Colleges 2.4
College 3 – Foundation of Society
Filosofie – Locke & Rousseau
John Locke
- Mensen zijn van nature goed
- Mensen doen niet alleen wat goed is voor zichzelf, maar ook als anderen er voordeel
van krijgen
- Onafhankelijk Recht om te leven, vrijheid en bezit
- Alles wat we hebben in ons hoofd, komt door onze ervaringen
o Als we het niet ervaren hebben, bestaat het niet
o Sommige gedachten zijn soms wel aangeboren, zoals begaafdheid, gezindheid
en neigingen
- Kennis is niet aangeboren, maar wordt steeds verworven
- Met 2-3 jaar leren lezen, verhaaltjes met plaatjes
- Een leraar moet een inspirerend voorbeeld zijn
- Kind moet je niet dwingen, maar moet je uitlokken
- Voor muziek en poëzie heeft Locke geen waardering, die tijd kan je beter besteden
aan dansen, paardrijden en schermen.
Jean-Jaques Rousseau (1712)
- Had al ideeën over ongelijkheid en sociale contract
- Emile, or On Education (1762)
o Alles is goed zoals het uit de handen van de schepper komt, alles in handen
van de mens raakt verdorven
o Kindertijd is de slaap van de rede, kinderen zijn niet volwassenen
- Burgermaatschappij Dit is van mij
- Tweestrijd tussen burger en natuur; nooit een mens, nooit een burger
- Huidige gemeenschap = Alle mensen zijn slecht
o Antwoord Nieuwe gemeenschap gesteund door onderwijs
Waarom leren we over deze oude mensen
- Spanning tussen natuurlijke wet en mensgemaakte wet
- Vragen stellen, waarom doen we de dingen hoe we ze doen? En krijgen we het effect
wat we ermee willen bereiken?
Dilemma’s in de jeugdzorg
- Gebrek aan gedeelde morele uitgangspunten
o Onzekerheid over het gerechtvaardigd is om in te grijpen in de privésfeer?
o Zorgt ingrijpen niet voor nog meer schade?
o Wat is schade?
, College 4 – Zin en onzin van opvoedingsadvies
Opvoedingsvoorlichting is niet alleen afhankelijk van wat we weten – dit speelt ook een
rol:
- Wetenschappelijke kennis/theorieën
- Religieuze opvattingen en morele opvattingen
- Cultuur en traditie
- Historische gebeurtenissen, politieke achtergrond
- Welvaart en ontwikkeling
Opvoeding is plaats-, tijd- en soortgebonden
Verleden beoordelen aan de hand van hedendaagse maatstaven
- Anachronisme Toen was er niks aan de hand, nu bv wel
- Hoe we naar kinderen kijken verandert door de tijd heen
16e-17e eeuw: Gereformeerden en hun religieuze en morele opvattingen
- Kind is opvoedbaar, maar ook verdorven (slecht geboren)
- Kind is tot zonde geneigd, behoeden voor zondigheid
- Goede ouder geeft niet toe, bijv door de roe/slaan te gebruiken, slaan tot het kind
luistert
- Niet toegeven als het kind huilt
Locke en Rousseau – Verlichting en Romantiek
- Filosofen
- Kind is niet langer zondig, maar puur
- Romantiek Kind zien als iets moois
18e eeuw: Kinderen zijn redelijk en hebben geweten, verstandige opvoeding zaait
deugdzaamheid
- Kind is vanzelf goed, als je het maar beloont
Opvoedmethoden 19e eeuw
- De kinderschrik Onderwijzen in gevaren van het leven, consequenties laten zien
o Prentenboek die waarschuwen voor slecht gedrag
o Sinterklaas
Anti-autoritaire opvoeding: De Kresj
- Kinderen moeten zelf gaan nadenken
- Kinderen mochten alles
- Tegenovergestelde van autoritair
To train up a child – 1994
- Zeer extreme werk door conservatieve christenen in USA Pleiten voor lijfstraffen
20ste eeuw
Belangrijkste invloeden