100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Uitwerking alle problemen blok 3.4C Opvoedingsproblemen in de Werkelijkheid €7,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitwerking alle problemen blok 3.4C Opvoedingsproblemen in de Werkelijkheid

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document staat een overzicht van alle beantwoorde leerdoelen van blok 3.4C Opvoedingsproblemen in de Werkelijkheid. Van elke behandelde psychopathologie staat er wat het inhoudt, waar het door kan komen/wat er invloed op heeft en hoe het behandeld kan worden. Ik heb deze ook gekoppeld aan de...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 24  pagina's

  • 1 februari 2022
  • 3 februari 2022
  • 24
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
cvdael

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 25 Oefenvragen
€4,99 1 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Welk type AN-patiënt vermagert door alleen te weinig te eten en veel te bewegen? a. Het beperkende type b. Het eetbuien-purgerende type

Antwoord: a

2.

Volgens welk verklaringsmodel staat de extreme behoefte aan controle centraal bij AN? a. Cognitieve kwetsbaarheidsmodel b. Cognitie-gedragstheoretisch model c. Interpersoonlijk kwetsbaarheidsmodel

Antwoord: b

3.

Op welke manier kan alcoholgebruik invloed hebben op de ontwikkeling van AN? a. Doordat het de kans op een vroeggeboorte vergroot als de moeder alcohol drinkt tijdens de zwangerschap b. Doordat het invloed heeft op de hypothalamus als de moeder alcohol drinkt tijdens de zwangerschap c. Doordat ouders die overmatig alcohol drinken vaak minder sensitief zijn d. Alle bovenstaande manieren

Antwoord: d

4.

Hoe kan hechting invloed hebben op de ontwikkeling van AN? a. Het kan leiden tot verstoringen in het zelfbeeld en inadequate emotieregulatie b. Slechte hechting zorgt dat kinderen niet willen eten c. Een onveilige hechting kan leiden tot problemen in de slokdarm en maag

Antwoord: a

5.

Welke behandeling helpt uiteindelijk het beste voor AN volgens Lock et al. (2010)? a. FBT b. AFT c. Beide helpen even goed

Antwoord: a

6.

Hoe verandert de rol van de omgeving in externaliserende problematiek naarmate kinderen ouder worden (volgens Verhulst, 2014)? a. De rol van de omgeving blijft gelijk b. De rol van de omgeving neemt af c. De rol van de omgeving neemt toe

Antwoord: c

7.

Hoe kan een depressie bij de moeder invloed hebben op fysieke mishandeling volgens Field (2010)? a. De depressieve moeder is minder sensitief b. De depressieve moeder heeft een slechte slaaproutine c. Beide

Antwoord: c

8.

Welke stelling(en) is/zijn juist? I. Het is belangrijk dat de ouders van jeugdigen met gedragsproblemen getraind worden II. Speltherapie werkt niet voor jonge kinderen met gedrags- en emotionele problemen a. Stelling I is juist, II is onjuist b. Stelling I is onjuist, II is juist c. Beide stellingen zijn juist d. Beide stellingen zijn onjuist

Antwoord: a

9.

Geef bij de volgende kenmerken aan of deze wel of niet kunnen wijzen op autisme a. Een baby reageert niet op de eigen naam b. Een kleuter speelt graag met jongere kinderen c. Een kleuter gaat graag zijn eigen gang d. Een basisschoolkind is regelmatig het slachtoffer van pesten e. Een puber gaat graag naar feestjes met veel mensen

Antwoord: a = wel b = niet c = wel d = wel e = niet

10.

Wat zijn de twee grote symptoomdomeinen van autisme? a. Communicatie en isolatie b. Sociale en non-sociale c. Interesses en activiteiten

Antwoord: b

Anorexia

In DSM-5 zijn 3 eetstoornissen onderscheiden: anorexia nervosa, boulimia nervosa en
eetbuistoornis.
Criteria voor Anorexia Nervosa (AN):
A. Restrictie van energie-inname relatief ten opzichte van wat men nodig heeft
resulterend in een significant laag gewicht, rekening houdend met leeftijd, geslacht,
ontwikkelingsfase en fysieke gezondheid. Een significant laag gewicht wordt
gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan normaal of, voor kinderen en
adolescenten, lager is dan wat minimaal verwacht wordt.
B. Een intense angst om in gewicht toe te nemen of dik te worden, of persistent gedrag
dat gewichtstoename belet, terwijl er juist sprake is van een significant laag gewicht.
C. Een verstoring in de manier waarop de patiënt haar/zijn gewicht of lichaamsvormen
ervaart, waarbij er een zeer grote invloed van gewicht en lichaamsvormen is op de
zelfevaluatie of een hardnekkig gebrek aan erkenning van de ernst van het lage
gewicht
Er zijn 2 typen AN-patiënten:
1. Het beperkende type: dit type vermagert door weinig te eten en veel te bewegen.
2. Het eetbuien-purgerende type: dit type beperkt eveneens haar/zijn voedselinname,
maar heeft bij tijd en wijle eetbuien en purgeert nadien. Purgeren verwijst naar de
zuivering of reiniging van het lichaam en daaronder vallen alle gedragingen die erop
gericht zijn om het voedsel zo snel mogelijk weer uit het lichaam te verwijderen, zoals
het zelf opwekken van braken en het gebruik van laxantia.


Vaak zijn patiënten met een eetstoornis ook depressief en angstig. Schatting: ongeveer de
helft van de patiënten lijdt tevens aan een bijkomende depressie en/of angststoornis. Als de
controle over het eten toeneemt en/of het gewicht normaliseert, verdwijnen deze problemen
meestal  die zijn secundair aan de eetstoornis.


Anorexia start vaak tussen de 14 en 18 jaar  in puberteit. Met de DSM-5 kan de diagnose
pas gesteld worden vanaf 13 jaar.


Ong. 93% van anorexiapatiënten is vrouw.

,Comorbiditeit
Mensen met AN hebben in latere leven grotere kans om ook andere psychische stoornissen,
met name angststoornissen en/of depressieve stoornissen te krijgen. Geen verhoogde
prevalentie ASS bij jeugdigen met AN, maar wel meer repetitief en stereotiep gedrag
geobserveerd.


Risicofactoren:
- Meisjes meer risico dan jongens
- Homoseksuele mannen meer risico dan heteroseksuele mannen
- Leeftijd  eetstoornissen beginnen vaak tijdens adolescentie
- Voorspellers van eetbuien:
o Ervaren van druk om dun te zijn
o Internalisering van slankheidsideaal
o Lichaamsontevredenheid
o Perfectionisme
o Impulsiviteit
o Hebben van negatieve stemmingen
- In adolescentie zijn leeftijdsgenoten ook een niet te onderschatten beïnvloedende
omgevingsfactor


Beschermende factoren:
- Beoefenen van sport (dit kan echter ook een risicofactor zijn: sporten waarvoor het
belangrijk is om mager te zijn, kunnen het risico op een eetstoornis vergroten, sporten
waarbij dat minder belangrijk is, kunnen het risico verkleinen)
- Hoge zelfwaardering (beschermt ook tegen andere gedrags- en emotionele problemen)
- Hogere frequentie van gezinsmaaltijden


Verklaringsmodellen:
Cognitieve kwetsbaarheidsmodel: lage zelfwaardering en de overmatige zorgen die de patiënt
zich maakt over het eigen lichaam  piekeren stimuleert extreem en rigide lijngedrag en dit
lot bij sommige patiënten eetbuiten uit (eetbuiten-pugreertype) en bij andere niet (het
beperkende type).

,Cognitief-gedragstheoretisch model: minder belangrijke rol voor overmatige piekeren. In dit
model staat de extreme behoefte aan controle centraal (zowel over eetgedrag als over allerlei
andere aspecten van het leven). Die behoefte aan controle zou voortvloeien uit het voor
patiënten met anorexia nervosa zo karakteristieke gevoel van ineffectiviteit, in combinatie met
een lage zelfwaardering en perfectionisme. Die algemene behoefte aan zelfcontrole uit zich
voornamelijk in het uitoefenen van controle over het eetgedrag.
Interpersoonlijk kwetsbaarheidsmodel: verstoringen in vroege ouder-kindrelatie leiden tot
onveilige hechting, die via verstoringen in het zelfbeeld leiden tot inadequate
emotieregulatiestrategieën die op hun beurt aanleiding geven tot eetproblemen




 niet in staat om met emoties of stress
om te gaan  er ontstaan mechanismen die tijdelijk de ervaren emoties verminderen,
neutraliseren of compenseren. Dit kunnen dan bijv. eetbuien zijn. Deze mechanismen kunnen
de negatieve emoties echter nooit volledig aanpakken, met vaak nieuwe negatieve emoties
(bijv. schuldgevoel, spijt en verlaagd zelfbeeld) tot gevolg  vicieuze cirkel


Biologische oorzaken
Er blijkt een erfelijke basis te zijn, maar nog onduidelijk hoe de erfelijkheid precies een rol
speelt. Serotonine speelt hierbij ook een rol: serotonerge activiteit verhoogt de kwetsbaarheid
voor ontwikkeling van een eetstoornis (en ook voor andere psychiatrische ziektebeelden).
Verhoogde serotonerge activiteit zou ook bijdragen aan gevoel van verzadiging en een angstig
vermijdend temperament. Patiënten met AN lijken in permanente toestand van acute stress te

, verkeren  geen normale cortisolreactie bij psychosociale stress. Leptineniveau neemt af bij
mensen met AN als gevolg van ondergewicht, waardoor honger- en verzadigingsgevoel
ontregeld raakt en ook hyperactiviteit kan toenemen.


Invloed vroeggeboorte
Vroeggeboorte geeft 3x zo veel kans op ontwikkelen van AN. Dit is onder andere omdat de
vroeggeboorte kan leiden tot hersenschade, o.a. in de hypothalamus. De hypothalamus regelt
het hongergevoel en verzadiging  dit heeft effect op het eetgedrag. Vroeggeboorte kan dus
een indirect effect op AN hebben.


Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap
Ook dit heeft invloed op de hypothalamus van het kind. Die wordt namelijk onderontwikkeld.
Hierdoor is het verzadigingsgevoel verstoord en is er dus meer kans op AN. Daarnaast kan
alcoholgebruik tijdens de zwangerschap meer kans op een vroeggeboorte veroorzaken.


Alcoholgebruik na de zwangerschap
Ouders die overmatig alcohol gebruiken zijn vaak minder sensitief. Wanneer ouders minder
sensitief/responsief zijn bij de aanwezigheid van problemen bij het kind, kan dit nadelig zijn
voor die problematiek. Daarnaast speelt ouderlijke warmte een belangrijke rol bij de
emotieregulatie van het kind. Als ouders geen controle hebben over hun verslaving, kan dit
ervoor zorgen dat het kind de drang voelt om zelf de controle te hebben, wat zich kan uiten in
de controle op eten.


Autoritaire opvoedstijl
Kan invloed hebben op het ontwikkelen van AN doordat het kind dan zelf geen controle over
het eigen leven heeft en daarom extra controle over het eten wil hebben.


Vaderhonger
Sommige dochters verlangen heel erg naar de aanwezigheid van hun vader. Dit kan zorgen
voor stress, wat kan leiden tot een eetstoornis.


Emotieregulatie
Minder goede emotieregulatie kan leiden tot de ontwikkeling van AN. Als je niet goed met je
emoties om kunt gaan, zoek je andere manieren om daar wel mee om te kunnen gaan, bijv.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cvdael. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd