Topiclijst Levensloopanalyse
Sociologie
Theorie Karl Mannheim
Topics:
1. Generatiepositie
Vragen:
- Hoe lang woont u al in deze buurt?
Als wij gaan tellen, ik tel het bij mijn eerste zoon, omdat hij in dat oude huis was geboren. Na
9 maanden zijn wij verhuisd naar dit huis, dus dat is 31 jaar.
- Wat vindt u van deze buurt?
In het begin wanneer ik hier kwam, was ik zo blij omdat ik woonde in een plek waar een markt
was, de dokter in dezelfde straat. Dus alles was dichtbij. Nog steeds ben ik blij dat ik hier
woon.
- Waar bent u geboren?
In Nador, Marokko.
- Wat voor kind was u?
Ik was koppig. Als iemand mij slaat, moet ik terugslaan. Als iemand mij aanraakt, ga ik hem
ook aanraken. Dan vraag ik “waarom moet jij mij aanraken, ik wil ook weten.” En soms
wordt ruzie in die tijd…als ik dat vraag en zij zegt “ik ging alleen met jou spelen of alleen…”
Dan ga ik gewoon achter die buurmeisjes aan rennen.
- En was u thuis een rustig kind?
Ja, thuis was ik wel rustig als wij bij elkaar zijn. [Schraapt keel] Omdat mijn moeder had zes
kinderen…ja, als wij thuis zijn, waren wij gewoon rustig.
- Oké en wat vond u leuk om te doen toen u nog een kind was?
Fietsen euh…fietsen en euh hoe heet ie…schommelen. Ik ging zelf een schommel maken,
rennen, op dak springen of naar de dak klimmen. Ja, zoveel dingen.
- En wat voor opvoeding hadden uw ouders gebruikt bij u?
Het was een…ik had een makkelijke moeder, omdat mijn vader is vroeg overleden, wij waren
nog klein. Dus ik weet niet hoe het vroeger zit, wanneer ik mijn vader had. Ik ken mijn vader
alleen wanneer hij erg ziek was en mijn moeder moet hem gewoon naar buiten in de zon
laten even zitten en dan weer naar de kamer. Dat herinner ik wel, maar de andere dingen heb
ik niet meegemaakt.
- Hoe oud was u toen uw vader was overleden?
Ik ga jou niet zeggen, ik weet het niet toen…ik weet echt niet. Ik hoor alleen dat Mimoun was
euh…1 jaar of 2 jaar, mijn jongste broertje, hij was twee jaar zo ongeveer…ja, als Mimoun
, twee jaar…en ik was denk ik acht jaar, zes jaar. Ik weet niet, want wij komen…Benissa was 11
jaar zoiets, ja.
- En wanneer was uw moeder overleden?
Ja, mijn moeder was wanneer ik 17 was. In de puberteit, wanneer je je moeder nodig hebt,
wil je zoveel dingen met je moeder…zoek je je moeder als je pijn hebt, je moeder als je ergens
wil gaan. Maar ze was niet, ze was al weg.
- Hoe kwam het dat uw moeder was overleden?
Door kanker in haar baarmoeder. Toen de dokter zegt dat ze moet operatie doen, maar ze
geloofde hem niet. Ze zegt ja…het is gewoon een ziekte die gaat over een paar maanden
weg. Maar het was kanker in haar baarmoeder.
- Had u daarvoor een goede band met uw moeder?
Ja, ik denk ik ben de enige die ik…de goede band met mijn moeder had, omdat overal waar ze
ging, ging ik mee. Naar dokter, naar mijn oudste zus die getrouwd is, naar…naar op bezoek.
Dus ik ging gewoon haar achter.
- En waarom?
Ik weet niet…euh als je zo erg van je moeder houdt, dan wil je haar niet loslaten. Je wil
gewoon altijd bij zijn.
- Ja. En u zei dus dat zij niet streng was voor u?
Nee, ze was niet streng, omdat als ik ruzie buiten heb met die buurmeisjes en komen bij mijn
moeder klagen, dan zegt ze “ik ga je pakken, ik ga slaan”, maar ze doet niks. Zij zegt het
gewoon.
- En euh toen…voordat uw ouders waren overleden, had u toen een betere band met uw broers en
zussen?
Ja, zoals allemaal broers en zussen in huis, zes kinderen in huis ga je toch elkaar slaan, achter
elkaar rennen, ruzie. Maar dat is normaal bij alle gezinnen, niet alleen bij ons.
- En met welke van die broers of zussen heeft u nu nog contact?
Ik had met iedereen contact, maar door hun zijn ze allemaal weg. Ja, ik ging ze altijd zoeken,
nog steeds…een maand geleden of twee maanden ging ik allemaal berichten of audio’s
sturen. Als iemand niet reageert, word ik boos. En ik heb besloten dat ik ga ook niemand
zoeken, pas als hun zelf mij gaan zoeken. Ja, het is echt minder, minder geworden.
- En hoe komt dat denkt u?
Ik weet ook niet. Ik wil ook graag weten waarom ze zo met mij doen.
- Wanneer was het minder geworden?
Het is jaren zo gegaan, maar ik begin het altijd goed te maken.
- Bent u vroeger naar school gegaan?
, Nooit, maar wanneer ik 16 of 15 was, ik zie iedereen dat ze naar school gingen. Ik zei toen
tegen mijn moeder, waarom heb jij ons niet naar school gebracht. Ze zegt ja in die tijd
moeten alleen jongens naar school en meisjes naar naaischool, dus ik zat wel op naaischool.
- Hoe was het om in een arm gezin op te groeien?
In die tijd kon je niet zien dat het zo arm was, maar wanneer ik hier kwam, zeg ik o we hebben
zoveel gemist. Je ziet mensen die elke dag vlees, kip of ander eten eten. Maar bij ons was dat
niet zo. Wij zien een half kilo vlees van maandag tot maandag, dus die halve kilo is voor zes
kinderen en moeder zeven.
2. Generatiesamenhang
Vragen:
- Wat wilde u vroeger worden?
Politieagente, het was mijn droom. Het kwam niet zomaar, we woonden in Nador en als je
naar Melilla gaat, dus die stukje van Spanje, dan zie ik die mensen met mooie kleren van de
politie en zeg ik o jammer ik ben niet naar school geweest, anders was ik ook een
politieagente.
- Wat vond u vroeger leuk om te doen?
Leuk te doen…opvoeden van de kinderen van mijn zussen. Echt, ik was zoals moeder.
- Had u vroeger een goede vriend of vriendin? En heeft u die nog steeds?
Er was eentje die heette Kalthoum. Nee, ik heb geen contact meer. Ik ging wel vaak vragen
waar is Kalthoum gebleven. Vroeger woonde ze ergens waar ik weet waar ze woont, maar
nu is ze verhuisd. Ik heb gehoord ze is naar Tanger gegaan om daar met haar moeder te
werken, ik heb gehoord dat ze niet meer daar is…maar ik weet niet precies waar ze nu is.
- Hoe heeft u de puberteit meegemaakt?
Ja, die puberteit heb ik niet echt zoals wat ik wou. Het was euh…omdat door mijn moeder
niet meer is, moet ik gewoon zoals een moeder in huis spelen. Dus ik was de moeder voor
mijn broertje, mijn zusje. En ik was euh…zeg maar met vier mensen thuis en ik ben de vijfde.
- Wat wilde u dan zelf in die puberteit doen?
Ja, ik wou het zoals wanneer ik hier ben en ik heb ook kinderen, hoe ze de puberteit hebben
gehad…zo. En dan zeg ik “die heb ik niet meegemaakt, die heb ik gemist, die heb ik niet
meegemaakt, die heb ik gemist.” Dus ik heb geen echt goede puberteit gehad.
- Hmm en wat voor belangrijke dingen heeft u geleerd van die tijd?
Wat ik heb geleerd wanneer ik alles heb opgedragen door mijn moeder is niet meer? Ja, ik
kon zelf koken, ik kon zelf schoonmaken, ik kon alles…dus zoals een moeder thuis voor vier
kinderen. Ja, ik ging niet zeggen “ja, ik kan het niet of ik wil het niet of…” Ik weet niet euh… in
die tijd euh… ja, ik voel dat ik ben zoals mijn moeder heeft mij gezegd “jij gaat voor je
broertjes zorgen”. Dat heb ik gedaan.
- Ja, dus u was gewoon zelfstandig?