Kennisdoelen MOND
De student benoemt de anatomische oppervlaktestructuren van de
mond in het Nederlands en (indien aangegeven) in het Latijn en
kan deze aanwijzen op een foto, plaat, model of bij een
proefpersoon:
• kaak (maxilla en mandibula)
• lippen (labii/ labes)
• tong (lingua)
• hard en zacht verhemelte (palatum durum en palatum molle, velum)
• huig (uvula)
• tandboog (het deel van de onder- en bovenkaak waarin gebitselementen hun
plaats hebben)
• alveolairrand
• achterkeelwand (farynx)
• neustussenschot (septum nasi)
,De student benoemt en beschrijft de werking van de spieren in het mondgebied:
Spieren van de faciale expressie:
• m. orbicularis oris: sluiten van de mond, op elkaar drukken en tuiten van de
lippen
• m. buccinator: drukken van de wang tegen de tanden, coördineren van
onderling met elkaar verbonden spieractiviteiten
• m. mentalis: optrekken en naar voren brengen van de onderlip
Kauwspieren:
• m. masseter: heffen van de onderkaak
• m. temporalis: omhoog en naar achter trekken van onderkaak
Extrinsieke tongspieren, zorgen voor beweging:
• m. genioglossus: naar voren en terugbrengen van de tong, naar beneden
trekken van de tong, opheffen van het hyoid
• m. hyoglossus: neerdrukken en terugtrekken van de tong, neerdrukken van de
tongranden
• m. styloglossus: optrekken en naar achter trekken van de tong, opheffen van de
zijkant van de tong
• m. palatoglossus: vernauwen van de isthmus faucalis, opheffen van het
achterste tonggedeelte
Intrinsieke tongspieren, zorgen voor de vorm:
• m. longitudinalis superior: verbreden en verkorten van de tong, heffen van de
tongpunt en tongranden, komvormig maken van het tongblad
• m. longitudinalis inferior: verkorten en verbreden van de tong, naar beneden
bewegen van de tongpunt, bol maken van het tongblad
• m. transversus: versmallen en verlengen van de tong
• m. verticalis: vlak en breed maken van de tongpunt
Spieren van het zachte verhemelte
• m. uvula: heffen van de huig
• m. tensor veli palatini: spannen van het velum en openen van Eustachius bij
het slikken
• m. levator veli palatini: heffen van het velum in de richting van de farynxwand,
verwijden van de ingang van de buis van Eustachius
• m. palatopharyngeus: naar beneden brengen van het velum, heffen van de
farynx
• m. palatoglossus: vernauwen van de isthmus faucalis, heffen van de tong,
tegenspier van de musculus levator veli palatini
• sphincter velopharyngealis: brengen van het velum naar achteren, creëren van
een richel op de wal van het achterste deel van de farynxwand. Vernauwen van
de velopharyngeale opening, bewegen van de laterale keelwand naar het midden
en van de achterste keelwand naar voren, terugtrekken en spreiden van het
velum. De vorm, lengte en wandeigenschappen van orale en nasale resonator
spelen een rol bij het verkrijgen van een eigen timbre per klank
(brongeluid/filter).
,De student benoemt de basiskennis
van het gebit: invloed van twee
krachten op de formatie van het
gebit: naar buiten gerichte kracht
van de tong, naar binnen gerichte
kracht van de lippen en
wangmusculatuur. Oorzaken
dysharmonie: organisch, centraal,
psychogeen, functioneel.
Organische oorzaken:
Output: tongmalformaties, vergrote tonsillen, maloclussie, neuspassage
problemen, schisis
Input: gehoorproblemen
Centraal en psychogeen:
Syndromen, afwijkingen ten gevolge van aandoening centraal zenuwstelsel,
stress
Functioneel, aangeleerde gewoonten:
Zuiggewoonten, nagelbijten, mondademen, tongpers, flesvoeding
Overjet versus overbite
- Sagitale overbeet (SOB) of overjet (horizontale
overbeet)
- Normale SOB = 2 mm
- Verticale overeet of overbite
- Normale verticale overbeet = 2 mm
Verticale open beet en diepe beet
, - Verticale open beet = VOB: de verticale afstand tussen de incisale randen
van de bovenincisieven ten opzichten van die van de onderincisieven bij
maximale occlusie
- De diepe beet of dekbeet = wanneer met de ondertanden niet meer kan
zien bij occlusie
De tand bestaat uit vier basiscomponenten:
- Het glazuur, enamelum, de harde witte substantie aan de buitenkant
- Het dentine of tandlichaam dat geel is en uit dicht kalkachtig weefsel
bestaat
- De pulpa die de tandholte vult waarin de zenuwen en bloedvaten zich
bevinden
- Het cementum, een laag gemodificeerd bot dat de tandwortel bedekt
Termen wat betreft elementen:
- Mesioversie: mesiaal (meer naar de mediaanlijn toe)
- Distoversie: distaal (meer van de mediaanlijn af)
- Linguoversie: linguaal (meer naar de tong toe)
- Labioversie: labiaal (meer naar de lippen toe)
- Buccoversie: buccaal (meer naar de wang toe)
• Tandontwikkeling
• Elementen in het melkgebit (met cijfers)
• Elementen in het blijvend gebit (met cijfers)
• Tandschikking
• Occlusie: occlusie is het in elkaar grijpen van de gebitsonderdelen van de
onder- en de bovenkaak.
,