Kennisdoelen Taal en Spraak
Beschrijf welke onderzoekinstrumenten en observatiemethoden gebruikt kunnen
worden om het niveau van verschillende aspecten van de taalontwikkeling te
kunnen bepalen en beschrijft van elke (sub)test welk taalaspect gemeten wordt.
Schlichting Test voor Taalbegrip
Semantiek, syntaxis, morfologie
Kinderen van 2;0 tot 7;0 jaar
Begrip van gesproken zinnen
Meet het receptieve taalniveau
Schlichting Test voor Taalproductie
Semantiek, fonologie, syntaxis, morfologie, pragmatiek, auditieve
vaardigheden, werkgeheugen
Kinderen van 2;0 tot 7;0 jaar
Meet expressieve taalniveau
Twee onderdelen
o Woordontwikkeling: meet de ontwikkeling van de actieve woordenschat
door kinderen woorden te ontlokken bij afbeeldingen.
o Zinsontwikkeling: meet de grammaticale productie en de actieve
syntactische ontwikkeling door middel van uitlokking van zinnen door
functionele imitatie.
CELF
Fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie, pragmatiek, auditieve
vaardigheden, werkgeheugen
Kinderen en jong volwassenen van 5;0 tot 18;0 jaar
Beantwoordt 4 vragen
o Is er een taalprobleem?
o Op welk gebied heeft dit kind een taalprobleem?
o Zijn er problemen op andere gebieden?
o Vragenlijsten
TAK onderbouw
Fonologie, semantiek, syntaxis, pragmatiek, morfologie
Kinderen van 4;0 tot 9;0 jaar
Vaststellen van de mondelinge taalvaardigheid (in het Nederlands) van zowel
autochtone als allochtone leerlingen.
Volgende onderdelen
o Klankonderscheiding
o Klankarticulatie
o Passieve woordenschattaak
o Woordomschrijving
o Zinsbegrip één en twee
o Woordvorming
o Zinsvorming
o Tekstbegrip
o Verteltaak
Peabody
Semantiek
, Kinderen en volwassenen van 2;3 tot 90;0 jaar
Meerkeuze
CCC-2
Fonologie, semantiek, syntaxis, pragmatiek
Kinderen die in zinnen spreken van 4;0 tot 15;0 jaar
Vragen- en/of invullijst
Algemene Communicatie Score, Sociale Interactie Score en Pragmatiek Score
Omschrijf de volgende begrippen
Standaard scores: vergelijken van de gegevens van 1 person met een groep.
Wordt vanuit ruwe score berekend met een tabel, scores die behaald zijn door de
normgroep.
Standaard deviaties: de standaarddeviatie is een indicator voor de spreiding
van uitkomsten rondom een gemiddelde.
Percentielscores: de ruwe score kan omgezet worden in percentielen. Door
middel van percentielscores kan worden aangegeven waar de prestaties van de
cliënt liggen op een schaal van 0 tot 100:
- Een score tussen de -1 en +1 SD is gemiddeld: centielscore 16 tot 84 is
gemiddeld
- Een score beneden -1 SD is beneden gemiddeld: centielscore <16
- Een score boven +1 SD is boven gemiddeld: centielscore >84
Quotiëntscore: de quotiënten geven een verdeling weer van de behaalde
testresultaten. Testscores worden gedeeld door een andere variabele (leeftijd,
klasse) en daardoor onafhankelijk gemaakt van die variabele
Citoscores: cito leerling volgsysteem, scores van A, B, C, D, E gebaseerd op
percentielen.
o A-score: de 25% hoogst scorende leerlingen
o B-score: de 25% net boven het landelijk gemiddelde scorende
leerlingen
o C-score: de 25% net onder het landelijk gemiddelde scorende
leerlingen
o D-score: de 25% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende
leerlingen
o E-score: de 10% laagst scorende leerlingen
Leg de begrippen betrouwbaarheid en validiteit uit in de context van testen om
de taal van kinderen te onderzoeken.
Betrouwbaarheid: de betrouwbaarheid is de nauwkeurigheid van het
instrument. Nauwkeurig in de zin van herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid.
Het bepalen van de betrouwbaarheid van een test is moeilijk, omdat men moeilijk
dezelfde test of vragenlijst twee maal door dezelfde persoon kan laten maken.
Iemand kan van de eerste keer geleerd hebben, of zijn gaan nadenken over de
vragen.
- Afname op ander moment levert dezelfde resultaten op
(intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid)
, - Afname door een andere onderzoeker levert dezelfde resultaten op
(interbeoordelaarsbetrouwbaarheid)
- Reproduceerbaarheid: herhaalde metingen door één of meerdere meters
leveren hetzelfde resultaat op
Validiteit: om de vraag ‘meten we wat we bedoelen te meten’ te beantwoorden,
moeten we namelijk weten wat we willen meten. Om na te gaan of we dat ook
echt doen, kunnen we het meetinstrument ijken. Dit is vergelijken met een
meetinstrument waarvan we zeker zijn dat het goed is.
- Meet het instrument wat het zegt te meten?
- Wat meet het instrument eigenlijk?
- Is de score die eruit komt wat ik wilde weten?
Beschrijf op grond van gangbare afspraken (Van den Dungen, 2007) wat de
diagnoses ernstige, matige en lichte TOS betekenen.
Geen taalontwikkelingsstoornis
receptief noch productief scores onder het gemiddelde voor
leeftijd/normgroep
Lichte taalontwikkelingsstoornis
receptief OF productief scores onder het gemiddelde voor
leeftijd/normgroep
Matige taalontwikkelingsstoornis
receptief EN productief scores onder het gemiddelde voor
leeftijd/normgroep
Ernstige taalontwikkelingsstoornis
receptief EN/OF productief scores ver onder het gemiddelde (laag)
voor leeftijd/normgroep
Beschrijf diagnoses: fonologische stoornis (afwijkend) en fonologische vertraagde
ontwikkeling
Vertraagde fonologische ontwikkeling:
Met een vertraagde fonologische ontwikkeling wordt bedoeld dat de
normale vereenvoudigingsprocessen te lang toegepast blijven
worden normale fonologische processen, passend bij kinderen van
jongere leeftijd
Consistente afwijkende ontwikkeling:
Ongebruikelijke fonologische processen (o.a. backing, initiale
consonantdeletie)
Wanneer deze vereenvoudigde taal langdurig gebruikt wordt terwijl
het kind in zijn/haar (talige) ontwikkeling verder geen problemen
heeft dan spreekt men over een fonologische stoornis.
Inconsistente afwijkende ontwikkeling:
Extreme variabiliteit in woordrealisaties
Verwoord de bijdrage van andere disciplines aan de diagnose en behandeling bij
kinderen met taalontwikkelingsproblemen.