Taak 1 – De loslopende schouder
Tom Lemmens (36 jaar) is 2 weken geleden tijdens het snoeien van de heg van de ladder gevallen.
Hij probeerde zich op te vangen, maar toen ging het helemaal mis. Hij voelde opeens een scherpe
schietende pijn in de rechterschouder en was nauwelijks in staat zijn schouder te bewegen. Tom is
door zijn vrouw naar de SEH gebracht. Op de röntgenbeelden die gemaakt zijn werd een anterieure
luxatie van het rechter glenohumerale gewricht zonder schade aan ossale structuren geconstateerd.
De schouder is ter plekke door de SEH-arts gereponeerd.
Daarna heeft hij ruim anderhalve week een mitella gebruikt. Eergisteren was Tom voor de eerste
controle bij de huisarts. Zijn herstel verloopt volgens de huisarts normaal. Hij heeft Tom doorverwezen
naar de praktijk, waar jij stage loopt.
De huisarts heeft gezegd dat hij de mitella mag afbouwen om weer geleidelijk aan te beginnen met het
bewegen van de arm. De bewegingen van de arm lukken niet zo goed en voelen onzeker aan.
Wanneer hij de arm wat hoger beweegt, krijgt hij het angstwekkende gevoel, dat de schouder weer uit
de kom gaat schieten. Daarnaast is de schouder pijnlijk aan de voorkant, maar deze pijn is redelijk te
verdragen.
Momenteel helpt zijn vrouw hem bij allerlei dagelijks activiteiten zoals autorijden en aankleden. Tom
heeft zich ziek gemeld op het werk, hij is glazenwasser. Hij moet bij zijn werk veel boven
schouderhoogte bewegen en dat lukt nu niet. Daarnaast is hij een fanatiek tennisser. Over 3 maanden
staan de clubkampioenschappen van de tennisclub op het programma. Hij wil graag zijn titel in het
gemengd dubbel verdedigen, maar aan trainen hoeft hij nu – jammer genoeg – niet te denken.
Je stagebegeleider geeft jou de opdracht om hypotheses op te stellen die als basis kunnen dienen
voor de anamnese, die je bij Tom gaat afnemen.
Daarna stelt hij je nog een paar vragen die je nieuwsgierigheid prikkelen:
Waarom zou de luxatie expliciet ‘anterieur’ worden genoemd?
Wat zouden oorzaken kunnen zijn voor het angstwekkende gevoel dat Tom krijgt?
Met welke gevolgen van een luxatie kun je als fysiotherapeut wel iets doen en met welke niet?
Tenslotte zegt je stagebegeleider nog iets over de 5 p’s die je bij deze patiënt moet onderzoeken. Je
hebt geen patiënten meer die dag en gaat snel aan de slag met de voorbereidingen.
, Leerdoelen
Doelstellingen vaardigheden:
1. De student onderzoekt de passieve en actieve stabiliteit.
2. De student voert een palpatie uit van de musculatuur van de schoudergordel.
3. De student voert een anamnese uit bij een patiënt met een anterieure traumatische
schouderluxatie.
4. De student voert het diagnostisch proces uit bij een patiënt met een anterieure traumatische
schouderluxatie adhv hypotheses.
Doelstellingen kennis:
1. De student benoemt de verschillende soorten luxaties met bijhorende pathologie. (gradaties)
2. De student beschrijft de anatomie van de 5 P's (Functie, Origo, Insertie)
3. De student benoemt de diagnosegroepen volgens Evidence statement subacromiale klachten
en legt de relatie met de casus. (Stanmore driehoek)
4. De student beschrijft de complicaties bij een schouderluxatie.
5. De student benoemt de gevolgen van een luxatie op een schoudergewricht.
6. De student beschrijft de medische behandeling bij een schouderluxatie inclusief leefregels en
herstelproces.
7. De student stelt hypotheses op en koppelt deze aan het onderzoek.
8. De student beschrijft wat de actieve en passieve instabiliteit van de schouder inhoudt. (uni- en
multidirectionaal)
9. De student stelt een fysiotherapeutische diagnose op.
Leerdoelen uitwerkingen
Leerdoel 1 De student benoemt de verschillende soorten
luxaties met bijhorende pathologie. (gradaties)
Lit 1: leerboek orthopedie H25.2 https://mijn.bsl.nl/aandoeningen-van-de-schouder/699258
Lit 2: Extremiteiten H9.7.3
Lit 1
De traumatische luxaties van de schouder die kunnen leiden tot een instabiliteit zijn:
- Anterieure glenohumerale luxatie (85%)
- Posterieure glenohumerale luxatie (2%)
- Axillaire glenohumerale luxatie (<1%)
- Acromioclaviculaire luxatie (10%)
- Sternoclaviculaire luxatie (2%)
Anterieure glenohumerale luxatie (85%)
Dit is de meest voorkomende schouderluxatie (>95% van alle gevallen) en is bijna altijd het gevolg
van een indirect trauma. De luxatie is zeer pijnlijk. Meestal bevindt de humeruskop zich aan de
voorzijde van het glenoïd onder de processus coracoideus. Bij groter geweld kan de humeruskop zich
ook verder mediaal verplaatsen, bijvoorbeeld tot onder de clavicula.
Diagnose
De diagnose is algemeen makkelijk te stellen. In de anamnese is er sprake van een adequaat trauma
en durft de patiënt de arm nauwelijks te bewegen. Bij inspectie is de m.deltoideus aan de laterale zijde
afgeplat. De humeruskop bevindt zich niet meer op de normale plaatst onder het acromion. Bij
palpatie kan de humeruskop onder de processus coracoideus gevoeld worden. Het passief bewegen
is onmogelijk, deels door pijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zotimmerman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.