Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht
Week 1: Persoonlijke aansprakelijkheid (1)
Bij persoonlijke aansprakelijkheid (week 1 en 2) en kwalitatieve aansprakelijkheid (week 3) gaat het
om de aansprakelijkheidsgrond (onrechtmatigheid & toerekening/risico-aansprakelijkheid. Soms
speelt relativiteitsvereiste ook een rol). Week 4 t/m 7 gaan over de vraag waarvoor aansprakelijkheid
bestaat (schade & causaal verband, en hier soms ook weer relativiteitsvereiste).
- Persoonlijke aansprakelijkheid Persoonlijke aansprakelijkheid houdt in de
aansprakelijkheid voor het eigen handelen of nalaten.
- Kwalitatieve aansprakelijkheid Kwalitatieve aansprakelijkheid houdt in de
aansprakelijkheid niet voor het eigen doen of nalaten, maar voor iemand of iets anders
(ouders, werkgever, bezitter dier etc.).
Bij de vraag of iets onrechtmatig (onrechtmatigheid) is in de zin van artikel 6:162 lid 2 BW speelt het
eigenlijk om de vraag of het handelen of nalaten onzorgvuldig was. Het gaat dan vooral om de
zorgvuldigheidsnorm Is er zorgvuldig gehandeld of niet?
Dus bij inbreuk op een recht of schenden van een wettelijke plicht, hangt het eigenlijk gewoon af
van de zorgvuldigheidsnorm. Bij de vraag naar toerekening (artikel 6:162 lid 3 BW) gaat het eigenlijk
ook om de zorgvuldigheidsnorm.
Maatschappelijke regulering Nadere normen voor een bepaald beroepsgroep/onderwerp die zijn
gesteld door andere partijen dan de overheid. Ze hebben in eerste instantie geen juridische binding,
maar rechter kijkt wel naar deze normen als die er m.b.t. een bepaalde beroepsgroep/onderwerp zijn
en zal deze vaak wel aanhouden, relevant vinden.
- CROW-normen CROW brengt normen, richtlijnen, systematiek uit voor het oplossen van
(het beheer van) openbare ruimte, infrastructuur en verkeer en vervoer. Zijn slechts
ondersteunend en adviserend. Geen wettelijke basis.
Vormen van maatschappelijke regulering zijn heel erg belangrijk in de zoektocht naar de invulling van
de zorgvuldigheidsnorm.
Leerstuk: Aansprakelijkheid wegens gevaarzetting
Uit het Kelderluikarrest volgt de definitie van gevaarzetting. Gevaarzetting ‘’Wanneer iemand een
situatie in het leven roept welke voor anderen, bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en
voorzichtigheid, gevaarlijk is.’’
Gezichtspunten: (DUS GEEN CUMULATIEVE CRITERIA, maar je moet ze wel allemaal
afgaan/benoemen)
1. Waarschijnlijkheid dat schade zal ontstaan Hoe groot is de kans/waarschijnlijkheid dat er
schade zal ontstaan? Dus kon je verwachten dat er schade ontstond?
2. Aard en omvang/Ernst van de gevreesde schade Als het nou misgaat, hoe ernstig zijn die
gevolgen dan eigenlijk? Dus hier niet uitwerken wat de daadwerkelijke schade is, maar wat
voor schade er opgelopen zou kunnen worden.
3. Bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen (kosten, tijd, moeite) Hoe moeilijk is het, hoe
kostbaar is het, hoeveel tijd zou het hebben gekost om voorzorgsmaatregelen te nemen? Dit
moet je zien in relatie tot de schade die mogelijk ontstaat.
4. Aard van de gedraging Beetje restcategorie. Hier kan een aanknoping worden geboden
voor tal van omstandigheden van het geval die toch relevant zijn, gewicht in de schaal
kunnen leggen, bijv. sport- en spelsituatie van toepassing etc. Hier kan je vaak niet veel mee.
Dus even toelichten waarom dit gezichtspunt niet van toepassing is.
Punt 1 en 2 kun je samen als ‘’risico’’ gezichtspunten zien.
Kelderluik criteria zijn niet alleen van toepassing in de kwestie gevaarzetting, maar ook op veel
andere kwesties in het aansprakelijkheidsrecht.
,Toepassing van de kelderluikcriteria in de latere rechtspraak:
Veenbroei of Staat/Dalder
Casus vader en zoon die wandelen in buitengebied in de natuur. Daar groeit veen. Kan hitte
vrijkomen. Zoon van 5 jaar zakt met zijn rechterbeen in de bodem weg en loopt en loopt door
veenbroei een tweedegraads verbranding op.
Vader stelt de staat aansprakelijk (als terreinbeheerder) ogv onrechtmatige daad, want zij heeft niet
gewaarschuwd voor het risico van deze veenbroei. Stond dus geen waarschuwingen
Rechtsregel de beheerder van een terrein handelt in strijd met de zorgvuldigheidsnorm
wanneer er geen voorzorgsmaatregelen zijn genomen, terwijl diegene moet/kon verwachten dat
het publiek dit terrein zal betreden en de mogelijke gevaren op dit terrein niet zal kunnen zien.
Natronloog
Casus over een Dorpshuis die een schoonmaker heeft. Schoonmaker ontdekt een emmertje met
onbekende vloeistof, en vraagt aan beheerder van Dorpshuis (de werkgever) wat hiermee te doen.
Moet emmertje bij het vuilnis zetten. Schoonmaker stopt het emmertje in vuilniszak en zet het langs
de kans v/d weg. Vuilnisman pakt vuilniszak gooit in de vuilniswagen, en krijgt daarbij dat vloeistof in
zijn gezicht. Gaat om natronloog, bijtende zuur, en heeft blijvende oogletsel als gevolg, blind aan een
oog. Vuilnisman spreekt beheerder aan voor schadevergoeding ogv onrechtmatige daad.
Rechtsregel Het is onzorgvuldig om een onbekende vloeistof buiten bij het vuilnis te zetten en
daar geen rekening mee te houden, tenzij:
- Je weet dat stof niet gevaarlijk is, of gegronde redenen hebt om dat aan te nemen; of
- Je het vuilnis onder controle houdt en degene die het oppakt waarschuwt dat er een
onbekende vloeistof inzit.
Taxusstruik
Casus over 2 boeren die taxusstruik hadden gesnoeid en op een stapel langs de erfafscheiding hadden
neergelegd. Paarden van buurman aten ervan en kwamen te overlijden. 2 boeren wisten NIET dat
taxus giftig was voor paarden. Buurman vordert schadevergoeding van 2 boeren en doet beroep op
regel uit Natronloogarrest.
Rechtsregel Het is niet onzorgvuldig om planten of struiken, waarvan je de giftigheid niet kent
en dat ook geen algemene bekendheid is, op een afvalhoop te plaatsen.
Verhuizende zusjes of Jansen/Jansen
Dit gaat meer over gevaarlijk handelen dan echt ‘’gevaarzetting’’. Gaat om ongeluk in privésfeer.
Voor ongelukken in privésfeer wordt de drempel voor aansprakelijkheid hoger gelegd.
Casus over Zusjes die bezig zijn met een verhuizing. Linnenkasten worden via de trap gesjouwd. Ene
zus geeft zet aan de kast, waardoor arm van andere zusje knel raakt tussen deur en de kast.
Uiteindelijk erge complicatie opgetreden, arm moest worden geamputeerd. Ene zusje stelt (de
aansprakelijkheidsverzekeraar van) andere zusje aansprakelijk.
Rechtsregel Dat er sprake is van schade betekent niet automatisch onrechtmatigheid, slechts
sprake van onrechtmatigheid indien de mate van waarschijnlijkheid zo groot is de dader zich naar
maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had behoren te onthouden.
Dus in privésituaties, ongelukken in privésfeer, is de drempel voor aansprakelijkheid hoog. Mensen
moeten echt een heel erg groot risico hebben genomen, onderling, voordat het onrechtmatig wordt
gevonden.
,Leerstuk: Aansprakelijkheid in sport- en spelsituatie
Bij sport- en spelsituaties is de drempel voor aansprakelijkheid hoger dan wanneer geen sprake zou
zijn van een sport- en spelsituatie.
Natrappen
Dit arrest is de oorsprong van het leerstuk sport- en spelsituaties.
Casus over 2 voetballers bij een amateurvoetbalvereniging. De ene voetballer trapt de andere van
achter op zijn been, terwijl de bal al was doorgespeeld. Sprake van natrappen dus. Voetballer loopt
hierdoor blijvende knieletsel op. Kan de trappende voetballer voor deze schade aansprakelijk worden
gesteld?
Rechtsregel Bij sport- en spelsituaties geldt een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid.
Deelnemers hebben ONDERLING de gedragingen die bij het spel horen over en weer van elkaar te
verwachten. De enkele overtreding van de spelregels is daarom niet voldoende voor
onrechtmatigheid.
Er zijn dus soort van 3 categorieën die in de rechtspraak zijn ontwikkeld:
• Handelen volgens de spelregels Niet onrechtmatig.
• Handelen in strijd met spelregels als gevolg van normale dingen, zoals gebrekkige techniek,
taxatiefouten, enthousiasme Niet onrechtmatig (hoort er gewoon bij)
• Opzettelijke en gevaarlijke overtredingen Wel onrechtmatig.
Witmarsumer Merke
Dit arrest heeft betrekking op de vraag wanneer een sport- en spelsituatie nou begint en wanneer die
weer eindigt?
Casus over een soort hindernissenspel van een dorp. Indien het misgaat val je in het water. Een
deelnemer had de hele route met succes afgelegd zonder ook maar één keer nat te worden. Bij het
behalen van de hindernis moet je de bel luiden. De deelnemer had dit ook gedaan. Na het luiden van
de bel werd de deelnemer door twee andere deelnemers in het water gegooid omdat hij niet nat was
geraakt. In het water lag iets scherps, deelnemer loopt letsel op. Deelnemer vordert
schadevergoeding ogv onrechtmatige daad.
Rechtsregel Of er sprake is van een sport- en spelsituatie hangt af van de gedragingen die je
ONDERLING redelijkerwijs over en weer van elkaar mag verwachten en niet per se van de formele
spelregels.
LET OP: De verhoogde drempel voor aansprakelijk bij sport- en spelsituaties geldt slechts voor
sporters ONDERLING!! ‘’wat je onderling redelijkerwijs van elkaar mag verwachten’’.
Dus niet elke situatie dat iets met sport- en spel te maken heeft, geldt deze verhoogde drempel voor
aansprakelijkheid.
Turnster
Casus over een turnster die tijdens een turntraining uit de ringen valt. Tijdens de turntraining lag er
geen matje onder de ringen, waardoor de turnster op haar hoofd valt en ernstig en blijvend
hersenletsel oploopt. Turnster was ervaren met de betreffende oefenen, namelijk de disloque/dislock.
Zijn de turntrainster en de vereniging aansprakelijk voor de schade?
Rechtsregel Regel uit het natrappenarrest (verhoogde drempel voor aansprakelijkheid) geldt
niet voor de organisatoren en de voorzorgsmaatregelen, want die regel geldt alleen voor de
deelnemers ONDERLING!
Het treffen van bijzondere voorzorgsmaatregelen doet geen afbreuk aan de oefeningen van de
sport en is geboden, ook al zijn die maatregelen niet altijd voldoende om gevolgen te voorkomen.
, Arresten week 1 (GEEL)
Gevaarzetting:
1. Kelderluikarrest (Gezichtspunten voor onrechtmatige daad)
Casus over een werknemer van Coca Cola die Coca Cola kwam bezorgen. Moest in de kelder en liet
kelderluik openstaan. Kelder/kelderluik bevond zich in een voor het cafépubliek toegankelijke ruimte,
cafébezoeker loopt het naar het toilet en ziet het gat niet, valt door het gat en breek zijn been.
Is er sprake van een onrechtmatige daad?
Gezichtspunten: (DUS GEEN CUMULATIEVE CRITERIA, maar je moet ze wel allemaal
afgaan/benoemen)
1. Waarschijnlijkheid dat schade zal ontstaan Hoe groot is de kans/waarschijnlijkheid dat er
schade zal ontstaan? Dus kon je verwachten dat er schade ontstond?
2. Aard en omvang/Ernst van de gevreesde schade Als het nou misgaat, hoe ernstig zijn die
gevolgen dan eigenlijk? Dus hier niet uitwerken wat de daadwerkelijke schade is, maar wat
voor schade er opgelopen zou kunnen worden.
3. Bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen (kosten, tijd, moeite) Hoe moeilijk is het, hoe
kostbaar is het, hoeveel tijd zou het hebben gekost om voorzorgsmaatregelen te nemen? Dit
moet je zien in relatie tot de schade die mogelijk ontstaat.
4. Aard van de gedraging Beetje restcategorie. Hier kan een aanknoping worden geboden
voor tal van omstandigheden van het geval die toch relevant zijn, gewicht in de schaal
kunnen leggen, bijv. sport- en spelsituatie van toepassing etc. Hier kan je vaak niet veel mee.
Dus even toelichten waarom dit gezichtspunt niet van toepassing is.
Punt 1 en 2 kun je samen als ‘’risico’’ gezichtspunten zien.
Kelderluik criteria zijn niet alleen van toepassing in de kwestie gevaarzetting, maar ook op veel
andere kwesties in het aansprakelijkheidsrecht.
2. Veenbroei of Staat/Dalder (Ontbreken voorzorgsmaatregelen) (Zorgvuldigheidsnorm)
Casus vader en zoon die wandelen in buitengebied in de natuur. Daar groeit veen. Kan hitte
vrijkomen. Zoon van 5 jaar zakt met zijn rechterbeen in de bodem weg en loopt en loopt door
veenbroei een tweedegraads verbranding op.
Vader stelt de staat aansprakelijk (als terreinbeheerder) ogv onrechtmatige daad, want zij heeft niet
gewaarschuwd voor het risico van deze veenbroei. Stond dus geen waarschuwingen
Rechtsregel de beheerder van een terrein handelt in strijd met de zorgvuldigheidsnorm
wanneer er geen voorzorgsmaatregelen zijn genomen, terwijl diegene moet/kon verwachten dat
het publiek dit terrein zal betreden en de mogelijke gevaren op dit terrein niet zal kunnen zien.
3. Natronloog (Onbekende vloeistof bij vuilnis zetten is WEL onzorgvuldig) (Zorgvuldigheidsnorm)
Casus over een Dorpshuis die een schoonmaker heeft. Schoonmaker ontdekt een emmertje met
onbekende vloeistof, en vraagt aan beheerder van Dorpshuis (de werkgever) wat hiermee te doen.
Moet emmertje bij het vuilnis zetten. Schoonmaker stopt het emmertje in vuilniszak en zet het langs
de kans v/d weg. Vuilnisman pakt vuilniszak gooit in de vuilniswagen, en krijgt daarbij dat vloeistof in
zijn gezicht. Gaat om natronloog, bijtende zuur, en heeft blijvende oogletsel als gevolg, blind aan een
oog. Vuilnisman spreekt beheerder aan voor schadevergoeding ogv onrechtmatige daad.
Rechtsregel Het is onzorgvuldig om een onbekende vloeistof buiten bij het vuilnis te zetten en
daar geen rekening mee te houden, tenzij:
- Je weet dat stof niet gevaarlijk is, of gegronde redenen hebt om dat aan te nemen; of
- Je het vuilnis onder controle houdt en degene die het oppakt waarschuwt dat er een
onbekende vloeistof inzit.