Kennislijn (aantekeningen)
OP 2
Week 1
WG 1
Niks belangrijks
WG 2
Stadia van volwassenheid van Erikson:
-Vroeg volwassenheid (18 tot 35 jaar): intimiteit tegenover isolement (onafhankelijkheid, experimenterend,
roekeloosheid) je zoekt je rol in de maatschappij, krijg je kinderen? Welk werk ga je doen? Wanneer ga je uit
huis? Welke partner kies je? Ga je trouwen? Wat is je seksualiteit?
-Middelbare leeftijd (35 tot 55-65 jaar): balans zoeken tegen generativiteit tegenover stagnatie, je kijkt niet
alleen naar je eigen kring maar ook wat je kan doen voor de maatschappij, bijv. vrijwilligerswerk. Je kinderen
gaan uit huis, je stopt met werken, je gaat in de overgang, midlife crisis als je negatief terugkijkt op je leven,
periode van zelfreflectie. Zoeken van intimiteit gaat heel je leven door, ook dus in deze fase speelt seksualiteit
een rol. ‘sandwichgeneratie’ als je voor je kinderen en ouders moet zorgen.
-Late volwassenheid (55-65 tot dood): ego-integriteit (=als je tevreden bent over je leven) tegenover wanhoop
door terug te kijken naar je eigen leven, fysieke veranderingen (grijs haar, huid, spieren), sociale en emotionele
veranderingen door afscheid te nemen, kunnen loslaten ook omdat je weet jij zelf ook gaat wegvallen.
Cognitieve veranderingen, niet dat het achteruit gaat maar je gaat anders denken, minder snel info opnemen.
Ook hier seksualiteit/intimiteit.
Stress en coping
Processen die gevolg zijn van ziekte
cognitieve beoordeling -> adaptieve taken -> vaardigheden voor coping
implicaties van de ziekte omgaan met de coping is probleemgericht of emotiegericht
voor zijn/haar eigen ziekte zorgen dat je om kan gaan met ziekte, plaats geven
leven
Hoe komt het dat sommige mensen wel gestrest worden van een ziekte hebben en sommige niet
-Persoonlijkheid
-Locus of control (interne en externe): bij interne locus of control denk je dat je zelf kan zorgen wat er gebeurd.
Bij externe locus of control denk je dat je zelf geen invloed kan uitoefenen; maakt niet uit hoeveel ik leer, ik
haal toch wel een onvoldoende.
-Optimisme, standvastige en effectieve coping, leven langer, positief effect op genezing, minder vaak ziek
-Weerbaarheid
-Veerkracht mee kunnen buigen met je ziekte
Copen= leren omgaan met, ondernemen van actie om de oorzaken van stress te verminderen of weg te nemen
-Probleemgerichte copingstrategie: opzoek naar oplossingen
-Emotiegerichte copingstrategie: verminderen van negatieve emoties
-Responsgerichte copingstrategie: verminderen van de mogelijke gevolgen
-Cognitieve herstructurering
-Sociale vergelijkingen: mijn moeder had dit probleem ook en toen deed ze dit dus dat ga ik ook proberen
-Positieve emoties
-Betekenis vinden: elke moeilijke periode geeft lessen mee, alles gebeurt met een reden.
-Acceptatie
-Ontkenning of vermijding verzacht het psychisch lijden in het begin
,Positieve psychologie
Is de wetenschap van welbevinden en optimaal functioneren ->
flourishing. Is gericht op krachten en preventie
Uit de humanistische psychologie = kijken naar het geheel van de
mens
Maslow richt zich op gezonde mens
Myhali Csikszentmihalyi en Martin Seligman zijn belangrijkste
grondleggers van positieve psychologie
Positieve gezondheid is hoe je optimaal kan leven, als je je leven al
een 7 geeft kijk positieve psychologie hoe je toch een 8 kunt halen voor jezelf.
Welbevinden volgens Seligman, een paar pijlers:
-Positieve emoties
-Engagement
-Relationship
-Meaning
-Accomplissment
Ezelsbruggetje : PERMA
Op 3 niveaus kan je kijken naar welbevinden: emotioneel, psychologisch en sociaal
Sociaal welbevinden heeft 5 dimensies, je vindt dat je een sociaal positief welbevinden hebt als je:
-Positieve visie op andere mensen
-Geloof in de maatschappelijke vooruitgang
-Begrijpt de maatschappij
-Participeert in de maatschappij
-Voelt zich thuis in de maatschappij
Psychologisch welbevinden heeft 6 dimensies:
-Doelgerichtheid
-Persoonlijke groei, wat is je doel ook als je ziek bent
-Autonomie
-Omgevingsbeheersing
-Zelfacceptatie
-Positieve relaties
Emotioneel welbevinden heeft 3 dimensies:
-De mate waarin positieve gevoelens aanwezig zijn
-De mate waarin negatieve gevoelens afwezig zijn. Je negatieve gevoelens kunnen afwezig zijn maar als je geen
positieve gevoelens hebt zeg je alsnog niet dat je een goed welbevinden hebt
-De mate waarin mensen tevreden zijn over hun leven
Broaden-and-build theorie (Barbara Fredrickson)
Het broaden effect: positieve emoties vergroten cognitieve flexibiliteit en creativiteit en de sociale cognities.
Verminderen ook het effect van negatieve emoties. Positieve emoties dragen dus bij aan ons welbevinden
Het build effect: uiteindelijk helpen positieve emoties bij het bouwen van copingsbronnen
, Machteld Huber: je bent gezond als je je kan aanpassen aan de uitdagingen van het leven en daarin de eigen
regie kan nemen. Positieve gezondheid
Verpleegkunde:
Klachtgerichte benadering: hoe we vroeger keken naar gezondheid, richt zich op de oorzaak van de klacht en
op het herstel
Persoonsgerichte (krachtgerichte) benadering: richt zich op het bevorderen van welbevinden om uiteindelijk
een betekenisvol leven te leiden. = positieve verpleegkunde
Stressor = stimulus of situatie die stress oplevert
WG 3
Belangrijke begrippen:
-Traumatische stressoren: stressor als gevolg van een ongeluk, verlies van een dierbare of oorlog bijv.
-Chronische stressoren: een stressvolle situatie wat langer aan kan houden, dagelijkse ergernissen, grote
veranderingen in levensfases (major life events) of compassiemoeheid (type burn-out, je bent druk met
verzorgen van iemand anders waardoor je eigen gevoelens wegstopt
-Maatschappelijke stressoren: stressvolle omstandigheid die haar oorsprong vindt in onze sociale, culturele of
economische omgeving.
-Moderatoren: tegenovergestelde van een stressor, een moderator zorgt ervoor dat je stressniveau niet te
hoog wordt, moet positief zijn en structureel voorkomen in het leven. Bijv. een vriendin waartegen je alles kan
vertellen waardoor je stress verlaagd
-Weerbaarheid: Houding van weerstand tegen stress die is gebaseerd op een gevoel van uitdaging en controle
-Persoonlijkheidstype A: competitiever, georganiseerder, ongeduldiger, bewuster en ambitieuzer dan type B
-Persoonlijkheidstype B: creatiever, minder gevoelig voor stress, nemen langer de tijd voor dingen, extravert,
vinden het leuk om in de belangstelling te staan, veel mensen vinden hun aardig.
-Algemeen aanpassingssyndroom (3 stadia):
1 Alarmreactie: veroorzaakt door toename adrenaline hormoon, als stressor niet verdwijnt komt organisme in
stadium 2 terecht
2 Weerstand: afname van adrenaline, je lichaam past zich aan aan de aanwezigheid van de stressor, als stressor