Week 1 – Plattegronden en geschiedenis van bouwstijlen
Waarom bouwkunde:
- Eerste basisbehoefte van een mens is een dak boven zijn hoofd
- Zonder bouw en het vak bouwkunde hadden er nooit gebouwen gestaan
- De bouwkundige staat is van invloed op de waarde van het object. Bepalen marktwaarde
- Adviseren bij aankoop, verkoop, nieuwbouw, belegging, herontwikkeling
Bouwkundige tekeningen lezen
Vlakke projectie
Een vlakke projectie is een 2D afbeelding van een 3D object, bijvoorbeeld een gebouw. Ze worden
veel gebruikt in de bouwwereld, omdat ze twee grote voordelen hebben:
- maatverhoudingen blijven intact en alle hoeken zijn de werkelijke hoeken.
Een samenstelling van enkele vlakke projecties geeft een compleet beeld van een gebouw. De
tekeningen zijn beter bekend onder de namen plattegrond, doorsnede en gevel.
Een plattegrond is een horizontale doorsnede op 1m boven de vloer. Er moet zoveel mogelijk
relevante informatie instaan, maar niet alle informatie is voor iedereen relevant. Een tekening dient
te worden aangepast aan de doelgroep. Zo is een opdrachtgever geïnteresseerd in de binnenmaten
van vertrekken, een constructeur in kolomdoorsneden en een aannemer in het toegepaste type
kalkzandsteen. Een tekenaar moet dus altijd in zijn achterhoofd houden voor wie hij tekent.
In een plattegrond worden de doorgesneden delen, zoals bijvoorbeeld muren en kolommen,
getekend met een dikke lijn. Aanzichten, zoals trappen en meubilair, worden met een dunne lijn
getekend. De doorgesneden delen krijgen een arcering die past bij de gekozen schaal.
Het intekenen van meubilair, bomen en planten ondersteunt het gevoel voor de schaal. Dit is echter
niet in alle soorten tekeningen relevant. Een opdrachtgever zal het op prijs stellen, maar een
adviseur voor klimaatinstallaties zal het eerder hinderlijk vinden.
In tekeningen voor de aannemer of technisch adviseur, zoals bijvoorbeeld een bestektekening, zal
men geen meubilair aantreffen, omdat het dan irrelevante informatie is. In natte cellen, zoals
badkamers en keukens, wordt vaak wel de inrichting ingetekend omdat er rekening gehouden moet
worden met leidingen.
De functie van de verschillende vertrekken in de plattegrond kan aangeduid worden door deze erin
te schrijven. Als dit voor verwarring zorgt of slecht leesbaar is, dan kunnen de kamers ook
genummerd worden.
Dit is hoe er deuren getekend worden: voor jullie alleen optie 1 of 2 van toepassing. Allebei altijd
goed gerekend op tentamen.
Afhankelijk van de aard en de schaal van de tekening wordt
een muurdoorbreking op een bepaalde manier getekend.
,Onder gebouwdelen worden muurdoorbrekingen zoals ramen en deuren verstaan, maar ook
trappen en meubilair.
Over de weergave hiervan bestaan afspraken en in NEN 114 worden velen hiervan beschreven. De
informatie die in een tekening verstrekt wordt, hangt af van de bouwfase en de schaal. Zo ook de
weergave van de gebouwdelen.
Doorsnedes
In tegenstelling tot plattegrond, geen vaste plek. Wel op een “moeilijke plek” omdat het gaat over
toegevoegde informatie. Dus vaak bij trappen of niveauverschillen.
Een doorsnede is een verticale snede door een gebouw. Deze wordt gemaakt op de meest specifieke
plek, zodat de doorsnede representatief voor het object is. Dat houdt onder andere in, dat een
doorsnede nooit zal snijden door een kolom of evenwijdig aan de snede lopende balk. Om een
project duidelijk te kunnen documenteren zijn meestal minstens twee doorsneden nodig, die haaks
op elkaar staan. In een doorsnede worden de doorgesneden delen, zoals bijvoorbeeld muren en
vloeren, getekend met een dikke lijn. Aanzichten, zoals trappen en meubilair, worden met een dunne
lijn getekend. De doorgesneden delen krijgen een arcering die past bij de gekozen schaal.
,Tekening bepaald voor wie het bestemd is. Grove versie is voor
klant. Fijne versie voor aannemer, constructie is duidelijk te
zien.
Een interessante manier om een doorsnede te verduidelijken, is
het toevoegen van een derde dimensie. Dat kan door er een
axonometrische of perspectivische projectie van te maken. De
plaats van een doorsnede moet altijd in een plattegrond aangegeven worden. De maataanduiding
gebeurt in doorsneden anders dan in plattegronden.
Gevels
Een gevel of aanzicht is een vlakke projectie van de gevel van een gebouw. Omdat in een
geveltekening geen onderdelen doorgesneden worden en alle lijnen dus aanzichtlijnen zijn, worden
geveltekeningen vaak vlak en slecht leesbaar. Het is daarom belangrijk om diepte te suggereren door
middel van:
* Verschil in lijndiktes
* Schaduwen
* Bomen, auto's en mensen
Gevelaanzichten geeft men meestal een naam op basis van
windrichtingen, bijvoorbeeld zuidwestgevel.
Axonometrische projectie
Een axonometrische projectie is een 3D tekening zonder
perspectief. De maatverhoudingen blijven intact (behalve bij
cabinet), maar de hoeken worden aangepast aan het gekozen perspectief. Bij de planimetrische
projectie onder 45 graden vallen lijnen over elkaar, wat de
leesbaarheid van de tekening niet ten goede komt.
- In deze tekeningen kan je meten.
- Geen perspectief
- Maatverhouding in tact
- Hoek aangepast
Perspectief
Perspectief is hoe je het zelf ziet: iets wordt kleiner naar mate het
verder weg staat.
Een perspectivische projectie is een 3D tekening mét perspectief. In deze tekening gaan dus zowel
maatverhoudingen als originele hoeken verloren. De perspectivische projectie wordt vooral gebruikt
voor sfeerbeelden, maar kan ook een ontwerp verduidelijken.
Hoewel een perspectivische projectie vanuit elk oogpunt genomen mag worden zijn er drie die bijna
altijd worden toegepast namelijk;
- de ooghoogte perspectief -> 1.7 meter hoogte - interieur/sfeer/andere doelgroep
- de vogelvlucht perspectief - voor stedenbouw of grotere complexen
- het kikkerperspectief
Bij ooghoogte ligt de ooghoogte op de horizon. We tekenen op het hulpraster een persoon die met
zijn ooghoogte precies op de horizon staat. We kunnen dus vaststellen dat deze persoon even hoog
is als de kijker, wiens ooghoogte zich ook op de horizon bevindt.
, Bij doorgetrokken lijn opent raam of deur naar buiten. Bij
getippelde lijn opent het naar binnen zoals bij ramen te zien.
Inleiding architectuurgeschiedenis
Doel:
- Bouwstijlen herkennen
- Bouwperiodes kunnen inschatten
De vroegste gebouwen treft men aan in het Nabije oosten en Egypte.
In de Mesopotamische bouwkunst (3000-500 v. Chr.) werd veel gebruikgemaakt van gedroogde en
gebakken klei. Er werden reusachtige versterkte paleizen gebouwd en op de terrassen hiervan
plantte men bomen en struiken.. Binnen het paleis vond men de tempel waarvan de tempeltoren
ziggoerat genoemd werd. Op de top van deze ziggoerat bevond zich een altaar vanwaar astrologen
de loop der sterren bestudeerden.
Paleis van Khorsabad: Irak
De kennis van de Perzische architectuur (550 – 300 v. Chr.) is vooral ontleend aan overblijfselen van
de tempelpaleizen in Persapolis.
Het was een voortzetting van de gewoonte om te bouwen op heuvels of platforms.
De Egyptische architectuur is vooral bekend vanwege de piramiden en tempels.
De grafarchitectuur heeft een lange ontwikkeling doorgemaakt in Egypte. Belangrijke personen
werden oorspronkelijk in mastaba’s begraven. De trappiramide is een opeenstapeling van mastaba's.
De volgende stap was de ware piramide.
Pesapolis (Iran) en Babylon
Babylon of Babel is een stad uit de Oudheid, die zich in het huidige Irak bevindt, 80 km ten zuiden van
Bagdad.
Griekenland
- Zuilen
- Architraaf
De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels. Deze werden al vroeg in
duurzame natuursteen gebouwd, terwijl voor de overige bouwwerken meestal hout werd gebruikt.
De tempels waren opgedragen aan één van de Griekse goden.
Akropolis Athene: rechtsonder
Ongeveer 450 jaar vC
Rome
Forum Romanum: was in de oudheid het centrum van Rome. Het forum was in de gloriedagen van
het Romeinse Rijk zowel het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van de stad.
- Baksteen + beton
- Gewelven