Week 1 hoorcollege literatuur
Visie Recht doen, kansen bieden. Naar een effectievere tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf,
Ministerie van Justitie en Veiligheid 2018
Effectieve gevangenisstraffen dienen een dubbel doel: zowel vergelding als het verminderen van
recidive.
Uitgangspunten
- Straf is straf gevangenisstraffen moeten genoegdoening bieden aan samenleving,
slachtoffers en nabestaanden.
- Gedrag telt goed gedrag in detentie wordt beloond, slecht gedrag bestraft.
- Werken aan veilige terugkeer straf moet bijdragen aan veilige terugkeer van ex-
gedetineerden in de samenleving.
Om de ambities voor effectievere gevangenisstraffen de komende jaren waar te maken, moet de
basis op orde zijn: een solide personeelsbeleid, een veilige omgeving voor personeel en
gedetineerden en een flexibel, wendbaar apparaat.
Het kabinet is voornemens de huidige regeling voorwaardelijke invrijheidsstelling op twee punten
aan te passen. Allereerst zal een voorwaardelijke invrijheidsstelling niet langer van rechtswege
worden verleend. In de tweede plaats wordt de termijn van de voorwaardelijke invrijheidsstelling
periode gemaximeerd op twee jaar. Het wettelijke systeem is nu zo dat gedetineerden van
rechtswege voorwaardelijk vrijkomen. Om meerdere redenen ziet dit kabinet aanleiding de wet zo
aan te passen dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling niet langer door werking van de wet wordt
verleend, maar door per gedetineerde een specifieke afweging te maken over de verlening van de
voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Op dit moment (oude regeling) kan de voorwaardelijke invrijheidsstelling alleen worden uit- of
afgesteld op basis van limitatief in de wet opgesomde gronden. Bijv. bij gevallen waarin de
gedetineerde een vluchtpoging heeft gedaan of ernstig wangedrag heeft getoond, zoals het plegen
van een nieuw strafbaar feit of gedrag dat meermalen heeft geleid tot oplegging van een disciplinaire
straf tijdens detentie. Door af te stappen van deze opsomming en juist te kiezen voor een systeem
waarbij gebaseerd op enkele criteria een beslissing wordt genomen, ontstaat meer ruimte voor
persoonsgericht maatwerk.
Bij de beslissing van het OM tot toekenning van de voorwaardelijke invrijheidsstelling gelden
daarmee straks de volgende drie criteria:
1. Eventuele risico’s bij vrijlating
2. Gedrag van de gedetineerde tijdens de gehele detentieperiode
3. De belangen van slachtoffers
Een belangrijke meerwaarde van deze aanpassing is bovendien dat niet slechts de afwezigheid van
wangedrag, maar ook de aanwezigheid van goed, constructief gedrag en het meewerken aan de
eigen re-integratie een belangrijke rol gaat spelen bij de verlening en invulling van een
voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Maatregelen samenvattend (voorwaardelijke invrijheidsstelling):
- Periode van voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt gemaximeerd op twee jaar.
- Wordt uitsluitend verleend op basis van een individuele afweging en beoordeling.
- Bij de toekenning wordt getoetst op: gedrag van gedetineerde, risicobeoordeling en
belangen slachtoffers.
- Gevangeniswezen start een programma voor de ontwikkeling van risicotaxatie voor het
verlenen van externe vrijheden.
, - Niet-naleving van gestelde voorwaarden krijgt direct consequenties.
Detentieverloop:
1. Aanvang detentie snelle en volledige screening door DJI door relevante informatie van
andere partijen, zoals reclassering, te betrekken. Maatwerk. Aandacht voor eventuele
beperkingen. Vastgestelde doelen worden opgenomen in persoonlijk detentie- en re-
integratieplan.
2. Basisprogramma dit bevat activiteiten waarop de gedetineerde recht heeft, zoals verblijf
in de buitenlucht, bezoek, onderwijs, geestelijke verzorging. Als gedetineerde goed gedrag
laat zien kunnen zij promoveren naar het plusprogramma.
3. Plusprogramma hierin kunnen gedetineerden deelnemen aan re-integratietrainingen en
kunnen zij in aanmerking komen voor verlofverlening. In de praktijk wordt het meewegen
van gedrag van een gedetineerde en het verbinden van gevolgen eraan dus bewerkstelligd
door een systeem van promoveren en degraderen; de getoonde inzet en het gedrag van een
gedetineerde bepalen of hij meer of minder vrijheden en activiteiten krijgt. Het kabinet zal
dit systeem van een wettelijke grondslag voorzien.
4. Re-integratieverlof verlofverlening draagt bij aan re-integratie. Op dit moment wordt het
bestaande algemeen en regimesgebonden verlof als ongericht en te vrijblijvend ervaren.
Gedrag heeft te weinig gevolgen voor het al dan niet verlenen van verlof. Ook staat het verlof
nog te weinig in het teken van concrete re-integratiedoelen. Het kabinet wil het verlof
persoonsgerichter maken door het gedrag van gedetineerden steeds de basis te laten zijn
voor besluitvorming over het verlenen van verlof. Per gedetineerde wordt gekeken voor welk
re-integratieverlof hij in aanmerking komt: kortdurend verlof, langdurig verlof of verlof voor
extramurale arbeid. Zo kan verlof gericht bijdragen aan re-integratie en worden
gedetineerden meer gestimuleerd om daadwerkelijk aan een veilige terugkeer te werken.
5. Penitentiair programma voor gedetineerden met een niet voorwaardelijke
invrijheidsstelling waardige straf is het van belang dat er een voorwaardelijk kader bestaat
waarbinnen zij onder toezicht geleidelijk kunnen terugkeren in de samenleving. Er is voor
hen binnen het kader van de detentiefasering ruimte voor deze gedetineerden om enige tijd
met een activiteitenprogramma gericht op hun re-integratie buiten de inrichting te
verblijven.
6. Voorwaardelijke invrijheidsstelling
7. Einde tenuitvoerlegging
Op ongewenst gedrag van gedetineerden moet altijd een gepaste sanctie volgen, zodat zij worden
gecorrigeerd en worden aangezet tot een gedragsverandering.
Het kabinet wil meer dan nu het geval is, inzetten op het verrichten van arbeid in detentie. Arbeid,
scholing en het ontwikkelen van competenties in detentie vergroten de kansen van ex-gedetineerden
op de arbeidsmarkt en verminderen de uitkeringsafhankelijkheid.
Maatregelen samenvattend (gedetineerden screening):
- Screening van gedetineerden wordt verbeterd.
- Informatie van reclassering wordt zoveel mogelijk betrokken bij het opstellen van het
detentie- en re-integratieplan.
- Detentie- en re-integratieplan wordt aangescherpt. Hierin komen voortaan ook concrete
gedragsdoelen en afspraken over werk na detentie, huisvesting, schuldsanering, beschikken
over een ID en zorgverzekering.
- Systeem van detentiefasering blijft gehandhaafd en wordt persoonsgerichter ingevuld. Goed
gedrag van gedetineerde is basis voor verlenen vrijheden en aan slecht gedrag worden
consequenties verbonden.
, - Algemeen verlof en regimesgebonden verlof worden vervangen door re-integratieverlof.
Verlof wordt voortaan steeds gekoppeld aan concrete persoonsgerichte re-integratiedoelen.
- Elke regio krijgt beschikking over een beperkt beveiligde afdeling voor gedetineerden die in
de laatste fase van hun straf buiten de gevangenismuren werk verrichten.
- Personeel krijgt duidelijker handvatten voor disciplinaire straffen.
- DJI treedt in overleg met politie en het OM om het aangiftebeleid te intensiveren.
- Gedetineerden gaan hun tijd in detentie actiever benutten. Meer arbeid in drie PI’s.
Om een nieuwe impuls aan de recidivereductie te geven zijn maatregelen nodig langs twee lijnen:
extra inzet op randvoorwaarden voor een veilige terugkeer en een betere samenwerking met
partners.
Randvoorwaarden voor een veilige terugkeer in samenleving:
- Gedetineerden moeten zich vanaf het begin van hun detentie actief voorbereiden op hun
terugkeer in de samenleving. Van belang zijn:
1. Onderdak
2. Inkomen
3. Inzicht in schulden
4. Geldig identiteitsbewijs
5. Vaststellen van zorgbehoeften en zorgverzekering
In penitentiaire inrichtingen is er een re-integratiecentrum (RIC) ingericht waar gedetineerden,
ondersteund door personeel en vrijwilligers, terecht kunnen om te werken aan deze vijf
basisvoorwaarden.
Tijdens detentie moet al snel duidelijk zijn op welke basisvoorwaarden (gericht) actie moet worden
ondernomen. Naast de vijf basisvoorwaarden is er aandacht voor andere zaken die een succesvolle
re-integratie kunnen bevorderen. Gedetineerden verrichten arbeid en kunnen trainingen volgen,
zodat vaardigheden worden ontwikkeld die hen kunnen helpen bij hun terugkeer in de samenleving.
In het programma Koers en Kansen werken justitie, het sociaal domein en de zorg gezamenlijk aan
het effectiever en toekomstbestendiger maken van de sanctie-uitvoering. Hierbij staan drie
uitgangspunten centraal:
1. Sanctie-uitvoering moet zo georganiseerd worden dat deze optimaal aansluit op de lokale
context (veilig dichtbij). Het doel is sluitende aanpak voor re-integratie en voorkomen van
onnodige maatschappelijke kosten.
2. Door inzichten in de dader die domeinoverstijgend zijn, onder meer door een
omgevingsadvies, kunnen sancties meer persoonsgericht worden vormgegeven en sluiten zij
beter aan bij de inspanningen van gemeenten en zorgpartners.
3. Betere resultaten zijn alleen mogelijk indien professionals meer in staat worden gesteld om
te doen wat nodig is.
Belangrijke partners voor veilige terugkeer in samenleving:
1. Gemeenten gemeenten kunnen gedetineerden ondersteunen bij het op orde krijgen of
houden van de basisvoorwaarden
2. Reclassering heeft unieke kennis en expertise over de op- en afbouw van criminele
carrières. Hierdoor kunnen zij belangrijke bijdrage leveren aan een verantwoorde terugkeer
van gedetineerden naar de samenleving. In het regeerakkoord is aangekondigd dat
reclassering steviger wordt gepositioneerd bij de tenuitvoerlegging van straffen en
maatregelen. Reclasseringswerkers krijgen in PI’s de ruimte om te onderzoeken wat er nodig
is om de gedetineerde goed te laten re-integreren en hun professionaliteit te vergroten door
van elkaars ervaringen te leren.
, 3. Vrijwilligers vaak vertrouwensrol voor gedetineerden en kunnen daardoor toegevoegde
waarde zijn voor het bevorderen van een veilig detentieklimaat en de re-integratie van
gedetineerden. Ze ondersteunen in re-integratiecentrum, waar gedetineerden activiteiten
kunnen uitvoeren met het oog op hun terugkeer in de samenleving.
4. Zorg medische zorg, waaronder psychiatrische zorg. De zorgprofessional legt de juiste
contacten met de reguliere ggz-zorg en gemeenten zodat de gedetineerde ook na afloop van
detentie de juiste zorg krijgt. Gemeenten, veiligheidshuizen, politie, OM en zorgaanbieders
werken samen om zo lang als nodig zorg te bieden aan ex-gedetineerden.
Maatregelen samenvattend veilige terugkeer in samenleving:
- Fysieke aanwezigheid reclassering in PI’s verhoogd, zorgt voor betere samenwerking.
- Regionale plaatsing verbeterd, zodat gemeenten en behandelaren beter contact kunnen
houden met gedetineerden.
- Gemeenten geïnformeerd over aanvang en einde detentie.
- Wettelijke grondslag waardoor gevangenis meer gegevens kan delen met gemeenten.
- Extra casemanagers in drie inrichtingen om beter te werken aan randvoorwaarden.
- 1 miljoen investeren voor inzet vrijwilligers bij re-integratie.
- Reclassering start in 2018 met vrijwilligers binnen reclasseringstoezicht.
- Gedetineerden krijgen zorg die nodig is.
- Koers en Kansen: rol gemeenten bij re-integratie verbeteren.
- Procesgang rond kortgestraften wordt verbeterd door samenwerking met ketenpartners.
- Nieuwe aanpak afdoen van strafzaken van relatief lichte delicten waarbij aandacht is voor
persoonlijkheidsproblemen.
- Lokale, kleinschalige voorzieningen ingericht zodat gemeenten en zorgpartners meer
betrokken raken bij re-integratie.
Twee andere aspecten die van groot belang zijn voor een veilige en ongestoorde tenuitvoerlegging:
de veiligheid in de inrichtingen en een solide personeelsbeleid.
Dus belangrijk bij ongestoorde tenuitvoerlegging en recidivereductie:
- Extra inzet randvoorwaarden
- Betere samenwerking met partners
- Veiligheid in inrichtingen
- Solide personeelsbeleid
Goed opgeleid personeel dat wordt ondersteund met de juiste informatie en technologische
middelen is essentieel. Informatie-gestuurd werken ligt ten grondslag aan goede besluitvorming. Met
inzicht in het doen en laten van de gedetineerde en kennis van zijn achtergrond en sociale relaties, is
het personeel beter in staat om hierop adequaat te reageren. De basis is relationele veiligheid,
waarbij het personeel alert is, contact heeft met gedetineerde, signalen van ongewenst gedrag
herkent en daarnaar handelt.
Maatregelen samenvattend om incidenten binnen gevangenis terug te dringen:
- Binnenbrengen van contrabande door bezoek en personeel wordt strafbaar gesteld.