WEEK 1
De Kok, Tigges & Van Kalmthout (2020). Probation in Europe: The Netherlands.
- De Reclassering bestaat al bijna 200 jaar
o 1823: Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen
§ Met name focus op gevangenis en terugkeer in de samenleving
§ 1886: v.i. geïntroduceerd
§ 1905: voor het eerst subsidies van de overheid
§ 1910: juridische basis met de Reclasseringsregeling
• Tegenwoordig gebruiken we die uit 1995, aangevuld met de
Uitvoeringsregeling reclassering 2005, en losse wetsartikelen over
taakstraffen, voorwaardelijke straffen en v.i.
• 2020: Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen,
om de implementatie van veroordelingen te verbeteren, in de
handen van de Minister ipv OM
§ 1915: introductie voorwaardelijke straf onder voorwaarden > nieuwe taken
• Toezicht houden op de voorwaarden
• Adviesrapporten
§ 1970: identiteitscrisis tussen scheiden van het systeem en grotere inbedding
in het systeem, met daarna focus op vermindering recidive vanuit stabiele
positie in het systeem
§ 1974: ‘pre-trial assistence’ in WvSv > actor in alle fasen van strafproces
§ 1975: International Office, gericht op Nederlanders die vastzitten in het
buitenland
§ 1994: Reclassering Nederland (andere twee organisaties bleven bestaan om
belang van eigen onderscheidende identiteit)
§ 1995: elektronische controle (enkelband)
§ 2004: ‘Reducing Recidivism’ (in plaats van ‘solving offenders problems’) >
evidence based approach + Risk Needs Responsitivity Model, wat leidde tot:
• De ontwikkeling en implementatie van risk/needs taxatie
• De ontwikkeling en implementatie van gedragsinterventies
• Betere samenwerking tussen gevangenis en Reclassering
• Initiatieven die organisatie van nazorg door gemeenten verbeteren
§ 2008: nieuw systeem van forensische zorg met focus op preventie van
recidive en kwaliteitszorg >>> 2019: Forensic Care Act
§ 2010: CoSA, een succesvolle methode voor het reduceren van recidive van
zedendelinquenten, komt vanuit Canada naar NL
• Vrijwilligers geven sociale support en monitoren eventuele risico’s
§ 2012: vorming TER team (terrorisme, extremisme, radicalisering)
§ 2014: meer aandacht voor slachtoffers (herstelrecht) ism Slachtofferhulp
o Sinds 2008 is criminaliteit gedaald maar het aantal cases bij Reclassering
toegenomen, waarschijnlijk door nadruk op het verminderen van recidive. De groei
stagneert maar de populatie wordt steeds complexer
,- Het bestaat uit drie organisaties (3RO) met elk een eigen bestuur, bijna 100% gefinancierd
door het Ministerie van Justitie en Veiligheid
1. Reclassering Nederland
§ 2000 medewerkers in vijf regio’s met vijf regiomanagers
§ 51 lokale kantoren (units) met specialisaties, maar steeds meer integratie vindt plaats
§ General manager gecontroleerd door gevarieerd bestuur
§ Missie: criminaliteit en recidive voorkomen door risico’s te controleren en de delinquent
te motiveren zijn gedrag te veranderen
§ Benadering: stimuleren van motivatie, verantwoordelijke keuzes en zelfreflectie
2. Stichting Verslavingsreclassering GGZ
§ Missie: reclassering met (forensische) zorg
§ Re-integratie van mensen met verslaving of psychiatrische problemen
§ Drie modaliteiten: out-patiënt, klinische of beschermde accommodatie
§ Meestal als onderdeel van onvoorwaardelijke gevangenisstraf
3. Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering
§ Nationale organisatie met 15 branches en 560 medewerkers
§ Missie: verminderen recidive, door advies, toezicht, begeleiding en soms
gedragsinterventies
§ Met name gericht op ‘zwakkere leden van de samenleving’ bv daklozen, zorgweigeraars,
veelplegers en mensen met ernstige psychiatrische problemen
o Soms worden ook jongeren van 16-18 jaar begeleid door de Reclassering, met name
bij meer serieuze delicten
o Met name gericht op tertiaire preventie: preventie van recidive
o Toenemend aantal vrijwilligers: participatiemaatschappij
- Het is vooral gericht op volwassenen, maar er is ook een organisatie voor jongeren
- De Reclassering is actief in alle fasen van het strafproces en is dus een doorlopende en
stabiele factor voor zowel het justitieel systeem als delinquenten
- De kerntaken bestaan uit:
o Diagnose en advies: bij besluiten over plaatsen in voorlopige hechtenis,
o Toezicht: houdt veroordeelde zich wel aan de voorwaarden
o Taakstraffen: steeds meer opgelegd, coördinatie door Reclassering
o Gedragsinterventies: maar uit beeld aan het raken. Vaak als bijzondere voorwaarden
opgelegd, dat veroordeelde behandeling moet ondergaan of gedragstraining
- Er is een laag aantal gevangenen waarvan wordt aangenomen dat het komt door het vele
opleggen van taakstraffen en maatregelen. Er worden korte straffen opgelegd: 85% zit een
straf uit van minder dan 6 maanden
- Er is een nauwe samenwerking met politie, gevangeniswezen, Kinderbescherming en
forensische psychiatrie, zowel in strategie als individuele gevallen
- Het werkt naar aanleiding van instructies van verschillende actoren in het justitiële systeem,
zoals OM, rechters en gevangeniswezen. Ook gemeentes kunnen opdrachten geven
- Ook samenwerking met instituten als sociaal werk, gemeente en vrijwilligersorganisaties is
essentieel onderdeel, voor veiliger en inclusievere gemeenschappen
- (Ex-)gedetineerden die hulp nodig hebben (ID, woonruimte, werk etc) kunnen terecht bij
gemeentelijke organisaties. In samenwerking met hen en het gevangeniswezen werkt de
Reclassering aan de terugkeer in de samenleving
, - Er is nauwe samenwerking met universiteiten voor verbetering van het werkveld
- Nederlandse gevangenen in het buitenland kunnen ook steun verwachten
- De CEP (Confederation of European Probation) huist in Utrecht
- In de laatste 25 jaar heeft de Reclassering een steeds prominentere rol gekregen
- Er is steeds meer bewijs voor de effectiviteit van de Reclassering
Er zijn een aantal regels die de Reclassering karakteriseren:
- Personeel wordt geselecteerd aan de hand van criteria als integriteit, menselijkheid,
professionele capaciteiten en persoonlijke geschiktheid voor het complexe werk
- Iedere medewerkers heeft toegang tot educatie en training dat bij hun functie past
- Medewerkers die direct met delinquenten te maken hebben krijgen daarvoor
gespecialiseerde training
- Er zal genoeg personeel zijn om het werk effectief uit te kunnen voeren. Bij te veel werkdruk
is het aan het management om oplossingen te zoeken en prioriteiten te stellen
- Ook voor delinquenten in het buitenland moet de Reclassering toegankelijk zijn
- De Reclassering zorgt voor voortdurend contact met hen en stimuleert hen om gebruik te
maken van de diensten van de relevante organisaties als zij terugkeren
De Reclassering
De Reclassering heeft in elk ressort een gedeeld ‘service point’, waar cliënten worden toegewezen
aan een bepaalde organisatie. Dit gebeurt aan de hand van criteria:
- Criterium 1: karakteristieken van de zaak, zoals verslaving of dakloosheid
- Criterium 2 (als het daderprofiel niet zozeer te linken is aan de doelgroepen van de
organisaties): ‘the agreed share of the work of each organisation within the total number of
planned activities in the district’
Medewerkers zijn professionals op bachelorniveau, vaak van Forensic Social Professional Studies,
Social Work and Services, Social Legal Services of Criminologie. De organisaties hebben 3 niveaus:
- Fase 1: starting professional practitioner
- Fase 2: fully professionally competent probation officer
- Fase 3: fully professionally competent probation officer with specific tasks, waarvan wordt
verwacht dat hij bijdraagt aan verbetering van de organisatie
De Reclassering in verschillende fasen van het rechtssysteem:
- Pre-trial: adviesrapporten over verdachte door bekende gegevens, gesprekken met cliënt en
gesprekken met omgeving van de cliënt. Hierdoor kan een keuze worden gemaakt over de
straf of het toekennen van vrijheden. Bij maatregelen is vaak het toezicht en begeleiding
door de Reclassering vereist
- Handhavingsfase: toezicht en begeleiding bij voorwaardelijke straf, taakstraf, PP of
voorwaardelijke invrijheidsstelling. Voor de v.i. wordt ook een adviesrapport geschreven. Er
zijn twee typen bijzondere voorwaarden:
1. Vrijheidsbeperkend (28%)
o Gebiedsverbod, contactverbod, meldplicht, drugs- en alcoholverbod
2. Gedragsbeïnvloedend (72%)
o Opname in zorginstelling of andere accommodatie, gedragsinterventieprogramma’s,
opleiding, schuldbegeleiding, verbod op bepaalde banen of houden van dieren
, Adviesrapporten worden bijvoorbeeld geschreven over de voorlopige hechtenis, voor de
rechtbank, het gevangeniswezen of over de v.i. In het algemeen over 3 vragen:
1. Is er risico op recidive en zo ja, welke interventies kunnen dit verminderen?
2. Wat betekent dit voor de voorlopige hechtenis of sanctie?
3. Zijn er bepaalde karaktertrekken of omstandigheden waar rekening mee moet worden
gehouden bij het opleggen van de straf?
De RISC wordt gebruikt voor risicotaxatie.
Toezicht wordt gehouden bij de voorwaardelijke straf en bijzondere voorwaarden, tbs, de ISD
maatregel (veelplegers), Penitentiair Programma, v.i..
- Sinds 2018 is er de Wet Langdurig Toezicht waarmee tbs’ers, zedendelinquenten en plegers
van ernstige geweldsmisdrijven zo lang als nodig onder toezicht kunnen worden geplaatst,
ook na hun vrijlating. Ook wordt gebruikgemaakt van elektronische controle (enkelband,
alcoholmeter). In Nederland staat deze sanctie nooit op zichzelf maar wordt gecombineerd
met andere interventies voor rehabilitatie en desistance.
- Het is bewezen dat delinquenten die werkstraffen opgelegd krijgen 47% minder recidiveren
dan mensen met korte gevangenisstraffen. De Reclassering bepaalt waar en wanneer de
werkstraf wordt uitgevoerd. Er zijn individuele en groepsprojecten.
- In de gevangenis had de Reclassering tot 2016 een beperkte rol. Voorheen was deze met
name gericht op de stapsgewijze terugkeer in de samenleving. Tegenwoordig heeft de
Reclassering een prominentere rol, mede door de visie dat de ‘reis’ van een gedetineerde al
in de gevangenis begint. Onderdeel hiervan is het Detentie- & Re-integratieplan, gericht op
risico- en beschermende factoren.
- Aan het einde van een lange gevangenisstraf komen gedetineerden in aanmerking voor het
Penitentiair Programma (PP), wat focust op de terugkeer naar de samenleving. De
gedetineerde kan werken, maar ook training of behandeling ondergaan. De Reclassering
geeft advies over de invulling, de gevangenis beslist of de cliënt geschikt is voor het PP.
- De v.i. is gebonden aan voorwaarden: vrijheidsbeperkend of gedragsbeïnvloedend, en hij
mag niet deelnemen aan criminele activiteiten, of hij moet de rest van de straf uitzitten. De
Reclassering geeft advies, en houdt toezicht op de bijzondere voorwaarden.
- Met nazorg wordt het proces van re-integreren (op vrijwillige basis en na vrijlating) van de
delinquent bedoeld. Dit gebeurt op een constructieve, geplande manier en onder toezicht.
Voorheen was dit de taak van de Reclassering, daarna van de gemeenten en tegenwoordig
werken ze samen om ex-gedetineerden te helpen op de zes kritieke gebieden: inkomen,
onderdak, gezondheidszorg, schulden, identiteitspapieren en sociaal netwerk.
Reclasseringsmethodologie
De Reclassering werkt in een driehoek van zorg, veiligheid en autonomie. De organisatie heeft uit
wetenschappelijke publicaties een aantal inzichten overgenomen:
1. De cliënt is verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag, kan zijn gedrag veranderen en kan
besluiten te stoppen met het plegen van delicten. De Reclassering richt zich op de toekomst.
2. De cliënt kan en moet gemotiveerd worden om zijn gedrag te veranderen. Daar werkt de
reclasseringsambtenaar aan mee.
3. Hierbij werkt het gerechtelijk afschrikmiddel mee als motivatie: niet meewerken zorgt voor
rapportage aan het OM, wat ervoor kan zorgen dat de straf bijvoorbeeld alsnog uitgezeten
moet worden.
, Twee belangrijke modellen zijn:
- Het Risk-Need-Responsitivity model (RNR), ook bekend als What Works. Hierbij worden
interventies toegespitst op het recidive, de persoon en de behoeften van de cliënt. Ze zijn
evidence-based, gepland en uitgevoerd door getraind personeel.
- Het Desistance Focused Practice Model focust op factoren die helpen bij het stoppen van
een criminele carrière, met ontwikkelings- en levenslooptheorieën als centrale thema’s.
Daarbij is steeds meer aandacht voor ‘Who Works’, waarbij de professional belangrijk onderdeel is.
De RISC wordt gebruikt voor risicotaxaties bij rapporten. Deze wordt later nog besproken.
Bij toezicht werkt de reclasseringsambtenaar aan risicomanagement, gedragsverandering en re-
integratie. Hierbij wordt gewerkt aan de hand van fasen: inkaderen van het probleem, diagnose, plan
maken, plan uitvoeren en plan evalueren. Interviews vinden meestal plaats op het kantoor maar in
toenemende mate in de omgeving van de cliënt. Een fulltime reclasseringsambtenaar die zich alleen
moet toezicht bezighoudt heeft zo’n 15-20 cliënten onder zich.
Bij werkstraffen is het belangrijk de cliënt te stimuleren, motiveren en sturen dat de cliënt de
werkstraf afmaakt. Hierbij heeft een ambtenaar zo’n 100-110 cliënten.
De Reclassering krijgt subsidie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Maatschappelijke steun is belangrijk voor de Reclassering. Daarom investeert het veel in banden met
andere organisaties, wetenschap en politiek. Ook onder cliënten is er algemene tevredenheid.
Rechtspositie cliënten
Cliënten kunnen een klacht indienen. Bij ontevredenheid wordt over het algemeen eerst een gesprek
gevoerd met de contactpersoon en diens leidinggevende. Dit is de eerste stap, die meestal
toereikend is. Als dat niet het geval is, bestaat de tweede stap uit een officiële klacht bij de
klachtencommissie. Deze organiseert dan een hoorzitting waarin beide partijen worden gehoord. De
commissie acht een klacht gefundeerd of ongefundeerd.
Toekomstige ontwikkelingen
- Overbruggen van het ‘gat’ tussen rechtssysteem, forensische zorg en gemeenten
- V.i.: de recente wijziging van v.i. van rechtswege naar een persoonlijke take.
- Technologische innovaties
- Vergroting van het netwerk van vrijwilligers
- Verharde cliënten, niet open voor gedragsverandering
Van der Laan (2017). Reclassering, beeldvorming en identiteit.
Terwijl gevangenissen steeds minder vol zitten en zelfs sluiten, neemt de druk op de Reclassering
toe. De Reclassering ziet meer verdachten en veroordeelden dan het gevangeniswezen. Het
algemene beeld is dat de Reclassering ‘iets te maken heeft met ex-gedetineerden’, wat gezien de
geschiedenis ook niet gek is. Nu heeft de Reclassering echter veel meer taken.
- Vroeghulp: snel een beeld krijgen van de verdachte om te kunnen adviseren over (schorsing
van) voorlopige hechtenis.
o Probleem: wordt niet automatisch en in alle gevallen verleend, omdat
afhankelijkheid is van de melding van politie over inverzekeringstelling.