Dit is vooral een samenvatting die op de lessen is gebaseerd (en dus niet op de cursus die er bij wordt gekocht). Ik ben een persoon die heel uitgebreid samenvat, maar ik heb gemerkt dat mijn samenvatting van dit vak, het minste aantal pagina's telt en ik had een 16/20 door enkel gebruik te maken v...
De lessen dat ik niet aanwezig was, heb ik uit het boek gehaald
1 februari 2022
36
2021/2022
Samenvatting
Onderwerpen
basisbeginselen
inleiding recht
wat is recht
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Inleiding tot het recht, deel 5: Burgerlijk recht
Inleiding tot het recht, deel 4: justitie
Inleiding tot het recht, deel 2: Belgische staatsstructuur
Alles voor dit studieboek
(10)
Geschreven voor
Hogeschool PXL (PXL)
Rechtspraktijk
Inleiding Tot Het Recht (31RPR3060)
Alle documenten voor dit vak (5)
Verkoper
Volgen
50fifty
Voorbeeld van de inhoud
Inleiding recht
I. Wat is recht?
1. Kenmerken en definitie van het recht
Kenmerken van het recht
- Samenleving ordenen
- Samenleving bepaalt regels
- Naleving kan worden afgedwongen
Soorten regels
- Gedragsregel: hoe je je moet gedragen BV: niet door rood (SUBJECTIEF RECHT)
- Toepassingsregels- en structuren: over toepassing van recht BV: rechtbanken en hoven
- Regels voor maken en wijzigen van het recht
Definitie
Recht = het geheel van afdwingbare regels, afgesproken door een samenleving, teneinde het
menselijk handelen in die samenleving te ordenen.
Objectief recht vs subjectief recht
Objectief recht: een geheel van gedragsregels/normen die aan individu wordt opgelegd door
overheid
- Alle rechtsregels die bestaan BV: art. 1382 BW
- Abstract & algemeen BV: stoppen bij rood
à verleent:
Subjectief recht: een concrete aanspraak die individu kan hebben op een gedraging van anderen
op bepaalde middelen
- Concreet, toegepaste recht BV: andere heeft groen dus mag doorrijden
à subjectief recht op schadevergoeding voor andere partij als je toch door rood rijdt en
schade aanricht
Verbintenis (p274)
= algemeen verbindend bevel waaruit verplichtingen voortvloeien voor individu
= rechtsband waarbij één/meerdere personen jegens één/meerdere personen gehouden zijn,
ofwel – iets te geven (BV: loon) – doen – laten (niet concurreren)
à vloeit voort uit overeenkomst
Overeenkomst = contract tussen twee of meer bedrijven, waarbij wederzijdse verbintenissen zijn.
BV: werkgever: loon – werknemer: werken
à de wilsovereenstemming = tussen partijen met de wil tot het doel ontstaan, wijzigen, uitdoven
van verbintenissen.
Geldigheidsvoorwaarden;
1. Geldig voorwerp BV: drugs of kinderen NIET geldig
2. Geoorloofde oorzaak: beweegreden waarom je overeenkomst aangaat
3. Bekwaamheid: rechtsbekwaam -> je hebt rechten en plichten
- handelingsbekwaam -> je kan rechten en plichten uitvoeren (art. 1108 BW)
4. Overeenstemming tussen partijen
Soorten overeenkomsten (p284)
Eénzijdig: verbintenis voor één partij BV: schenking/kosteloze bewaargeving (vestiaire)
,Wederkerige: beide partijen verbintenissen op zich BV: koop
Consensuele (=vormvrij): door wilsovereenstemming BV: koop, huur
Plechtige (=vormelijke, solemnele): naar notaris, rechter BV: scheiding
Zakelijke: geldig vanaf afgifte van zaak BV: bewaargeving vestiaire: ovk onstaat wanneer je je jas
al geeft
Onderhandse akte: akte tussen twee partijen, zonder derden
Authentieke akte: opgesteld door ambtenaar van burgerlijke stand BV: notaris, burgemeester
Rechtssubject vs rechtsobject
Rechtssubject (p38)
= houder van subjectieve rechten BV: vrijheid van meningsuiting, recht voorrang bij groen
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed
- Rechtspersoon: fictie van het recht, een groepering met eigen rechten, plichten en
vermogen BV: Action, Albert Heijn
Rechtshandeling = handeling die wordt gesteld met als doel, rechtsgevolgen te doen ontstaan à
OVK
à wilsautonomie
BV: autokopen à verzekering, boek kopen à koopcontract (eigendomsrecht)
Rechtshandeling is steeds een rechtsfeit met de wil om rechtsgevolgen te doen ontstaan
Rechtsfeit is niet een rechtshandeling, want de wil ontbreekt.
Soorten rechtshandelingen:
- Publiekrechtelijke RH: gesteld door openbaar orgaan, ambtenaar of magistraat
1. Normerende: bv parlement maakt en stemt wetten
, 2. Individuele: bv politie die u boete oplegt OF onteigening
3. Gerechtelijke: bv vonnis/arrest
- Privaatrechtelijke RH: niet gesteld door overheid BV: erkenning van kind
- Éénzijdige RH: wilsuiting één persoon BV: erkenning kind
- Meerzijdige RH: wilsuiting meerdere personen BV: arbeidscontract
- Vestigende RH: ontstaan van nieuwe rechten BV: huwelijk
- Overdragende RH: draagt bestaand recht over op nieuwe titularis BV: koop à
eigendomsrecht, huur à genotsrecht
- Aanwijzende RH: bevestigd juridisch statuut van bepaalde persoon, zaak of situatie.
Zonder nieuwe rechten toe te kennen BV: nalatenschap, schriftelijke bevestiging van
mondelinge uitspraak
Rechtsmisbruik
= in op het eerste gezicht rechtmatige handelswijze worden gezien als misbruik van het recht.
à eerste zicht lijkt rechtmatig, maar is TOCH misbruik van recht
Schoorsteenarrest (ARB)
2 buren, één buur laat schoorsteen zetten zonder reden, om zonlicht tegen te houden voor de
andere buur
à rechtspraak: eerste zicht niks verkeerd, maar je misbruikt recht
- Bedoeling om te schaden
- Afwezigheid van belang
- Kennelijk onredelijk
Geluidsinstallatie om koeien niet meer te horen
Sanctie
- Herstel in oorspronkelijke toestand, anders:
- Schadevergoeding op basis van art. 1382 BW
2. Soorten subjectieve rechten
Politieke rechten: rechten die burger tegenover overheid kan uitoefenen en opeisen
- Politieke vrijheden: onaantastbare vrijheid, dus overheid heeft plicht om geen
wetgevende, administratieve of feitelijke handelingen te stellen die deze vrijheid aantast.
(BV: vrije meningsuiting, vrijheid van onderwijs)
- Participatierechten = politieke rechten in enge zin: mogelijkheid om deel te nemen aan
overheidsbeleid. (BV: kiesrecht, passief: recht kandidaatstelling verkiezingen EN actief:
stemrecht)
- Sociaal-economische rechten: recht om van de overheid financiële tegemoetkomingen of
bepaalde diensten te vragen. (BV: steun aan behoeftigen en gratis onderwijs)
à onrechtstreeks via belastingen gefinancierd door burger zelf of door andere burgers
(herverdeling van de vermogens)
Burgerlijke rechten/civiele rechten: rechten die een burger tegenover zijn medeburgers kan
uitoefenen. Soms overheid ook medeburger (als overheid geen gebruik maakt van machtspositie)
, Extra-patrimoniale rechten: geen financiële waarden, kunnen niet verkocht worden en eindigt bij
de dood van de titularis
- Persoonlijkheidsrechten: het recht op eigen lichaam, ook tot na de dood, het recht op
zedelijke integriteit wat betreft naam, eer, privacy.
- Familierechten: rechten die voortvloeien uit huwelijk, afstamming, ouderschap, voogdij
à deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en
psychische integriteit) EN op de staat van de persoon binnen de familie
Patrimoniale rechten/vermogensrechten: betrekking op economische, in geld waardeerbare
goederen, die verhandelbaar zijn. De titularis mag erover beschikken, ze overdragen en afstand
doen ervan.
- Zakelijke rechten: heerschappij over een goed. Volledig (eigendom) of gedeeltelijk
(vruchtgebruik, erfdienstbaarheid)
- Vorderingsrechten: bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een
verbintenis te eisen om iets te doen, geven of laten.
- Intellectuele rechten: exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie BV:
auteursrecht, octrooi/patent (= eigendomsrecht op uitvinding van technisch product of
proces), merkenrecht.
Extra: patrimonium/vermogen = de som van de patrimoniale rechten verminderd met zijn
patrimoniale verplichtingen (schulden)
Vermogen is ook het geheel van rechten en plichten van een persoon.
Zakenrecht:
- Eigendomsrecht, art. 3.50 nieuw BW
- Vruchtgebruik, art. 3.117 nieuw BW
- Erfdienstbaarheid
- Opstalrecht, art. 3.117 nieuw BW à als je wil afwijken van jouw grondgebied, kan je
opstalrecht krijgen gedurende periode van max. 50 jaar.
3. Het objectief recht ingedeeld
Privaat recht: verhouding tussen burgers onderling
Publiek recht: verhouding tussen burgers en overheid, overheden onderling en de interne
organisatie van de overheid
Nationaal recht: recht dat enkel binnen grenzen van een staat geld
Internationaalrecht: grensoverschrijdend recht
(Nationaal) Privaatrecht
Principe: contactsvrijheid = bevoegdheid om vrij over zijn middelen te beschikken, vrij op te
bepalen welke afspraken er tussen hen gelden
Aanvullend/suppletief recht vs. Dwingend/imperatief recht
Aanvullend recht
- Partijen zijn zelf vrij om te kiezen hoe ze OVK regelen = wilsautonomie
- Als partijen vergeten iets af te spreken à bepaalt overheid regeling
- Regeling is dus modelregeling in het wetboek
BV: secundair huwelijksstelsel, wetgeving rond koopcontract
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 50fifty. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.