100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting algemene economie €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting algemene economie

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle tentamenstof voor het vak Algemene economie in het eerste jaar van facility management

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • Nee
  • Tentamenstof
  • 2 februari 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (40)
avatar-seller
nickybevelander
Samenvatting Algemene economie

Hoofdstuk 1 Algemene economie en bedrijfsomgeving
• Wat is economisch handelen en welke wetenschap bestudeert dit verschijnsel?
• Wat is de relatie tussen de bedrijfsomgeving en de algemene economie?
Economie is een keuzewetenschap = we hebben oneindig veel behoeften, maar beperkte middelen.
(Je ontkomt er niet aan om keuzes te maken).
Welke middelen worden gebruikt om behoeften te bevredigen?
• Middelen: grondstoffen, machines en arbeid, tijd, geld
Deze middelen zijn alternatief aanwendbaar/schaars. -> als je arbeiders ergens op inzet, kan je niet
diegene ergens anders op inzetten.

Het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften noemen we welvaart.
Economisch handelen = het streven naar maximale welvaart met behulp van schaarste middelen. De
economische wetenschap bestudeert dit. Economisch handelen speelt zich af in en tussen diverse
organisaties.
Consument –> maximale individuele welvaart
Producent -> maximale winst
Overheid -> maximale maatschappelijke welvaart

De economische wetenschap bestudeert het economisch handelen. Dit is zo complex dat de
economische wetenschap in verschillende onderdelen uiteenvalt.

Economische handelen in een land kan men op verschillende niveaus bestuderen: bedrijven en
gezinnen, een groep bedrijven en gezinnen en een land

Economie = zo hoog mogelijke welvaart en hoe verdelen?
De kennis van de externe (bedrijfs)omgeving is belangrijk voor een onderneming; organisatie,
overheid of individu omdat men moet kunnen inspelen op kansen en bedreigingen uit de externe
omgeving.

Algemene economie:
1. Meso- (bedrijfstak) en micro-economie (individueel)
Bestuderen de kenmerken van markten en bedrijfstakken waarmee ondernemingen te maken
hebben.
2. Macro-economie (landelijk)
Geeft een beschrijving en analyse van allerlei verschijnselen voor een heel land.
3. Monetaire economie (mensen die vooral naar de rol van geld kijken in de economie)
4. Internationale economische betrekkingen (economen die naar handel kijken)
Bestudeert de buitenlandse handel.

,Directe omgeving = direct invloed. Bestaat uit de marktpartijen van de onderneming op haar in- en
verkoopmarkten. Het gaat daarbij om verschillende schakels in de bedrijfskolom
Indirecte invloed = beperkte invloed. Bestaan uit werknemers- en werkgeversorganisaties, de
overheid en culturele omgevingsfactoren, zoals de publieke opinie en de media.
- Ondernemingen moeten steeds meer rekening houden met de publieke opinie. Dat is een
taak voor de publicrelationsafdeling of functionaris. Deze moet zeer voorzichtig
manoeuvreren met de emoties van het publiek.
- De sociale omgeving is ook van belang voor een bedrijf. De arbeidsmarkt wordt door diverse
sociale factoren beïnvloed.
- De invloed van technologie is van belang in de concurrentiestrijd. Nieuwe producten volgen
elkaar steeds sneller op.
Macro-omgeving = geen enkel invloed
- Deze factoren zijn vrijwel geheel onbeheersbaar
- Bestaat uit de conjuncturele ontwikkeling, de ontwikkeling van wisselkoersen en prijzen van
belangrijke grondstoffen, en demografische ontwikkelingen.
Macro-economie omvat: nationale en internationale conjunctuur, de loonsom, de overheidsinvloed,
de kapitaalintensiteit en de arbeidsproductiviteit.

Bedrijfsomgeving = alle ontwikkelingen in de omgeving van een onderneming die invloed hebben op
de resultaten van een bedrijf.

Het is een verrijking als managers kunnen omgaan met voorspellingen van omgevingsvariabelen en
inzien dat deze een risico voor de onderneming kunnen opleveren. Een beleid invoeren die minder
gevoelig is voor schommelingen in de conjunctuur etc. is erg van belang.

Absolute en relatieve gegevens:
- Absolute vorm: getallen, hoeveelheden
- Relatieve vorm: procentuele veranderingen

De begrippen volume, prijs en waarde staan met elkaar in verband
De waardestijging van een variabele: nominale stijging
De volumeverandering: de reële stijging
De nominale stijging = de reële verandering + de prijsstijging (NIC = RIC x PIC)
De waarde van een consumptie bestaat uit het volume x de prijzen.

Voor vrijwel alle economische variabelen is het van belang volume en prijsveranderingen van elkaar
te onderscheiden.

BBP = Av x ap
Av = de vraag naar arbeidskrachten, het aantal werknemers of de totale werkgelegenheid
Ap = arbeidsproductiviteit, de productie per eenheid arbeid per tijdseenheid

L = Lwn x Av
L = de totale loonsom
Lwn = de loonsom per werknemer
Av = de hoeveelheid werknemers

LKP.e.p. = Lwn / ap
LKP.e.p. = de loonkosten per eenheid product
Lwn = loon per werknemer
Ap = arbeidsproductiviteit

,De g voor een variabele duidt op de relatieve groei van deze variabele in procenten (x wordt + en /
wordt -)
gBBP = gAv + g ap
gL = gLwn + gAv
gLKp.e.p. = gLwn – g ap

Hoofdstuk 2 Produceren
• Hoe kunnen we welvaart meten en vergelijken?
• Wat is het verband tussen welvaart en welzijn?
• Hoe dragen ondernemingen en overheid bij aan de welvaart?
De behoeftebevrediging met behulp van goederen en diensten noemen we welvaart.
De totale productie binnen de landsgrenzen is het bruto binnenlands product (BBP). Dit is de
belangrijkste maatstaf om de welvaart van landen te vergelijken.
Welvaart meten we door (BBP). Om landen te kunnen vergelijken, moet het bbp:
1. Per hoofd van de bevolking bepaald worden (bbp per inwoner)
2. Omgezet worden in 1 munteenheid
3. Gecorrigeerd worden door de verschillen in koopkracht van de munt per land.
(Koopkrachtkwaliteit).
De groei van het bbp is de maatstaf voor economische groei. Gelijk of ongelijkheid van de
inkomensverdeling wordt gemeten door een tabel.

Economische groei = groei van de productie in een economie, veelal afgemeten aan de groei van het
bruto nationaal product (per hoofd van de bevolking)
Er moet eerst waarde aan producten toegevoegd worden, wat productie wordt genoemd, voordat ze
geschikt zijn voor behoeftebevrediging.

De koopkracht van een munt verschilt van land tot land. We moeten de inkomens dus ook nog
corrigeren voor deze verschillen in koopkracht. Door deze correctie krijgen we de koopkrachtpariteit.

De groei van het bbp is de maatstaf voor de groei van de economie.
- Welvaartsverschillen binnen landen kunnen ook verschillen.

De internationale gemeenschap heeft vastgelegd welke behoefte elk mens ten minste moet kunnen
bevredigen om van een menswaardig bestaan te kunnen spreken. Normen daarvoor zijn te vinden in
de universele verklaring van de rechten van de mens. Een maatstaf voor de gelijkheid van de
inkomensverdeling is het aandeel van de armste en de rijkste mensen in het totale inkomen.
De inkomensverdeling is van invloed op de hoogte van de welvaart. Een heel ongelijke
inkomensverdeling kan ook tot productiviteitsverlies leiden.

Een te gelijke als een heel ongelijke inkomensverdeling heeft nadelige gevolgen voor de hoogte van
de welvaart.

Welzijn duidt op het welbevinden en de geluksbeleving van mensen in een samenleving. Voor een
gelukkig leven is een zekere materiele behoeftebevrediging noodzakelijk, maar niet altijd voldoende.
Welzijn wordt onder andere gemeten met behulp van ‘human development index’ (HDI)
- Een lang en gezond leven: de levensverwachting bij de geboorte.
- Kennis, gemeten als de deelname aan het lager, voorgezet en hoger onderwijs.
- Een redelijke levensstandaard: het inkomen per hoofd van de bevolking.
Er komt steeds meer kritiek op het inkomen per inwoner.

, Het bbp is de som van alle productieve activiteiten die binnen bepaalde landsgrenzen plaatsvinden.
Productie bestaat uit het toevoegen van waarde en kan op drie manieren gemeten worden.
1. De productie: alle toegevoegde waarde van ondernemingen en overheden binnen
landgrenzen (productiebenadering)
2. De inkomens: de beloningen die de productiefactoren ontvangen (inkomensbenadering)
3. De bestedingen: de totale bestedingen van consumenten en ondernemingen
(bestedingsbenadering)
Produceren kan niet zonder KANO (kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap)

Marktprijzen = die de consument in de winkel betaald (inclusief btw)
Verkoopprijs = prijs product – btw – accijns

De productie wordt gemeten aan de hand van de primaire inkomens: de beloningen van
productiefactoren. Dit heet de productie tegen factorkosten

Tellen we indirecte belastingen (BTW, accijns en invoerrecht) bij de factorkosten dan heet dat de
productie tegen marktprijzen.

De waarde van een product komt tot stand bij de verkoop van de producten. Dat levert een
opbrengstenstroom op.
Uit de opbrengst van de verkopen kan een onderneming in de eerste plaats de inkopen betalen. De
waarde van de grondstoffen en halffabricaten die ondernemingen kopen, is in andere
ondernemingen toegevoegd.




We spreken van factorkosten omdat deze post de kosten van de productiefactoren weerspiegelt.
De winst is het verschil tussen de opbrengsten uit de verkopen van producten en de kosten van het
productieproces. Winst wordt gezien als een vergoeding voor de productiefactor ondernemerschap.
Hoe beter het bedrijf in staat is productiefactoren te combineren, des te hoger is de beloning voor
het ondernemersrisico. Winst is een restpost. Daarom is de productie gelijk aan de beloning van de
productiefactoren.

Binnenlands product = de productie van goederen en diensten binnen de landsgrenzen. Men maakt
onderscheid tussen bruto en netto binnenlands product tegen factorkosten en marktprijzen.
- Netto binnenlands product tegen marktprijzen: de som van loon, winst, rente en pacht,
inclusief het verschil tussen indirecte belastingen en kostprijs verlagende subsidies
- Netto binnenlands product tegen factorkosten: de som van loon, winst, rente en pacht
- Bruto binnenlands product tegen marktprijzen: de som van loon, winst, rente, pacht,
afschrijvingen en het verschil tussen indirecte belastingen en kostprijs verlagende subsidies
- Bruto binnenlands product tegen factorkosten: de som van loon, winst, rente en
afschrijvingen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nickybevelander. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen