Operationeel:
In staat zijn om cognitieve operaties uit te voeren. Denken in relaties, als dit dan dat.
Pre-operationeel stadium (Piaget):
Ontwikkeling van taal en symbolisch denken; egocentrisch denken. Twee tot zeven jaar.
Concreet-operationeel stadium (Piaget):
De periode van cognitieve ontwikkeling tussen het zevende en het twaalfde levensjaar die
wordt gekenmerkt door het actieve en juiste gebruik van logica. Begrip van conservatie en
transformatie, vermogen tot reversibiliteit en decentreren.
Conservatie: Het snappen van een concept van dat een verschijningsvorm niet hetzelfde is
als hoeveelheid. Bijvoorbeeld dropveter lijkt meer, is niet meer. Hoeveelheden
Transformatie: Iets kan veranderen in iets anders maar het blijft hetzelfde. Rups kan vlinder
worden. Processen/verandering.
Decentreren:
Het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie. Het in
beschouwing nemen van contextfactoren.
Reversibiliteit:
Het vermogen een uitgevoerde handeling (in gedachten) weer terug te draaien.
Kind raakt in paniek omdat er een kaarsje uit de taart wordt gehaald, denkt dat de taart
verpest is; Kind in concreet-operationeel stadium beseft zich dat het kaarsje gewoon terug
gestopt kan worden in de taart.
Formeel operationeel stadium (Piaget):
Ontwikkeling van logisch en abstract denken. Vanaf twaalf jaar.
Taalontwikkeling in de basisschoolleeftijd:
Waarom belangrijk in deze periode? Omdat in deze periode de meeste ontwikkeling in de
hersenen plaatsvindt.
Technische taalontwikkeling:
- Woordenschat
- Grammatica
- Intonatie
- Wederkerigheid
Metalinguistisch bewustzijn
Taal en sociaalemotionele ontwikkeling:
- Taal en sociale relaties
- Taal en zelfbeheersing: Marshmellow experiment
Zelfbeheersing hangt samen met taal, je moet tegen jezelf kunnen zeggen dat je de
marshmellow niet moet eten omdat je erna twee krijgt. Het overtuigen van jezelf dmv taal.
,Herinnering:
Het proces waarmee informatie gecodeerd, opgeslagen en teruggehaald wordt.
Zone van naaste ontwikkeling (ZNO) (Vygotski):
Het niveau waarop een kind een taak bijna, maar nog niet helemaal zelfstandig kan
begrijpen of uitvoeren. Daarvoor is een competenter persoon nodig. Als kinderen juiste
instructie binnen ZNO krijgen aangeboden, kunnen zij hun inzicht vergroten en nieuwe taken
beheersen.
De zone van naaste ontwikkeling (ZNO) is het aanspreken van het kind op een niveau dat net
buiten bereik is van wat een kind op eigen kracht kan. Wat een kind zelfstandig kan, is de
actuele ontwikkeling. Waar een kind hulp bij nodig heeft, is de naaste ontwikkeling.
Model van geheugen van Atkinson en Shiffrin:
Sensorisch geheugen:
Kortetermijngeheugen/werkgeheugen:
Langetermijngeheugen:
Geheugenstrategieën:
Herhaling:
Consistente herhaling van de informatie die iemand wilt onthouden.
Organisatie:
Het in categorieën onderbrengen van materiaal, zoals kustprovincies of soorten voedsel.
Cognitieve elaboratie:
Onthouden door verbanden te leggen.
Mindmap:
Diagram waarin een centraal thema omgeving wordt door gerelateerde onderwerpen en sub
onderwerpen.
Sleutelwoordstrategie:
Hierbij wordt een woord gekoppeld aan het een ander woord dat hetzelfde klinkt. Bij het
leren van woorden in een vreemde taal vormt een vreemd woord dus een paar met een
Nederlands wordt dat hetzelfde klinkt.
Metalinguïstisch bewustzijn: !!
Het begrijpen van het eigen taalgebruik. Het besef dat taal ook maar een middel is, en dat
het soms afhankelijk is van hoe je het zegt.
Tweetaligheid:
Het vermogen om twee talen te spreken.
Effecten meertaligheid:
- Meer linguïstische mogelijkheden.
- Meta linguïstisch bewustzijn.
- Creativiteit en veelzijdige probleemoplossing.
- Meer (verschillende) hersenactiviteit.
IQ:
Intelligentiequotiënt. Een score die de verhouding uitdrukt tussen iemands mentale leeftijd
en zijn kalenderleeftijd.
, De test van Binet.
Emotionele intelligentie:
De capaciteiten en vaardigheden die ten grondslag liggen aan het op de juiste manier
inschatten, evalueren, uitdrukken en reguleren van emoties.
Meervoudige intelligenties (Gardner):
Triarchische theorie van intelligentie:
De opvatting dat intelligentie bestaat uit drie elementen van informatieverwerking: het
analytische element, het creatieve element en het praktische element.
Als zij een probleem tegenkomen, gaan ze eerst analyseren, creatieve oplossingen vinden en
dingen in context kunnen plaatsen.
Multicultureel onderwijs:
Vorm van onderwijs bedoeld om leerlingen uit minderheidsgroepen te helpen met
competenties te ontwikkelen in de cultuur van de meerderheidsgroep, en er tegelijkertijd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ALom2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,39. Je zit daarna nergens aan vast.