100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Transcript hoorcolleges arbeidsrecht in sociaaleconomisch context €7,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Transcript hoorcolleges arbeidsrecht in sociaaleconomisch context

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat alle hoorcolleges van de cursus 'Arbeidsrecht in sociaaleconomisch context' (transcript)

Voorbeeld 4 van de 122  pagina's

  • 31 januari 2022
  • 122
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Geen idee
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
kellybennik
ARBEIDSRECHT IN SOCIAALECONOMISCH CONTEXT
HC 1 – INLEIDING ASEC

Agenda vandaag
 Inleiding cursus – inhoudelijk
 Pensioen: een actueel onderwerp
 Arbeidsrecht in ‘sociaal-economische context’
 Historische ontwikkeling naar recht op pensioen
 Overzicht huidige pensioenproblematiek

INLEIDING CURSUS – INHOUDELIJK
Overzicht cursus
1. Inleiding & overzicht
2. AOW 1
3. AOW 2
4. Uitvoering/bestuur
5. Financiering/kosten
6. Beleggingsbeleid
7. Grondslag pensioenregeling/pensioenbreuk
8. Dekkingsgraad/rente/kortingen
9. Nieuwe pensioenstelsel
10. Responsiecollege (ong. 2 maart) > vragenuur
11. Tentamen (2/3 van het cijfer) > midterm
12. Paperdeel 2-3 colleges (1/3 van het cijfer)

Syllabus staan de wetteksten in die mag je meenemen naar het tentamen.

We gaan het hebben over pensioen, waarom pensioen? Omdat pensioen bij uitstek een onderwerp is
wat de afgelopen 10-15 jaar heel erg over de grenzen van veel disciplines heen in de belangstelling
staat: daarmee bedoeld docent > niet alleen in het recht, er zijn steeds in ieder geval plannen om het
PR te veranderen. Vooral ook vanuit het sociologisch-economisch perspectief. Vanuit die andere
invalshoeken dat is eigenlijk over het algemeen zo > wordt een soort van verandering aangedreven
en die werk van vervolgens door in het recht. We zouden ook het ontslagrecht kunnen nemen, maar
omdat pensioen in de meeste andere arbeidsrechtelijke vakken niet of nauwelijks aan bod komt is het
wel goed om dit te behandelen. Ook omdat er in de praktijk heel veel vraag is naar pensioenrecht
advocatuur en andere functies. Er gaat in de komende jaren iets veranderen en bovendien we zitten
met vergrijzing. Dat is een van de oorzaken waarom dit zo’n belangrijk thema is.

PENSIOEN: EEN ACTUEEL ONDERWERP
Ter info: waarom staat het pensioen zo in de belangstelling? Omdat die vergrijzing die eigen goed
nieuws is. Wie het nieuws volgt over het enge virus in China bijv. of naar andere landen kijkt. In Azië is
de gemiddelde leeftijd heel erg laag, heel veel jongen mensen vergeleken met hier. Eigenlijk is dat
heel goed nieuws want dat betekend dat we heel veel kans hebben, dat we best wel oud worden.
Voor vrouwen is de gemiddelde leeftijd al richting de 90 jaar en voor mannen is het ook al boven de
80 jaar. Dus de meeste van ons, in ieder geval gemiddeld, hebben goede vooruitzichten. Maar dat
heeft een keerzijde. En die keerzijde vertaalt die o.a. in de kosten die de vergrijzing volgens een
heleboel mensen die daar in gespecialiseerd zijn, dat te berekenen. Het is natuurlijk wel een soort van
voorspelling niemand weet het zeker. Die kosten die met die vergrijzing gepaard gaan. Want het is
niet zo, zeggen ook medici, elk jaar dat je ouder wordt gaat niet gelijk op met elk jaar dat je gezond
ouder wordt. Dus er wordt nog steeds gezegd door mensen die in de medici kant zijn gespecialiseerd
dat je gezonde levensjaren achterlopen bij dus die levensverwachting. Dat betekent dat rond

,68/69/70 heel veel mensen toch wel iets van een beperking hebben. Toch wel iets chronisch kwaal
hebben of erger. Wat dus betekent als we kijken naar het onderwerp van het arbeidsrecht dat je niet
per definitie steeds langer door kan werken, in ieder geval niet op hetzelfde tempo.

Dat is er ook de ontgroening. Dat is ook een belangrijke factor. Want behalve dat mensen steeds
ouder worden, worden er in verhouding steeds minder kinderen geboren. Het zijn eigenlijk twee
verschillende dingen. De vergrijzing en de ontgroening, die werken qua kosten verkeerd op elkaar in,
maar je zou je kunnen voorstellen dat je niet een ontgroening had terwijl er wel een vergrijzing is. Dat
er nog steeds genoeg kinderen worden geboren, naast het feit dat mensen steeds ouder worden. Dat
is dus niet zo. Naar mate de samenleving welvarender worden, is er een afname van het aantal
kinderen. Waarom is dat? Dat is een wetmatigheid, dat je zie je overal. Dus ook bijv. China, maar dat
is een geval apart want daar hebben ze heel lang gehad dat je maar 1 kind mocht krijgen, maar dat is
een land die zou veel inwoners heeft dat ze andere problematiek hebben. Maar over het algemeen
wordt dat niet opgelegd de hoeveelheid kinderen dat je mag krijgen of mag krijgen. En toch neemt
het aantal kinderen af als landen welvarender worden. Waarom? Vroeger was je pensioen je
kinderen. Het is traditioneel zo, en nog steeds voor een groot deel > ouders die zijn
verantwoordelijk voor de zorg van hun kinderen, zeker de minderjarige kinderen dat is ook in het
Burgerlijke recht zo vastgelegd. Maar dat keert om, op het moment dat die ouders ouder worden.
Dan is het over het algemeen zo dat de kinderen de ouders onderhouden als de ouders niet genoeg
geld hebben of anderszins hulpbehoeven zijn. Dat is die functie die kinderen voor de ouders hebben
als die ouders ouder worden, die is eigenlijk overgenomen van West-Europa en groot deel van de VS
door de welvaartstaat. Want je hebt nu zo’n AOW en je hebt een goed zorgstelsel, je hebt
verpleeghuizen (ook al is dat minder geworden de afgelopen 10 jaar) het werd steeds minder nodig
dat ouders, grootouders, om dichtbij hun kinderen (en familie) te wonen.

ZIJN KINDEREN SLECHTER AF DAN HUN (GROOT)OUDERS?
En toch is het nu door die ontgroening en vergrijzing samen, komt de hele tijd de vraag naar boven:
‘Zijn kinderen (wij, onze generatie, maar ook de generatie die nu nog in de schoolbanken zit) slechter
af dan hun (groot)ouders ‘, als het gaat om de welvaart. Hoe ga je, als je ervan uit gaan dat je zo
gezegend bent dat je ooit gepensioneerd raakt. Hoe gaat het gemiddeld met onze generatie en de
generatie eronder? Daar is voor zorg over. Deze vraag werd gesteld inmiddels 2 jaar geleden, maar
vorige week stond er ook iets over in de krant. De vraag die gesteld werd: hoe gaat het met u en hoe
denkt u dat het gaat met uw kinderen. 85% zei prima, 35% zei dat ze alle vertrouwen in hadden dat
het goed zou gaan met de economisch situatie van hun kinderen, dat is een aanzienlijk verschil. De
angst die is er dus zelfs in economische goede tijden, zoals nu. Dat zegt wel iets en dat heeft direct te
maken met de hervormingen die eraan komen van het pensioenstelsel maar natuurlijk ook de
flexibilisering van de arbeid. = Minder vaste contracten, heel veel kleine baantjes. Er is net een
rapport verschenen, wat ook heel erg past in de thematiek past van dit vak, maar dan op een breder
onderwerp: namelijk de hele markt. Rapport van de commissie worstlap: het gaat over de verhouding
tussen flexibel werk (met weinig zekerheid) en dus vast werkt. En laat zien dat Nederland door is
geschoten in de flexibilisering en dat met name jongeren daar de prijs voor betalen. Dat komt samen
in de verwachting van mensen wat dan in een onderzoek als er puur wordt gevraagd naar
verwachtingen, tot uiting komt. Zo’n verwachtingenonderzoek is typisch sociologie. Sociologie is het
andere wetenschapsgebied waar we hier deel van gebruik maken, in dit vak dat kijkt naar de
werkelijkheid. Dat probeert te achterhalen, wat denken en vinden mensen en ook hoe is hun situatie
feitelijk. Soms met bepaalde technieken kun je proberen om de echte realiteit naar boven te krijgen,
maar vaak zijn het ook meningen van mensen. Dus dit is een perceptie, het wil niet zeggen dat het
werkelijk blijkt over 20/30 jaar (wat we ook hopen van niet) dat het slechter zou gaan met onze
generatie (en jongeren generatie).

Er zijn veel onzekere factoren. Bijv. in de jaren 80 was er een generatie die hele lange tijd werkloos
was. Toen dachten men dat gaan ze nooit meer inhalen, maar dat zijn voor een groot deel onze

,ouders. Die hebt het uiteindelijk economisch goed gedaan hebben. De perceptie van toen was ook
heel somber en die is totaal niet uitgekomen.
Jongeren zijn het optimistisch. Mensen in mid life (als ze 50 jaar zijn) het meest somber. Daarna
worden mensen weer positiever, dat kan zijn door een positief pensioenstelsel. Er is een soort dip
tijdens de mid life. Dat werkt door in Nederland, de gemiddelde leeftijd in NL is nu 42 jaar. In 1950:
toen het pensioenstelsel werd opgebouwd was de gemiddelde leeftijd 30 jaar. Het schijnt tot 2050
dat de stijging van de gemiddelde leeftijd omhoog gaat tot 45 jaar. Daarna wordt het minder (dat is
de verwachting). Dus in 100 jaar 15 jaar hoger. De vergrijzing en ontgroening tot dan (nog30 jaar
langer dan nu) voorzet. We zitten midden in de problematiek van het pensioenstelsel, vandaar dat er
nu zoveel gaande is.

Het is begonnen over het pensioenstelsel en dat het niet houdbaar is zoals het er nu uitziet. Er gaat
relatief veel tijd overheen. Net zoals het rapport wat hiervoor genoemd is met dat verhaal over
flexibilisering, daar zijn al 50 jaar geluiden over. Dat zie je ook bij het pensioenstelsel. In 2004 is de
eerste maatregel genomen. We zijn nu 15 jaar verder. Er is een akkoord, sinds de zomer 2019. Dat
het pensioenstelsel ook echt gewijzigd gaat worden.

EIND VUT KOST BIJNA 4 MILJARD MEER DAN BEGROOT (2016)
Waar is het mee begonnen. Vut = vroegtijdige uittreding. De Vut was heel normaal. Je ging dat dat op
je 57/58ste jaar uit de arbeidsmarkt > met vervroegt pensioen gingen, dat was toen heel gebruikelijk.
Dat was zo midden jaren 90. In die tijd was het nog het staartje van de hoge werkloosheid uit de
jaren 80. Het was ook ooit bedacht met een goede reden, in het licht van toen. Dat de jongeren meer
kans hadden op een baan. Had men deze vroegtijdig uitdiensttreding bedacht. Op een gegeven
moment wordt dat ervaren als een verworven recht. En bleek dat vanaf het begin van deze eeuw dat
de situatie anders werd, er werd steeds meer economisch onderzoek gedaan dat die kosten de pan uit
zouden reizen. En ook dat we, omdat dus de economie zich heel anders ontwikkelde dan in de jaren
80 dat we steeds meer mensen nodig hebben om het werk te doen. Door de vergrijzing en de
ontgroening samen is er niet alleen een probleem met de houdbaarheid van het pensioen, maar heb
je ook steeds meer mensen nodig die blijven doorwerken als je de economie draaiende wil houden.
Ook dat is ook iets wat op elkaar in werkt. Er is nu veel grote vraag naar werkende, dan vroeger, ten
opzichte van de mensen die het werk kunnen doen. Door die ontgroening en vergrijzing waarbij je
nog vervroegd met pensioen kon had je minder arbeidsaanbod, minder werkende op de markt. 1 van
de manieren om dat te veranderen is de vervroegde uittreding regelingen af te schaffen. Twee vliegen
in 1 klap: minder duur (minder kosten) voor de collectieve pot en meer mensen die aan het werk
kunnen. Waardoor je de vacatures kan vullen. En dan zie je dus hoelang dat duurt voordat in het
recht dat zich vertaald. Een recht kan je niet zomaar afschaffen daarvoor heb je, zeker als het een
geldwaarde vertegenwoordigd (zoals bij sociaal zekerheid of ander soorten uitkering), moet je daar
de verwachtingen van manage. Zorgen dat er een correcte overgangsregeling is.

Bij de Vut ging het om regelingen die niet zo zeer door de wetgever waren bedacht, maar door de
sociale partners (= partijen die met elkaar cao’s overeenkomen. Aan de kant van WG en WN zijn er
onderhandelaars die cao’s sluiten. WN kant zijn de vakbonden en WG zijn vaak de
werkgeversorganisaties en die noemen we de sociale partners. We gaan ervanuit (poldermodel) dat
ze on speaking turms zijn. Dat die WG en WN-kapitaal vs arbeid, we gaan ervanuit dat die met elkaar
kunnen onderhandelen en eruit komen.). De Vut-regeling was het resultaat van onderhandelingen
tussen sociale partners en werden vastgelegd in cao’s. Vervolgens duur het een tijd voor zo’n regeling
afloopt. Wat gebeurt er dan? De regering die zegt ‘dit willen we niet meer’, dat duurt ook een tijdje.
Dat moet door het parlement komen, vervolgens moeten ze (er zit een fiscale kant aan het
pensioenstelsel) wordt het fiscaal minder aantrekkelijk gemaakt voor WG om een vut regeling in
stand te houden. En dat leidt ertoe dat bij cao-onderhandelingen dit soort regelingen worden
afgeschaft, geleidelijk aan. Dat heeft geduurd tot begin 2016. In 2004 besloten, 12 jaar later is de
laatste persoon met de vut gegaan die ooit met de vut kon gaan. En die kosten waren geraamd op

, ongeveer 11 miljard, uiteindelijk bleken ze 16 miljard te zijn, dat is een giganisch bedrag. En dit is dan
nog een beperkte regeling, als je het vergelijkt met dat je vanaf je 65 (wat de normale
pensioenleeftijd was langere tijd) tot 85 jaar of ouder (dus meer dan 20 jaar soms) moet kunnen
blijven leven van het opgebouwde pensioen. Als je dat keer miljoen gepensioneerde doet, dan komen
we op een veel groter bedrag uit dan die 16 miljard. De vut was een overbrugging van de tijd dat je
nog had voor je met pensioen ging, dus dat was hooguit een periode van 8 jaar, gemiddeld. Als je dan
over die 20 jaar denkt (dat je van je pensioen kan genieten) kun je zien hoeveel miljarden daar voor
nodig zijn.

In januari komen de cijfers van de pensioenfondsen uit. Er zijn pensioenfondsen waar premies worden
ingelegd door werkende en er komt dus een hele pot met geld. En die pot met geld wordt belegd. En
ook wordt ervan gespaard. De rente is op dit moment laag, maar toch gaat de belegging goed.
Omdat er zorg is wordt de pensioen van gepensioneerde niet geïndexeerd (= niet meegroeit die
uitkering met bijv. de loonsverhoging) waardoor ze per saldo als prijzen wel omhoog gaan ze minder
te besteden hebben. En dat voelt onrechtvaardig, omdat je A) steeds premie hebt ingelegd als ooit
werkende. B) het is gek nieuws als blijkt dat steeds meer geld in die pot zit omdat die beleggingen zo
goed gaan.

Het ene perspectief is: er is niet genoeg geld meer in de pot over de aantal jaren, dus we moeten de
regelingen versoberen, wat begonnen is met de vut. En het andere perspectief is het is maar de vraag
of de voorspellingen kloppen. Is het niet zo dat de pensioenfondsen gedwongen worden door het
pensioenrecht om veel te lagen rendementen te rekenen waardoor ze steeds maar niet de uitkeringen
kunnen ophogen terwijl, waarschijnlijk, over een aantal jaren blijkt dat er meer dan genoeg geld in de
pot zit en daar hebben huidige gepensioneerde naar verhouding te weinig van geprofiteerd. Dat
geluid komt ook steeds weer terug. Er blijft een soort frictie. Dat is kenmerkt voor de economische
wetenschap die steeds maar weer probeert te berekenen hoeveel er ergens voor nodig is, daarvoor
hebben ze prognoses en die prognoses kunnen anders uitpakken dan men 10 jaar eerder dacht. Dat
gebeurt over het algemeen ook, je kunt moeilijk in de glazen bol kijken.

ARBEIDSRECHT IN ‘SOCIAAL-ECONOMISCHE CONTEXT’

VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN OP ARBEID
Het gaat vaak om een multi disciplinaire perspectief. Het beleid, het is handig als je juridische kennis
hebt, maar het beleid wordt vaak aangepast (en dus ook het recht) naar aanleiding van sociale-
economische ontwikkelingen.
 Recht: de arbeidsovereenkomst, individueel en collectief, twee (of drie) partijen > het recht
zegt altijd iets over het perspectief.
o Hoe kijken juristen bijvoorbeeld naar het arbeidsrecht, hoe is dat anders dan een
sociaal of econoom kijkt naar arbeid. Juristen kijken vooral naar de regels: opereer je
er net binnen of er net buiten. En ook als werkgever: hoe ver kan ik gaan en toch nog
binnen de regels te blijven. Als je bijv. op een beleidsfunctie zou zitten hoe kijkt een
jurist: je hebt het recht zoals het is (positief recht), waar zijn juristen nog meer mee
bezig: hoe het moet zijn. Dus je hebt zowel de blik van positief recht (hoe zit het, hoe
is het geldend recht). En in heel veel beroepen zoals advocatuur vertel je aan je cliënt
binnen het recht kijkend naar de rechtspraak kan ik dit en dit voor je beteken en dit
en dit is bijvoorbeeld jouw situatie als het gaat om een dreigend ontslag. Maar dat is
iets anders dan dat je zegt eigenlijk klopt het niet bijv. al die mogelijkheden om
mensen snel te ontslaan of 0-uren contracten dan kijk je normatief zeggen we dan.
Dan kijk je met je normatieve blik en dat is heel anders dan bij de andere twee
wetenschappen. Die daar geen uitspraak over doen. Ze zeggen rechten is eigenlijk
een opiniërende wetenschap. Argumenten die tegenover elkaar gesteld worden en
dan komen we op een gegeven moment, als die argumenten overtuigend zijn,

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellybennik. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62491 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99
  • (0)
  Kopen