Ontwikkelingspsychologie
Samenvatting tentamen
Susanne van der Deen
Voorblad s
1
,Inhoudsopgave
Voorblad s..............................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1.4, Culturele Gevoeligheid...................................................................................................3
Hoofdstuk 2.2, Hoe leer je kinderen kennen..........................................................................................3
Hoofdstuk 2.3, Begrippen uit de ontwikkelingspsychologie...................................................................5
Hoofdstuk 2.4, Ontwikkelingstheorieën in het kort................................................................................7
Hoofdstuk 3.1, Fysieke ontwikkeling....................................................................................................13
Hoofdstuk 3.2, Sociaal-emotionele ontwikkeling.................................................................................14
Hoofdstuk 3.3, Cognitieve ontwikkeling...............................................................................................16
Hoofdstuk 5.1, Fysieke ontwikkeling....................................................................................................17
Hoofdstuk 5.2, Sociaal-emotionele ontwikkeling.................................................................................18
Hoofdstuk 5.3, Cognitieve ontwikkeling...............................................................................................20
Hoofdstuk 6.1, Reflecteren...................................................................................................................21
Hoofdstuk 6.2, Praten met kinderen....................................................................................................22
Hoofdstuk 6.3, Assessments en kinderen.............................................................................................22
Hoofdstuk 6.4, Leren met portfolio’s....................................................................................................22
Samenvatting klassenmanagement......................................................................................................23
Hoofdstuk 1.1, Klassenmanagement: een definitie..............................................................................25
Hoofdstuk 1.2, Inzichten uit recent wetenschappelijk onderzoek........................................................25
Hoofdstuk 1.3 Benaderingen van klassenmanagement........................................................................25
Hoofdstuk 1.4 Klassenmanagement en onderwijsvisies.......................................................................25
Hoofdstuk 2.1, Pedagogisch klimaat.....................................................................................................26
Hoofdstuk 2.2, Basisbehoeften van het kind........................................................................................27
Hoofdstuk 2.3, Pedagogisch vakmanschap...........................................................................................27
Hoofdstuk 2.4, Rust en harmonie in de klas.........................................................................................28
Hoofdstuk 4.2.2, ADI-model.................................................................................................................28
Hoofdstuk 4.4, Didactische werkvormen..............................................................................................28
Hoofdstuk 4.5, Coöperatieve werkvormen en coöperatief leren.........................................................28
Hoofdstuk 4.6, Feedback geven............................................................................................................29
Hoofdstuk 4.6, Evalueren van onderwijs..............................................................................................29
Hoofdstuk 4.8, Didactisch vakmanschap..............................................................................................29
Hoofdstuk 5.1, Groepsdynamiek..........................................................................................................29
Hoofdstuk 5.2, Groepsvorming.............................................................................................................29
5.3, Groepsrollen..................................................................................................................................30
2
, Hoofdstuk 1.4, Culturele Gevoeligheid
In elke klas zijn er culturele verschillen. Eem leerkracht moet hiervoor culturele gevoeligheid
ontwikkelen. Dit houdt in dat een leerkracht een open houding heeft en interesse en respect toont.
Bij verschillende culturen horen verschillende normen en waarden, communicatiestijlen, stijlen van
kleding, enzovoort. Voor een open houding is het goed om in jouw buitenschoolse leven contacten te
houden met mensen die verschillende culturen hebben. Als je cultureel gevoelig bent dan ontwikkel
je een goed oog voor de kwaliteiten van ieder kind.
Hoofdstuk 2.2, Hoe leer je kinderen kennen
Dit hoofdstuk geeft de leerkracht tools waarmee je kinderen kunt leren kennen.
2.2.1 Observatie
Een observatie is een van de belangrijkste instrumenten om een kind te leren kennen. Bij een
observatie ga je doelgericht en systematisch waarnemen. Observaties moeten voldoen aan de
volgende voorwaarden:
- Observeren moet gericht en bewust gebeuren.
- Observeren moet zo objectief mogelijk gebeuren. Je beschrijft alleen wat je ziet, zonder je
eigen interpretaties toe te voegen.
Tijdens een observatie let je op signaleringsmiddelen bij een leerling die ontwikkelingstaken doet, dit
kan bijvoorbeeld zijn dat de leerling zelfstandigheid aan taken werkt of oog heeft voor een ander.
Je kan verschillende observatiemethoden onderverdelen:
- De longitudinale observatie: observatie van een leerling of groep over een langere periode.
- De cross-sectional observatie: observatie van verschillende kinderen op hetzelfde aspect
zodat er een ontwikkelingslijn ontstaat in verschillende leeftijdsfasen.
- De transversale observatie: verschillende kinderen van dezelfde leeftijd worden
geobserveerd op hetzelfde aspect om verschillen en overeenkomsten te bekijken.
Bij een interactieanalyse worden de gebeurtenissen tijdens een les geobserveerd en vastgelegd. VICS
(Verbale Interactie Categorieën Systeem) is hier een voorbeeld van, hierbij turf je elke 2 seconden
welke interactie gaande is.
2.2.2 Het Sociogram
Je kunt veel te weten komen over je groep als je een sociogram gebruikt. Je stelt de leerlingen vragen
zoals: wie is jouw beste vriendin? Welk kind is het populairst? De leerlingen schrijven twee namen
op. Daarna maakt de leerkracht een sociomatrijs, dit is een tabel waarin je alle gegevens verzamelt.
Via een sociometrische methode kun je twee soorten relaties onderzoeken, namelijk de relaties op
basis van vriendschap en de relaties op basis van samenwerken. Een sociogram is vaak wel een
momentopname. Om dit tegen te gaan kun je in gesprek gaan met de leerlingen, observeren, de
sociogram aan het begin en het eind van het jaar afnemen en observeren nadat je hebt ingegrepen
om te kijken of het sociogram effect heeft gehad (denk dan aan het veranderen van tafelgroepjes).
2.2.3 Gesprek
Een van de directste manieren om contact te maken met een kind is door het voeren van een
gesprek. Carl Rogers, een psycholoog, noemt een aantal voorwaarden voor een goed gesprek:
- Congruentie: de leerkracht zegt geen dingen die hij niet meent of voelt.
- Empathie: de leerkracht moet zich inleven in de belevingswereld van het kind.
3