, maar allen bevatten een
intermediaire gastheer en een uiteindelijke gastheer.
Neospora, met hoofdzakelijk N. caninum, is een weefselcyste-vormende coccidia. Infectie vindt ook
verticaal (moeder-kind) plaats, en de levenscyclus zelf lijkt sterk op die van T. gondii. Neosporose is
een van de grootste oorzaken van runder-abortus wereldwijd. Ook verticale verspreiding vindt plaats
binnen kuddes.
De tachyzoites die de placenta binnendringen kunnen op twee manieren ontstaan:
- Exogeen, recente ingestie van gesporuleerde oöcysten.
- Endogeen, door heractivatie van eerder opgelopen weefselcysten.
Horizontale infectie in honden vindt plaats door het eten van besmet rauw vlees. Vaak is de infectie
asymptomatisch, maar kan wel tot neurologische schade leiden in andere gevallen. Pups lopen de
infectie in dit geval in utero op.
De echinococcus familie is een kleine platworm van ongeveer 0,5 cm lang met een scolex en vaak
slechts 3 à 4 proglottiden. Er zijn twee grote soorten binnen deze familie: E. granulosus en E.
multilocularis.
,E. granulosus produceert een hydatide cyste, een vloeistof-gevulde blaas omgeven met een
membraan. Tussen de cyste en het fibrineuze exsudaat van de gastheer dat zich om de cyste vormt
zit een glycoproteïne netwerk dat het afweersysteem op afstand houdt.
De cystes ontwikkelen zich tot ‘brood capsules’ die losbreken en een sediment vormen. Elke brood
capsule bevat een protoscolex, waar een nieuwe worm uit kan groeien.
De alveolaire cyste van de E. multilocularis lijkt op de hydatid cyste, maar is complexer. De cystes
groeien kleine externe dochtercystes die afbreken en dit verderop weer doen. Deze proliferatie zet
zich voort in het gastheerweefsel waardoor een disfunctionele massa ontstaat.
De echinococcus heeft een typische cyclophyllideaanse levenscyclus.
Cysten ontstaan voornamelijk in de lever, longen, of in mindere maten andere locaties. Dit is
soortspecifiek.
Hondachtigen zijn over het algemeen de uiteindelijke gastheer, maar schapen, runderen, en paarden
kunnen de hydatide cystes ook dragen.
De echinococci hebben verschillende varianten die elk een eigen cyclus tussen verschillende
diersoorten heeft.
De volwassen worm van E. multilocularis wordt gedragen door honden, wasbeerhonden, en soms
katten. De voornaamste cyclus heeft echter de hond als uiteindelijke gastheer, en kleine knaagdieren
als intermediaire gastheer. Infectie hiermee is bijzonder gevaarlijk en vaak een dodelijke zoönose.
Tot wel 60% van de vossen in Europa dragen deze parasiet, peri-urbane vossen zijn dus het grootste
zoönotische gevaar voor de verspreiding van E. multilocularis.
Ascaridoidea zijn dikke wormen die in de dunne darm leven, en ergens tussen de 5 en 40 cm lang
worden. Elk vrouwtje kan honderden tot duizenden eieren per dag
produceren, die pas uitkomen nadat ze zijn ingeslikt door een
gastheer. Ascaridoidea hebben complexe levenscycli.
De ascaridia in gevogelte:
a. Volwassen vrouwelijke worm produceert veel eieren die in de
faeces terecht komen.
b. Een infectieuze larve ontwikkelt in elk ei.
c. Aardwormen kunnen de eieren en infectieuze larvae dragen,
en zijn dus intermediair gastheer.
d. De vogel eet of direct het ei, of een worm die geïnfecteerd is.
e. Het ei komt uit in de vogel en ontwikkelt zich tot een adult.
Nadat ze de uiteindelijke gastheer zijn binnengedrongen ondergaan
sommige soorten een uitgebreide weg door het lichaam, de
hepatotracheale migratie, voor ze zich nestelen in de dunne darm.
De parascaris is zo’n migrerende ascarid →
De meest complexe levenscycli omsluiten zowel de
‘somatische’ als de migrerende larvae.
Somatische larvae nestelen zich ergens in het
gastheerweefsel en stoppen met de ontwikkeling. De groei
en ontwikkeling gaat pas verder als de larve wordt
gereactiveerd.
,Tijdens deze gepauzeerde ontwikkeling zijn ze metabolisch echter wel actief en beïnvloeden ze de
afweerreacties van de gastheer.
Toxocara canis is een ascaridoidea. In T. canis vindt
hepatotracheale migratie plaats in pups, en somatische
infectie vindt plaats wanneer geëmbryoneerde eieren
worden ingeslikt door een paratenische gastheer of een
volwassen hond. Als T. canis wordt ingeslikt door een
andere diersoort verspreiden de larvae zich via de
circulatie en blijven ze in ontwikkelingspauze tot de
gastheer wordt opgegeten door een hondachtige.
De somatische larven in oudere honden wachten op de
reactivatie-stimulus die plaatsvindt als de hond zwanger
wordt. De pups worden geïnfecteerd in utero of via de
moedermelk.
De eitjes van ascariden zijn zeer resistent en lang
infectieus in de omgeving (tot 5 jaar). Horizontale
transmissie vindt over het algemeen plaats via de orale-
fecale route. Ascaridoidea infecties leiden tot immuniteit, maar deze komt zeer langzaam op gang.
Het aantal wormen in de gastheer neemt dus af met de tijd. Deze immuniteit is echter niet effectief
tegen somatische larvae.
Er zijn 3 belangrijke soorten: T. catis (katachtigen), T. canis (hondachtigen), en T. vitulorum (buffels
en runderen). T. canis en T. catis volwassen wormen groeien tot 10-18 cm, terwijl T. vitulorum 30 cm
kan bereiken.
Toxocara canis verspreidt zich in
alle pups als er geen behandeling
wordt ingezet.
Virulentie = maat voor de schade die een micro-organisme in de gastheer aanricht.
Prepatent periode = de tijd tussen de infectie en het verschijnen van de uitscheidingsproducten in
het lichaam.
Patent periode = de tijd waarin de parasiet in het lichaam kan worden aangetoond.
Incubatietijd = de tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste klinische symptomen van de
ziekte.
Tropisme = welke cellen/weefsels/organen een micro-organisme vooral affiniteit heeft.
Paratenische gastheer = de gastheer waarin de parasiet een ontwikkelingsstadium doormaakt; de
intermediaire gastheer. Deze is niet altijd essentieel voor de cyclus.
Pathogeniteit = de potentieel ziekte-veroorzakende capaciteit van ziekteverwekkers.
Eindgastheer = gastheer waarin de volwassen parasiet leeft.
, Neospora caninum
1. Geef aan:
a. Eindgastheer? Hond
b. Tussengastheer? Rund, schaap,
paard
c. Hoe lang is de prepatente
periode? 5-8 dagen na ingestie
van weefselcysten
d. Welk deel vindt plaats binnen
de gastheer en welk erbuiten:
i. Binnen: de rest.
ii. Buiten: ongesporuleerde oöcyste, gesporuleerde oöcyste.
2. Waar/bij wie in de cyclus vindt vermenigvuldiging van het agens plaats? In de hond
3. Waar/bij wie in de cyclus zorgt het agens voor ziekteverschijnselen? De koe of puppies
a. Hoe komen de verschijnselen tot stand? Tachyzoïeten gaan via de placenta naar de
foetus waarna een ziek kalf geboren kan worden, of het kalf kan aborteren/dood
geboren worden.
4. Welk organisme, dat vele overeenkomsten met neospora caninum bevat, kan in de
tussengastheer ook abortus veroorzaken? Wie is hier de eindgastheer?
Toxoplasma, de eindgastheer zijn katachtigen, en bijna alle warmbloedigen kunnen als
tussengastheer dienen.
Nematode (N), platyhelminthes (Pl), Protozoa (Pr)
Ja Nee Ja X
N
Ja Nee Nee X
N
Ja Ja Nee Nee Ja X
Pl
Ja Ja Nee Nee Ja X
Pl
Pr Ja Ja Nee Nee Ja X
T. Gondii
Ja Ja Nee Nee Ja X
Pr
Ja Ja Nee Ja Soms X
Pr
Ja Ja Nee Ja Soms X
Pr