The Animacy Effect
Nienke Brasser
536637
Department of Psychology, Education and Child Studies
Erasmus School of Social and Behavioral Sciences
Erasmus University Rotterdam
, 2
THE ANIMACY EFFECT
Introductie
Je loopt in een prachtig bos, het heeft net geregend, je ruikt de geur van dennenappels,
de druppels van de regenbui zie je nog liggen op de bladeren en je geniet volop. Plots zie je
een hert staan, je schrikt en let volgende keer, als je in een bos loopt, beter op. Na het lezen
van dit korte verhaaltje, wat denk je later beter te kunnen herinneren? De druppels op de
bladeren of het feit dat je plotseling een hert zag staan? Waarschijnlijk herinner je het hert
beter. Het schrikken kan een overlevingsmechanisme hebben getriggerd. Animate (hierna te
noemen levendige) objecten worden beter onthouden dan inanimate (hierna te noemen niet
levendige objecten) objecten. Bonin, Gelin, Laroche, Méot, & Bugaiska (2015) omschrijven
animate objecten als levende wezens die in staat zijn onafhankelijk te kunnen bewegen en
zonder waarschuwing van richting kunnen veranderen. Het beter kunnen onthouden van
levendige objecten wordt het animacy effect genoemd. Nairne, VanArsdall, Pandeirada,
Cogdill, & LeBreton (2013) omschreven dat geheugen is geëvalueerd naar het oplossen van
overlevingsproblemen. Levendige objecten worden beter onthouden doordat zij door de
evolutie potentiële vijanden, dreiging, voorplantingspartners of prooien kunnen representeren.
Dit is een ultieme hypothese echter zijn de onderliggende geheugenmechanisme van het
animacy effect nog niet duidelijk bepaald (Meinhardt, Bell, Buchner, & Röer, 2018).
Opwinding die je voelt kan ook een rol spelen in hoe goed je objecten kan herinneren.
Levendige objecten zoals, enge dieren of mensen kunnen zorgen voor een sterkere emotionele
reactie, dan het zien van een gebouw of een landschap. Deze emotionele reactie kan zorgen
voor een verhoogde staat van opwinding. Dit heeft effect hebben op de interactie tussen
emotieverwerkingsprocessen en geheugensystemen in het menselijke brein (Meinhardt et al.,
2018). Dit op zichzelf kan een verklaring zijn dat het animacy effect komt door emotionele
opwinding.
Wat is het effect van animacy op het onthouden van bepaalde objecten? Voor deze
onderzoeksvraag geldt de hypothese dat levendige objecten beter worden onthouden dan niet
levende objecten. In deze onderzoeksvraag is de afhankelijke variabele de levendige of niet
levendige objecten en de onafhankelijke variabele het geheugen. Om het onderzoek te
vervolgen zal er op de volgende vraag in worden gegaan: Welk effect heeft animacy op
waargenomen opwinding? Voor deze onderzoeksvraag geldt de hypothese dat levendige
objecten zorgen voor een hogere opwinding, dan niet levendige objecten. De afhankelijke
variabele is hier de levendige en niet levendige objecten en de onafhankelijke variabele is de
staat van opwinding.
Word count: 401