Samenvatting Netwerken en internet forensics
HC 4.1 Networking
Lesdoelen:
• Netwerk componenten van de network edge benoemen
• Netwerk componenten zoals routers van de network core benoemen
• Verschillende vormen van digitale communicatie vormen benoemen
• Omschrijven wat het Internet is
• Omschrijven wat een protocol betekent voor digitale communicatie
• Uitleggen waarom subnetten belangrijk zijn
• Onderscheid maken tussen private & publieke ip-adressen
• De lagen van het OSI & TCP/IP model benoemen
Internet
Internet: Het internet is een netwerk van netwerken. Oftewel alle lokale netwerken en losse
computers onderling met elkaar verbonden, met draden of draadloos. Bv. verbonden door ISP’s.
Internet is een infrastructuur die diensten verleent aan toepassingen zoals: web, streaming van
videos, e-mail, games, telecommunicatie.
ISP: internet service provider: een organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet.
Dit kan de verbinding van een gebruiker zijn of de diensten die de gebruiker via het internet kan
gebruiken.
- Devices: apparaten
- Hosts: eigenaar of eind systeem, apparaat dat met een ander apparaat kan communiceren,
hiervoor is een IP adres nodig
- Packet switches: pakket schakelaars, pakketjes met stukjes gegevens doorsturen bv. routers/
schakelaars
- Communication links: communicatie lijn bv. vezel/koper/radio/satelliet/ bandbreedte
- Networks: netwerk, een verzameling van apparaten, routers, links beheerd door een
organisatie
- Routers: vertaal een private IP in een public IP en andersom
Protocol
Protocol: een stelsel van afspraken of een voorschrift van hoe iets gedaan moet worden. Regels voor
het het verzenden en ontvangen van specifieke berichten of andere dingen. Protocollen definiëren
de indeling van de volgorde van verzonden en ontvangen berichten tussen netwerkentiteiten en
maatregelen die zijn genomen tijdens de berichtoverdracht. Alle communicatie activiteiten op
internet zijn beheerst door protocollen.
- Bv. HTTP (Web), streaming video, Skype, TCP, IP, WiFi, 4G, Ethernet
HTTP: hypertext transfer protocol, wordt gebruikt om websites te kunnen bekijken en zorgt voor de
communicatie tussen browser en server. HTTP is een onveilig protocol.
,TCP: transmission control protocol, wordt het meest gebruikt als je bijvoorbeeld vanaf je eigen
computer op een link op een webpagina klikt, dan stuurt je browser TCP packets over het internet
naar de server die de website host, en de betreffende server stuurt TCP packets terug. TCP wordt ook
gebruikt voor het downloaden en het niet live streamen van videos. TCP verkeer is dus
tweerichtingsverkeer waarbij voornamelijk de foutloze overdracht centraal staat transport
IP: internet protocol, wordt gebruikt om gegevens via internet van de verzender naar de ontvanger
te transporteren. Met een IP-adres zijn computers, smartphones, routers, printers en ander
apparatuur zichtbaar voor andere computers op het internet.
WiFi: een manier om toegang tot het internet te krijgen. Het is een technologie die het mogelijk
maakt om apparaten met elkaar te verbinden via een draadloos netwerk. In plaats van een kabel,
maakt wifi gebruik van radiogolven om met hoge snelheden gegevens te kunnen ontvangen en
versturen.
ARP: address resolution protocol
internet standards
- RFC: request for comments
- IETF: internet engineering task force
Network edge
Host bevat clients and servers. De servers vaak in datacenters
Access networks, physical media:
Wired (kabel), wireless (draadloos) communication links
Network core:
, Interconnected routers, netwerk van netwerken
Wireless access networks: draadloze toegangsnetwerken. Verbindt een eind systeem (host) met een
router via een toeganspunt (acces point).
Acces networks:
1. Wireless acces network: WLAN: wireless local area networks: draadloze lokale netwerken.
Meestal binnen of rond gebouwen
- ~30 m 0f 100 ft
- Wifi
- 11, 54, 450 Mbps
2. Wireless acces network: Wide area cellular access network: Breed gebied cellulair
toegangsnetwerk. Wordt geleverd door mobiele netwerk operators.
- ~10 km
- 4G/ 5G
- 10 Mbps
Mbps: Megabits per seconde, geeft de maximale snelheid voor het downloaden (ontvangen) en
uploaden (verzenden) van bestanden.
3. Enterprise networks: bedrijfsnetwerken
- Bedrijven of scholen
- Combinatie van kabel en draadloze technologieen die schakelaars en routers aansluiten
- Bv. ethernet: wired access at 100 Mbps, 1Gbps, 10 Gbps
- Bv. WiFi: wireless access points at 11, 54, 450 Mbps
4. Data center networks: