Inhoudsopgave
Algemene regels.....................................................................................................................................2
Stephen Toulmin model.........................................................................................................................2
Steekproeven.........................................................................................................................................2
Representativiteit...................................................................................................................................3
Missing data...........................................................................................................................................4
Factoranalyse.........................................................................................................................................5
Betrouwbaarheidsanalyse......................................................................................................................8
ANOVA – Eenweg...................................................................................................................................9
ANOVA – Tweeweg...............................................................................................................................13
ANCOVA................................................................................................................................................14
MANOVA..............................................................................................................................................15
Regressieanalyse..................................................................................................................................17
Regressie..........................................................................................................................................17
Dummy model......................................................................................................................................19
Het interactiemodel – moderator.........................................................................................................20
Mediatiemodel – mediator...................................................................................................................22
Logistische regressie.............................................................................................................................24
1
,Validiteit= wordt er daadwerkelijk gemeten wat je wilde meten
Externe validiteit= mate van generaliseerbaarheid
Interne validiteit= wat er gemeten wat je wilde meten
Betrouwbaarheid= heb je bij herhaling dezelfde resultaten
Algemene regels
P>0,05 niet significantH0 niet verwerpen, dus accepteren
P<0,05 significantH0 verwerpen, dus H1 accepteren
Altijd alfa van 0,05 behalve bij representativiteit dan alfa van 0,30!
APA regel voor significantieniveau:
a. p<.05, p<.01, p<.001 of P=…
b. Stel p=0.03 dan p< 0.05, stel p= 0.004 dan p<0.01, stel p= 0.000 dan p<0.001, Als p niet
significant is dan schrijf je het op! Bv p=0,69
Between groups df+1= aantal groepen (dus df=aantal groepen -1)
Je kijkt naar de beta om te weten welke variabele de hoogste invloed heeft op de dependent
variabele, hoe dichter bij 1 hoe beter!! Je interpreteert de effecten alleen als deze significant zijn
Je kijkt naar de B=coëfficiënt=effect als je wilt weten hoeveel de afhankelijke variabele verandert als je
een andere waarde neemt voor X dan kijk je naar de B
Wanneer in regressieanalyse de variantie van de residuen gelijkmatig verdeeld blijkt te zijn over
waarden van de onafhankelijke variabele(n), dan zijn de data: homoscedastisch
Type 1 fout= verwerpt H0, maar eigenlijk was deze waar. Hebt dus H0 ten onrechte verworpen.
Type 2 fout= Vergeet H0 te verwerpen en nemen hem dus ten onrechte aan.
Onafhankelijke Afhankelijke
variabele variabele
Stephen Toulmin model
Conclusie: kies je standpunt (iets is representatief, aan assumptie is voldaan, kan vaak met ja/nee
beantwoord worden) inhoudelijk conclusie
Gegevens: gegevens waarop je je antwoord baseert. Wees compleet: noem de tabel waaruit je de
gegevens haalt en cijfers die relevant zijn. Als je hypothesen gebruikt noem je de H0 en H1. Bij deze
stap geef je alle informatie (statistische resultaten, alpha type onderzoeksvraag, meetniveaus).
Resultaat analyse
Rechtvaardiging: welke algemene regels zijn hier van toepassing? Bv p< alpha dus H0 verwerpen
statistische conclusie
Steekproeven
-Steekproef gebruiken het is onmogelijk om alle gegevens van de populatie te verzamelen
-Representativiteit
-Missing data
Selecte steekproeven
Convenience steekproef wat je tot je beschikking hebt
Judgemental sampling alleen bepaalde mensen (bv >18 jaar)
Quota sampling op basis van een quotum (bv 50/50)
Snowball sampling via een persoon andere personen genereren
Aselecte steekproeven = random
Aselect loten op toevalsbasis
Systematische steekproef met aselect begin getal (3-13-23)
Gestratificeerde steekproef binnen groepen een steekproef
Clustersteekproef selecteer een beperkt aantal en onderzoek iedereen
2
, Representativiteit
Alfa van 0,30!!
Het is representatief als populatie dezelfde kenmerken heeft als de steekproef
Testen representativiteit van een steekproef wil dat de groep respondenten overeenkomt met de
samenstelling van de gehele populatie (externe validiteit)
H0: verdeling in de steekproef = steekproef in de populatie
H1: verdeling in de steekproef ≠ steekproef in de populatie
Hoe testen:
Nominaal/ordinaal Chi-kwadraat toets (X2 )
Interval/ratio T-toets/Z-toets
P/ χ2-toets gevonden p-waarden < 0,30 H0 verwerpen niet representatief
Wilt dus juist H0 accepteren en dus p > 0,30
Manier van opschrijven
χ2 = (DF, N = …) = (Chi-square); P = 0.059)
bijvoorbeeld χ2 = (1, N = 775) = 3.56; P = 0.059)
Reden alfa van 0,30 wil juist dat H0 wel waar is. Wil niet te snel H0 behouden, terwijl deze eigenlijk niet waar
is. Dus je wilt de kans op Type II fout (H0 wordt geaccepteerd terwijl deze onjuist is) minimaliseren.
Kans op Type II fout hangt af van gestelde alfa. Hoe hoger de alfa, hoe lager de beta. Om die reden gekozen
voor alfa van 0,30 ipv 0,05.
Type 1 fout= verwerpt H0, maar eigenlijk was deze waar. Hebt dus H0 ten onrechte verworpen.
Type 2 fout= Vergeet H0 te verwerpen en nemen hem dus ten onrechte aan.
3