ZHB1
GNK 2021-2022
ONTHOUDEN
- Anterograde amnesie = niet in staat om feiten of gebeurtenissen langer dan enkele minuten te
onthouden.
,HOORCOLLEGE 1 – BOUW EN ORGANISATIE, VATEN EN VLIEZEN
Organisatie
Het zenuwstelsel bestaat uit het CZS en een PSZ. Het CZS zijn de hersenen (encephalon) en het ruggenmerg (myelum).
Het PZS is alles wat buiten schedel en wervelkanaal ligt dus alle hersenzenuwen (nervi craniales),
ruggenmergzenuwen (nervi spinales) en de autonome+sensibele ganglia.
Daarnaast zijn de zenuwen te verdelen in afferent (aanvoerend) en efferent (effect). De afferente zenuwen bestaan
uit somatische en viscerale. Somatisch is sensorisch vanuit bijvoorbeeld de huid, viscero-sensibele informatie is
informatie uit de organen zoals hoe vol de blaas is. Het efferente deel (effect) is te verdelen in somatisch en
autonoom. Het somatische gedeelte is bijvoorbeeld het innerveren van de skeletspieren en het autonome gedeelte is
het viscero-motorische gedeelte; gladde spieren, klieren en hartspieren.
Centrale zenuwstelsel
Het CZS is te verdelen in een aantal onderdelen
- Cerebrale hemisferen
o Grote hersenen
- Diencephalon
o Tussenhersenen
- Mesencephalon
o Middenhersenen
- Pons + cerebellum
- Medulla
- Ruggenmerg
De hersenstam bestaat uit het mesencephalon, de pons en de medulla. In de hersenen is een ruimte, een lumen; het
ventrikel systeem. Elk hersenonderdeel heeft een ruimte met een andere naam;
- Laterale ventrikel
o Bij de hemisferen
- Derde ventrikel
o Diencephalon
- Aquaductus cerebri
o Mesencephalon
o Het betekent waterleiding; is dan ook een smalle buis
- Vierde ventrikel
o Bij cerebellum in de buurt
- Centrale kanaal
o In het ruggenmerg
Hersenvliezen
De hersenen liggen niet los in de schedel maar zijn omgeven door de hersenvliezen. Er zijn drie hersenvliezen
- Dura mater
o Harde hersenvlies
o Bestaat uit twee bladen
▪ Buitenste = endostale blad (botvlies)
▪ Meningeale blad
o De bladen zijn niet van elkaar te halen
- Arachnoidea
o Spinnenwebvlies
- Pia mater
o Zachte binnenste vlies
o Volgt alle contouren van de hersenen
Tussen de pia mater en arachnoidea bevindt zich een ruimte; de subarachnoidale ruimte. Vanuit de arachnoidea
lopen fibreuze strengetjes naar de pia mater, vandaar de naam spinnenwebvlies.
Dura mater
De dura mater wordt van bloed voorzien door de A. meningea media. In de schedel zijn ook afdrukken van deze
arteriën te zien. Als er een trauma is - zoals een schedelfractuur- kan het zijn dat er een ruptuur is in de A. meningea
media. De dura zit tegen de schedel aan, bloed hoopt zich dan op tussen de schedel en de dura, de dura komt dan los
van de schedel. Er ontstaat daardoor een gladde rand van een bloeding; epidurale bloeding. De hersenen worden
,ingedrukt en kunnen geen kant op, er immers een schedel. De enige kant waar het heen kan is het achterhoofdsgat,
er ontstaat dan druk op de pons en hersenstam. Hier zitten onder andere het ademhalingscentrum en
bloeddrukcentrum dus kan een persoon in coma raken.
Veneuze sinussen
Zoals net besproken bestaat de dura mater uit twee bladen welke met elkaar vergroeid zijn, hiertussen zijn soms
ruimtes met grote bloedvaten; de veneuze sinussen. Hier monden de vene van de hersenen uit, het
bloed komt vanuit de diepte naar de oppervlakkige venen die uitmonden in de veneuze sinussen. De
venen die erin uitmonden zijn de ankervenen. De volgende sinussen dienen gekend te worden;
- Sinus sagittalis superior - Sinus transversus
- Sinus sagittalis inferior - Sinus sigmoideus
- Sinus rectus (straight) - Sinus cavernosus
- Confluens sinuum - Sinus petrosus superior
De sinus sigmoideus eindigt in de V. jugularis waar het de hersenen verlaat. In confluens sinuum
komen de sinus sagittalis superior en sinus rectum samen. De sinus cavernosus heeft een aantal intra-extracraniale
anastomosen. Het heeft dus verbindingen met venen die in het aangezicht lopen. Het bloed kan op deze manier
afgevoerd worden naar de V. Jugularis externa. Er bevinden zich geen kleppen in de venen in het hoofd-halsgebied
dus de afvoer is afhankelijk van de druk. Infecties in het aangezicht kunnen dus via deze venen en de sinus cavernosus
naar de hersenen kan en daar een ontsteking kan geven.
In dit systeem kan ook wat misgaan, de oppervlakkige venen gaan door de dura heen om uit te monden in de veneuze
sinus. Als er trauma is waar schudding bij is, kunnen de venen afscheuren. Er is dan een bloeding onder de dura;
subdurale bloeding. De scheuren zijn dan ontstaan in de ankervenen dus de bloeding bevindt zich tussen de dura
mater en arachnoidea. De contouren van de hersenen zijn dan te zien op een scan. De hersenen worden weer
ingedrukt naar het achterhoofdsgat, er moet dus wel wat aan gedaan worden. Een subdurale bloeding is langzamer
dan een epidurale bloeding; er heerst immers een lagere druk in het veneuze systeem. (subduraal = veneus)
Liquorcirculatie
In de hersenen zit hersenvloeistof welke door de ventrikels stroom, dit is de liquor. De liquor moet aangemaakt
worden, dit wordt gedaan door de plexus choreoïdus in het ventrikelsysteem. Er bevindt zich een plexus choreoïdus in
het laterale ventrikel, in het derde ventrikel en in het vierde ventrikel. Als het in het laterale ventrikel is aangemaakt,
gaat het naar het derde ventrikel, door de aquaductus en dan in het vierde ventrikel. In het vierde ventrikel zijn
foramina waardoor liquor naar rondom de hersenen kan stromen om een beschermend kussen te vormen. De liquor
zal ook rondom het ruggenmerg stromen en daar ook een kussen vormen. Het wordt opgenomen en afgevoerd in de
veneuze sinus.
Arteriële systeem
Er komt van twee kanten bloed naar de hersenen; een voorste systeem (A. carotis interna x2) en het
achterste systeem (A. vertebralis x2 via het achterhoofdsgat). De A. vertebralis komt samen om de A.
basilaris te vormen en dan wordt het de A. cerebri posterior. Het voorste systeem is A. carotis interna en
geeft de A. cerebri media en de A. cerebri anterior af. De vaten zijn verbonden door een
communicerend takje; communicans posterior x2 (tussen beide A. cerebri posterior en A. carotis
interna) en een communicans anterior (tussen beide A. cerebri anterior). Als er dus ergens een
obstructie is kan via de andere kant wel alle delen voorzien worden van bloed. Er kunnen aneurysma's
zijn, dit zijn zwakke plekken in de arteriën. Als dat knapt komt er bloed in de subarachnoïdale ruimte.
Er zijn vaatjes die direct de hersensubstantie ingaan; perforerende takken en er zijn takken die eerst
naar opzij gaan en dan pas de hersenen van bloed voorzien; de oppervlakkige/corticale takken.
Er zijn drie arteriën (corticale takken) voor de grote hersenen; A. cerebri anterior (als een soort
hanenkam de voorzijde en mediale zijde), de cerebri media (de bolle zijde van de hersenen) en de A.
cerebri posterior (het achterste deel maar ook de onderzijde).
Vragen
De vraag is waar een infarct is:
Het antwoord is A. cerebri media
- De stroomrichting van de bloedstroom in het achterste systeem is?
o A. vertebralis, A. basilaris, A. cerebri posterior
- Door welke arterie wordt de dura mater van bloed voorzien?
o A. meningea media
- Wat zijn de afferente zenuwen?
o Sensorische zenuwen vervoeren informatie in de richting van het CZS
, - Door hoeveel communicerende takken wordt het voorste systeem met elkaar verbonden
o A. communicans anterior
- Wat is juist ten aanzien van een subduraal hematoom
o Een subduraal hematoom ligt tussen de dura en arachnoidea
o Een subduraal hematoom ontstaat na ruptuur van een ankervene
HOORCOLLEGE 2 – ONTWIKKELING VAN HET CZS
Neurulatie
Het begon bij de epiblast en hypoblast waar cellen gingen migreren en naar binnen zakte om een nieuwe laag
te vormen tussen de epi- en hypoblast. Hierdoor is een driebladige kiemschijf gevormd; het ectoderm
gevormd uit de epiblast, het mesoderm ertussenin en het endoderm uit de hypoblast. De primitief groeve is
de plek waar de cellen naar binnen migreren met voorop de primtief knop, dit is de organizer. De primitief
knop stuurt inducerende substanties uit waardoor het ectoderm gaat veranderen in neurectoderm. Er
ontstaat daardoor een groeiende neurale plaat. De neurale plaat begint dan met een kromming en neemt in
grote toe. De cellen in de neurale plaat veranderen dan van vorm waardoor de neurale plaat gaat groeien.
Daardoor ontstaan de neurale wallen en de neurale groeve. Het mesoderm wat naast de neurale plaat zit, is
het paraxiale mesoderm. Deze gaat blokjes weefsel vormen; de somieten. De buis za uiteindelijk sluiten en het
ectoderm zal over de neurale buis groeien waardoor het neurale weefsel afgesloten is van buiten. De neurale buis zal
zich sluiten ter hoogte van de eerste vijf gevormde somieten; in de cervicale regio. De neurale wallen komen bij elkaar
om de neurale buis te vormen en die zal zich sluiten naar de voor- en achterzijde om uiteindelijk helemaal gesloten te
zijn. In de neurale plaat zijn aan de randen een groep cellen; de neurale lijst cellen. Het zijn de paarse cellen
in dit plaatje. De neurale lijst cellen migreren weg en maken geen deel uit van de neurale buis. De neurale
lijst cellen dragen aan een heleboel structuren een bijdrage. In het zenuwstelsel vormen ze de cellen in de
sensibele en autonome ganglia, de cellen van Schwann en de zachte hersenvliezen (pia en arachnoidea -->
dura = mesodermaal).
Somieten
De somieten worden dermatomen, myotomen en sclerotomen.
Dermatomen
Dermatomen gaan delen van de huid vormen. Elk stukje huid, een dermatoom, wordt geïnnerveerd door een spinale
zenuw afkomstig uit hetzelfde niveau. Als er een beschadiging in het ruggenmerg is, kan op de huid gevoeld worden
waar uitval is.
Myotomen
De myotomen vormen de spieren, ook hier is segmentale organisatie. De spieren bestaan echter uit meerdere
somieten dus er zijn meerdere spinale zenuwen die de spieren innerveren dus de segmentatie is iets minder duidelijk.
Sclerotomen
De sclerotomen zijn de somieten die de wervels gaan vormen. De wervelboog wordt gevormd door het dorsale deel
en worden geïnduceerd door het neurale weefsel. Het wervellichaam wordt gevormd uit het ventrale deel en worden
geïnduceerd door de chorda dorsalis.
Sluitingsdefecten
Dorsale defecten
Er kunnen problemen zijn in de dorsale inductie, er zijn dan neurale buis defecten. Een voorbeeld is spina bifida;
gespleten wervelkolom. De wervelboog is dan niet goed gevormd. Er zijn verschillende gradaties van spina bifida, ze
kunnen open of gesloten zijn. Als er bij een wervel een wervelboog niet goed gevormd is, blijft het gevormde
ruggenmerg op zijn plaats maar er is vaak een plukje haar op de hoogte vanuit het effect → spina bifida occulta. Als
het ernstiger is en dus bij meerdere wervels open (spina bifida aperta), kunnen vliezen naar buiten stulpen
(meningocele) of vliezen met ruggenmerg (meningomyelocele). Bij myeloschisis is de neurale buis niet gevormd; er is
een platte neurale plaat. Bij spina bifida is vaak een hydrocephalus te zien, dit wordt ook wel een waterhoofd
genoemd. Het cerebellum is dan in het achterhoofdsgat naar beneden gezakt, de afvloed van de liquor is dan ook
gehinderd. Liquor hoopt zich dan op binnenin de hersenen leidend tot hydrocephalus.
Craniale defecten
Een ander voorbeeld is te vinden aan craniale zijde; of de neurale buis is craniaal niet gesloten en dan liggen de
hersenen open en bloot (anencephalie) waarbij de hemisferen vaak ook niet gevormd zijn, dit geeft te veel schade
waardoor het niet met leven verenigbaar is. Een ander iets is een schedeldefect bij het achterhoofdsgat, de vliezen
kunnen naar buiten stulpen (meningocele) of vliezen en hersenen (meningoencephalocele).