Leerdoel Zorg op het operatiecomplex
1. Act. 1.1 – 1.2 Beschrijf wat de basiskwaliteiten, de bouwkundige en de
klimatologische eisen voor een operatieafdeling klasse 1 en 2 zijn op het
gebied van:
o Zone-indeling
o Structuur van de afdeling
o Sluizen
o Verkoeverkamer
o Ventilatie en klimaatregeling
Minimale grootte voor een operatiekamer is ten minste 36 m2.
Het operatiecomplex wordt onderverdeeld in zones. Het doel van deze zonering is om
ervoor te zorgen dat micro-organisme vanuit het ziekenhuis de operatieafdeling niet
weten te bereiken.
Zone A, steriel: de operatiekamers, de opdekruimtes en de steriele berging.
Zone B, schoon: de gang, opslagruimtes voor instrumentarium, medische
hulpmiddelen en apparatuur, de wasruimte en de koffiekamer.
Zone C, niet schoon: holding, recovery, de kleedruimte, goederensluizen, kantoren.
Zone D: de rest van het ziekenhuis.
De sluizen zorgen voor een geleidelijke overgang van de overdruk. Ze zorgen ervoor
dat de lucht stroomt van het schoonste gedeelte via steeds minder schone gedeelten
naar de rest van het ziekenhuis.
Een sluis bestaat uit twee deuren die niet tegelijk open gaan. Hiermee wordt het
overdruksysteem niet te veel belast. Wanneer alle deuren tegelijk openstaan valt de
druk weg en waait de overdruk naar binnen.
Er zijn 4 soorten sluizen:
Patiëntensluis: De holding is een patiëntensluis, patiënten komen van de
verpleegafdeling via de holding het operatiecomplex.
Schone goederensluis: Via de schone sluis komt het steriele/onsteriele materiaal het
operatiecomplex op.
Vuile goederensluis: Deze sluis grenst aan de ‘vuile’ gang, gang naar het ziekenhuis. Via
deze gang wordt afval en eventueel vuil instrumentarium weg gevoerd.
Personeelssluis: Personeel kleedkamer.
Operatieafdeling Operatieafdeling Zelfstandige
klasse 1 klasse 2 behandelkamer
Zone-indeling 3 zones 2 zones Geen zones
Structuur Afgesloten van het Afgesloten van het Niet afgesloten
ziekenhuis ziekenhuis van het ziekenhuis
Sluizen 4 soorten sluizen In ieder geval Geen sluis
personeelssluis
Verkoeverkamer Behoort bij zone C Moet dichtbij zijn Geen
verkoeverkamer
Ventilatiesysteem Niet-mengend Geen bijzondere Geen bijzondere
systeem luchtbehandeling luchtbehandeling
Ventilatievoud 20x 6x 6x
Filtering lucht Hepa-filter Hepa-filter Geen Hepa-filter
Drukhiërarchie Overdruk zone A Overdruk zone A Geen drukverschil
vs B vs C vs B
,Boven de operatietafel bevindt zich een groot inblaasplenum met een laminair
downflowsysteem. Ook het opdekken van de instrumententafels dient onder een
laminair downflowplenum te gebeuren.
Het luchtbehandeling systeem dient onafhankelijk te zijn van het ventilatiesysteem
van de rest van het ziekenhuis.
Luchtbehandeling in de operatiekamers zijn gebaseerd op twee verschillende
basisprincipes:
- Mengend luchtbehandelingssysteem
- Verdringend luchtbehandelingssysteem (UDF)
De ‘vieze’ lucht wordt verdund
met schone lucht. De ingeblazen
lucht heeft dezelfde kwaliteit als
de lucht op de operatiekamer
waardoor de micro-organisme
niet worden verdrongen door een
krachtige luchtstroom maar zorgt
ervoor dat de vervuilde lucht
wordt verdunt.
De lucht wordt via een
inblaasrooster de operatiekamer
ingeblazen.
Bij een Undirectional flow
systeem (UDF) wordt de ‘vieze’
lucht wel verdrongen door de
schone lucht.
De krachtige luchtstroom uit het
plenum zorgt voor bescherming
van het operatiegebied doordat
micro-organisme, vervuilde
omgevingslucht verdrongen
worden.
De lucht passeert verschillende
filters en de eind filter is het
HEPA-filter.
(High efficiency particulate air
filter)
2. Act. 1.4 Benoemt de aandachtspunten voor het op methodische wijze
bedrijfsklaar maken en beheren van een werkruimte t.a.v. first in first out, bij
het afvoeren van materialen en bij het scheiden van het afval:
o Bijzonder bedrijfsafval
o Specifieke ziekenhuis afval
o Geneesmiddelen afval
o Chemisch afval
o Glas afval
Met methodisch werken bedoelen we dat je werkt volgens een bepaalde methodiek.
,Doel:
- Zorgvuldig en efficiënt uitvoeren van taken
- De kans dat er taken worden vergeten vermindert
- Vaste evaluatiepunten in het proces
- Evalueren levert verbeterpunten op
Kenmerken van methodisch werken
- Doelgericht
- Systematisch
- Procesmatig
- Bewust
Probeer een standaard systematiek te ontwikkelen en zoveel mogelijk je handelingen
per onderdelen af te maken. Het is van belang dat je prioriteiten weet te stellen met
betrekking tot de verschillende handelingen die je veelal op hetzelfde moment moet
uitvoeren.
1. Voorbereiden/plannen
2. Uitvoeren
3. Controleren
4. Evalueren
Welk afval hoort thuis in het bedrijfsafval?
- Handschoenen
- Afdekmaterialen
- Afdekmaterialen met geabsorbeerd bloed
- Infuussystemen
- Lege flesjes desinfectans
- Lege infuuszakken
- Stomazakken
- Sondes
Welk afval hoort thuis in het specifiek ziekenhuisafval?
- Urinezak met 350 cc
- Redonsystemen
- Scherpe naalden
- Sputumpotten
- Bloedzakken
Welk afval hoort thuis in het geneesmiddelen afval?
- Spuiten met restant geneesmiddel
- Halve tabletten
- Zalftubes
- Infuuszakken met toegevoegd geneesmiddel
- Glazen flesjes met restant geneesmiddel
Klein gevaarlijk afval:
- Restanten desinfectiemiddelen
- Batterijen
Gesloten papierbak:
- Papier met patiëntengegevens
Papierbak:
- Papieren beschrijving implantaat
3. Act. 1.5 – 1.8 Legt in eigen woorden de ASA classificatie uit en past deze toe.
Naar aanleiding van de preoperatieve screening kan de operatiepatiënt in een ASA-
classificatie worden ingedeeld. ASA staat voor American Society of Anesthesiologisch.
Deze ASA-classificatie geeft een indicatie over de gezondheidstoestand van de
patiënt en loop van 1 t/m 5.
ASA 1: Gezonde patiënt
, ASA 2: Patiënt met lichte systematische afwijking zonder functiebeperking. Patiënt
heeft lichte systeemziekte die niet te maken heeft met de aandoening waarvoor de
patiënt geopereerd wordt.
ASA 3: Patiënt met een ernstige systematische afwijking zonder functiebeperking.
Patiënt heeft een vrij ernstige systeemziekte die de patiënt in normale activiteiten
belemmert.
ASA 4: Patiënt met een systeemziekte afwijking die constant levensgevaar oplevert.
Patiënt heeft een aandoening of systeemziekte in een vergevorderd stadium. Deze
vormt een voortdurende bedreiging en kan niet geheel of gedeeltelijk door een
operatie worden weggenomen.
ASA 5: Stervende patiënt die met of zonder operatie waarschijnlijk binnen 24 uur zal
overlijden. Deze patiënt is stervende en moet een operatie ondergaan als laatste
redmiddel. Bijvoorbeeld: gebarsten aneurysma, grote trauma.
4. Act. 1.5 – 1.8 Legt in eigen woorden uit wat algehele en regionale anesthesie
inhoudt en de verschillende regionale anesthesietechnieken, maakt hierbij
gebruik van de pijlers van de anesthesie.
Algehele anesthesie
Algehele anesthesie, ook wel narcose genoemd, is de vorm van anesthesie waarbij
de patiënt zijn bewustzijn verliest. Via het infuus worden anesthesiemiddelen
toegediend, waardoor de patiënt vrijwel direct in een diepe slaap valt.
Er wordt vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis in uw keel geplaatst,
dit gebeurt wel als de patiënt al onder narcose is gebracht.
Bijwerkingen of complicaties van algehele anesthesie:
- Schade aan de tanden: door het plaatsen van de beademingsbuis
- Reacties op medicijnen
- Bewust: in zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat
patiënten geluiden of de ingreep gedeeltelijk kunnen herinneren
- Keelpijn of heesheid: als gevolg van de beademingsbuis
- Misselijk: het komt regelmatig voor dat patiënten na een operatie
misselijk zijn en moeten overgeven. De anesthesioloog geeft, als dat
nodig is, medicijnen om dit te voorkomen of bestrijden
- Spierzwakte: heel zelden is er na een algehele anesthesie sprake van
gevoels- en/of krachtverlies van een arm of been. Meestal verdwijnen
deze klachten na korte tijd.
Regionale anesthesie
Bij regionale anesthesie wordt een deel van het lichaam of dieper gelegen deel van
het lichaam verdoofd. Het verdovende middel wordt rondom een zenuw gespoten
waardoor pijnprikken niet worden doorgegeven aan de hersenen en de patiënt dus
geen pijn voelt. Ook kan er een middel ter ontspanning worden gegeven. Deze vorm
van anesthesie is dus enkel mogelijk bij operaties op lichaamsdelen waarvan de
zenuw gemakkelijk te vinden en te bereiken is.
Bijwerkingen of complicaties van een ruggenprik:
Tijdens de ruggenprik
- Onvoldoende pijnstilling
- Lage bloeddruk
- Uitbreiding van de verdoving
Na de ruggenprik
- Moeilijkheden met plassen
- Misselijkheid
- Rugpijn
- Hoofdpijn
Mogelijke bijwerkingen en complicaties na plexusanesthesie van de arm
- Onvoldoende pijnstilling
Tintelingen na de operatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper danabrekelmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.