±1KM,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,JHGFHEWOefenopdrachten VE2
1. De kandidaat onderbouwt of het betreffende orgaan (op centraal of decentraal niveau)
1 belast is met wetgeving, uitvoering (bestuur) of rechtspraak.
1. In de gemeente Enschede besluit de gemeenteraad tot het invoeren van hondenbelasting. De
bevoegdheid om dit te doen is gebaseerd op artikel 216 van de Gemeentewet. Wordt deze
bevoegdheid toegekend door de wetgevende, uitvoerende of rechtsprekende macht?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
1. De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de bestuurslaag rijk, provincie of
2 gemeente valt, dan wel een zelfstandig bestuursorgaan is.
2. Wethouder Elsemieke Hillen is verantwoordelijk voor het sportbeleid in de gemeente.
Elsemieke doet tijdens een vergadering van het college van B&W het voorstel om extra subsidie te
geven aan de plaatselijke voetbalvereniging voor het aanleggen van een kunstgrasveld. Het college
van B&W is enthousiast over dit plan van de wethouder en zet het collegebesluit op de agenda van
de gemeenteraad. Wie zijn in deze casus een bestuursorgaan en tot welke bestuurslaag horen zij?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
1. De kandidaat onderbouwt of er in een situatie sprake is van autonomie of medebewind.
3
3. De gemeenteraad van Alkmaar stelt een sportnota vast. Is hier sprake van autonomie of
medebewind? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
4. Is de vaststelling van een standplaatsbeleid voor marktkramen een autonome of
medebewindstaak van de gemeente? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
2. De kandidaat onderbouwt voor een situatie op grond van welke wettelijke bepaling een
1 overheidsorgaan mag optreden (legaliteitsbeginsel).
5. Op grond van welke wettelijke bepaling kan de burgemeester een pand waar drugs
verhandeld wordt sluiten? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe aan de hand van een
wetsartikel(1p).
2. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een wet in formele zin en/of
2 een wet in materiële zin.
6. De ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR) geeft regels over de schriftelijke stukken die
meegezonden moeten worden bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de verbouwing
van een huis. Is de MOR een wet in formele zin en/of een wet in materiële zin? Noteer je
antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
7. Is de Opiumwet een wet in formele zin en/of materiële zin? Noteer je antwoord (1p) en licht
je antwoord toe (1p).
2. De kandidaat beoordeelt of een beslissing van een bestuursorgaan een beschikking of een
3 besluit van algemene strekking (algemeen verbindend voorschrift, beleidsregel, plan) is.
8. De onroerendezaakbelasting wordt in de gemeente Lunen met twee procent verhoogd. De
verhoging van dit tarief wordt aangenomen in de raadsvergadering op 11 februari en vastgelegd in
de belastingverordening van de gemeente. Wat voor besluit heeft de gemeenteraad genomen?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
9. Wat voor soort besluit is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van een gemeente?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
10. De gemeente Zoetermeer heeft in haar sportnota als uitgangspunt: de verenigingen
stimuleren om jeugd lid te laten worden van een sportvereniging. Voor elk jeugdlid krijgen de
sportverenigingen een extra financiële bijdrage. Wat voor besluit is de sportnota? Noteer je
antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
11. De gescheiden moeder Wendy van Zulten vraagt bij de sociale dienst extra bijstand aan voor
de aanschaf van een computer. Omdat de computer gebruikt gaat worden voor de
, schoolwerkzaamheden van haar kinderen, krijgt zij de vergoeding. Waarom is de toekenning van
de vergoeding een beschikking? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
3. De kandidaat onderbouwt voor een situatie op basis van een algemeen principe welke
1 wettelijke regeling van toepassing is (hoge regelgeving gaat voor lage regelgeving, bijzonder
gaat voor algemeen, nieuw gaat voor oud).
12. Welk algemeen principe dient te worden gehanteerd in de verhouding tussen de Algemene
wet bestuursrecht en de Woningwet om te bepalen welk wettelijk voorschrift van toepassing is?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
13. In een procedure wordt de rechter geconfronteerd met een drietal regelingen: een wet in
formele zin, een ministeriële regeling en een provinciale verordening. Op basis van welk principe
zal hij beslissen welke regeling van toepassing is? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe
(1p).
14. In een gemeenteverordening wordt de termijn voor het indienen van een zienswijze
veranderd. De termijn gaat van zes weken naar acht weken. Op grond van welk principe geldt nu
de termijn van acht weken? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
15. In een milieuwet staat dat bezwaar binnen vier weken moet plaatsvinden. In de Algemene
wet bestuursrecht (Awb) staat dat bezwaar binnen zes weken moet plaatsvinden. Op basis van
welk principe zal de bestuursrechter beslissen dat de termijn van vier weken in de milieuwet van
toepassing is? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
3. De kandidaat onderbouwt voor een wet/rechtsregel of deze behoort tot het algemeen
2 bestuursrecht (Wet op de Raad van State, Wob, Wet Bibob, de Beroepswet, Wet Nationale
ombudsman, Beroepswet en de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie) of bijzondere
deel van het bestuursrecht.
16. Waarom behoort de rechtsregel over het horen van de aanvrager van een besluit tot het
algemene bestuursrecht? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
17. Waarom behoort de Vreemdelingenwet tot het bijzondere deel van het bestuursrecht?
Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
18. Welke van de volgende wetten valt onder het algemeen bestuursrecht: de
Werkloosheidswet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Wet Nationale
Ombudsman? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
19. Welke van de volgende wetten valt onder het bijzondere deel van het bestuursrecht: de
Algemene wet bestuursrecht, de Woningwet of de Wet openbaarheid van bestuur? Noteer je
antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
20. Welke van de volgende regelingen behoort tot het algemeen deel van het bestuursrecht: de
regeling over het vaststellen van een bestemmingsplan, de regeling over subsidieverlening of de
regeling over verlening van een verblijfsvergunning? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord
toe (1p).
21. Welke wet behoort tot het bijzonder bestuursrecht: de Gemeentewet, de Wet Openbaarheid
van Bestuur of de Woningwet? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).
3. De kandidaat stelt voor een situatie vast of er sprake is van attributie, delegatie of mandaat.
3
22. In een gemeentelijke verordening wordt de bevoegdheid om standplaatsvergunningen voor
de wekelijkse markt te verlenen toegekend aan de marktmeester. Waarvan is sprake bij de
toekenning van die bevoegdheid aan de marktmeester? Noteer je antwoord (1p) en licht je
antwoord toe (1p).
23. Op grond van de Grondwet stelt de gemeenteraad van Utrecht een Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) vast. In deze APV wordt het uitlaten van niet aangelijnde honden in de
openbare parken strafbaar gesteld. Wat is de grondslag van deze bevoegdheid van de
gemeenteraad? Noteer je antwoord (1p) en licht je antwoord toe (1p).