Samenvatting blok 3
Taak 1 De loslopende schouder
Luxaties
Anterieure glenohumeraal luxatie (85%)
Dit is de meest voorkomende en bijna altijd het gevolg van een indirect trauma. Zeer pijnlijk. Meestal
bevindt de humeruskop zich aan de voorzijde van het glenoid, onder proc. Coracoideus. Bij groter geweld
kan het ook onder de clavicula bevinden.
Diagnose is makkelijk te stellen:
- Anamnese : adequaat trauma + nauwelijks bewegen
- Inspectie : m. deltoideus laterale zijde afgevlakt + passief bewegen onmogelijk
- Palpatie : humeruskop onder proc. Coracoideus
Na diagnose de acute luxatie reponeren om verdere beschadiging tegen te gaan. Algemeen met
medicatie reponeren, kan ook zonder.
KERNPUNTEN
- Meest voorkomend
- Vaak het anterieure labrum glenoïdale en/of kapsel blijvend beschadig, hierdoor kan de luxatie
recidiverend worden.
Posterieure glenohumerale luxatie (2%)
Het luxeren van de humeruskop naar achter en bevindt zich onder het acromion. Meestal het gevolg van
een indirect trauma.
Diagnose stellen is moeilijk
- Kan soms maanden duren, omdat de schouder nog beweeglijk is. De humeruskop kan nog
bewegen in de posterieure spiermanchet
- Kan vermoed worden in anamnese en onderzoek
- Later stadium sprake van pijnlijk en stijve schouder en kan maanden tot jaren duren
- Anamnese : sprake van oud trauma
- Inspectie : voorzijde van de schouder afgevlakt, achterzijde wat voller
Luxatie meteen herkent -> goede kans op slagen van repositie
Luxatie bestaat langer -> repositie niet mogelijk-> operatie
Bewegingsomvang blijft beperkt en beweging is pijnlijk
KERNPUNTEN
- Beperkte actieve schouderfunctie mogelijk
- Onderzoek : scapulothorocale bewegingspatroon verschillend (exorotatie meer beperkt)
Acromioclaviculair luxatie (10%)
Stabiliteit van ACG wordt bepaald door lig. acromioclaviculaire, lig coracoclaviculaire (trapezoideum en
coronoideum) + insertie van m. trapezius en m. deltoideus
Diagnose stelling
- Typisch ongeval : directe val op punt van de schouder aan de laterale zijde van acromion
o Pijn ter hoogte van ACG + zwelling distale uiteinde van clavicula
TOSSY- indeling
1. Type 1
Letsel AC-gewrichtskapsel zonder ligamentair letsel. Contour niet veranderd + pijndruk ACG
2. Type 2
Type 1 + 2 : niet chirurgisch. Collar and cuff om pijn te verminderen na 1 week beweegoefeningen
Type 3 : controversieel
Rockwood -indeling
1. Rockwood 1
= tossy type 1
2. Rockwood 2
= tossy type 2
3. Rockwood 3
= tossy type 3
Elleboog vaak ondersteund + pijn bij iedere beweging + zwelling. ACG instabiel +
pianotoetsfenomeen
4. Rockwood 4
Luxatie naar dorsaal door m. trapezius
5. Rockwood 5
Luxatie met scheuren van m. deltoideus en m. trapezius
6. Rockwood 6
Luxatie naar caudaal (zeer ernstig + zeer zeldzaam)
Rockwood 1,2 en meestal 3 : conservatieve behandeling
Rockwood 4,5,6 : operatieve behandeling
Diagnosegroepen
3 diagnosegroepen
1. Schouderklachten met passieve bewegingsbeperking, voornamelijk in exorotatie en/of
abductiebeperking
2. Schouderklachten zonder passieve bewegingsbeperking en met pijnlijk traject in abductie
3. Overige schouderklachten zonder passieve bewegingsbeperking en zonder pijn in abductietraject
Stanmore driehoek
Deze driehoek staat symbool voor 3 types
schouderinstabiliteit. Bij top (type 1) horen operatieve
ingrepen en bij de basis (type 2 + 3) horen
conservatieve ingrepen
Pijl a geeft aan dat in die richting de traumatische
instabiliteit afneemt
Pijl b geeft aan dat in die richting de ‘muscle
patterning’ afneemt
Muscle patterning: slechte timing/ foute coördinatie
van spieractiviteit. Hierdoor overheersen de
krachtspieren de (proprioceptief gevoelige)
rotatorcuffspieren.
Polar type 1 (top)
- Schouderluxatie : kapsel opgerekt + kan
ander weefsel beschadigs zijn
, - Traumatische instabiliteit met structurele schade : TUBS
T : Traumatic etiology (traumatische oorzaak)
U : Unidirectional instability (unidirectionaal instabiliteit)
B : Bankart-lesion (bankart-leasie)
S : Surgical repair (chirurgische reparatie)
Het is een vorm van unidirectionele (anterieure) instabiliteit als gevolg van een (ernstig) trauma met een
schouderluxatie, waarbij chirurgische ingrepen in de meeste gevallen noodzakelijk is om een recidief te
voorkomen.
Zuignapwerking meestal volledig verdwenen door:
- Beschadiging ventrale labrum (bankart-leasie / SLAP-laesie) + laesie van de m. supraspinatus
en/of m. subscapularis
- Insufficiëntie van glenohumerale ligamenten
- Totale ruptuur van pees van m. supraspinatus, hierdoor ontstaat relatief hoge tonus van de m.
deltoideus
Polar type 2 (rechter basishoek)
- Weefselschade zonder val of trauma als oorzaak. Weefsel rondom schouder beschadigd,
hierdoor mogelijk subluxaties
- Traumatische als niet-traumatische structurele instabilteit, zoals hyperlaxiteit : AIOS
A : Acquired (door eigen arbeid verkregen)
I : Instability (instabiliteit)
O : Overuse (door overmatig gebruik)
S : Survival repair (overlevingsreparatie)
Unidirectionele instabiliteit ten gevolge van chronische overbelasting (microtrauma). AOIS wordt veel
gezien in combinatie met een SLAP-laesie en GIRD (glenohumeraal internal rotation deficit)
Belasting kan ook ontstaan door langdurig dragen van lasten. Hierdoor kan een sterk verminderde
proprioceptief systeem en minder goede centrering van het caput humeri door rotatorcuff spieren het
gevolg zijn,
KENMERKEN
- Jonge hypermobile adolescenten
- Vaker bij vrouwen door oestrogeen aanmaak
- Soms a-traumatisch
- Vaak structuurschade
- Instabilteit door eenzijdige overbelasting
- Hyperlaxiteit van kapsel en bilateraal
- Vaak toegenomen exorotatie en beperkte endorotatie
- Vaak positieve hyperabductietest
Polar type 3 (linker basishoek)
- Abnormale spiersamenwerking door minder coördinatie of minder kracht
- Niet-traumatisch, niet-structurele instabiiteit
- “Wobbly shoulders” m. latissimus dorsi trekt humeruskop tijdens beweging te veel naar achteren
en m. pectoralis major en m. deltoideus pars claviculare trekken de kop te veel naar voren :
AMBRII
A : Atraumatic etiology (a-traumatische oorzaak)
M : Multidirectional instability (multidirectionale instabiliteit)
, B : Bilaterale involvement (bilaterale betrokkenheid)
R : Rehabilitative intial mangement (revalidatie in het beging)
I + I : rotator Interval tightening with Inferior capsular shift repairs
Dit is multi-directionele instabiliteit aan beide zijde zonder traumatische oorzaak en zonder medische
aantoonbare schade.
- AMBRII bij jongeren : bilaterale laxiteit van het schouderkapsel
- AMBRII bij ouderen : degeneratieve veranderingen in het rotatorenmanchet (vervetting,
verkalking, atrofie)
KENMERKEN
- Jonge hypermobilie adolescneten
- Vaker bij vrouwen door oestrogeen aanmaak
- Soms atraumatisch, soms traumatisch
- Geen structuurschade
- Geen disfunctie van het kapsel, wel vaak laxiteit
- Abnormale motorcontrol van de spieren, overbodige en ongewenste aanspanning van de
m.pectoralis, m. latittimus dorsi en m. deltoideus pars clavicularis zijn zichtbaar tijdens
armbewegingen en kunnen het caput humeri subluxeren
- Vaak psychosociale problematiek
Er wordt vaker een combinatie gezien van type 2 en type 3. Zuivere 3 wordt zelden gezien.
Complicaties schouderluxatie
Anterieur
- Belangrijkste is het ontstaan van een recidief. Dit kan komen door:
o Verscheuring van kapsel/middels ligemant
o Afscheuring labrum glenoïdale, alvulsiefragment (eerder afscheuring van bot dan van
pees)
o Scheur in rotatorenmanchet
o Hill-sachs defect
o Bankart-laesie
Bankart-laesie
Hierbij scheurt het labrum met kapsel en periost af van
de voorzijde van het glenoïd. Hierdoor ontstaat een humeruskop
grote holte waarin de humeruskop bij een abductie-
exorotatiebeweging makkelijk opnieuw kan luxeren.
Hill-Sachs-defect
Hierbij ontstaat een impressiefractuur van het
postsuperieure deel van de humeruskop. Dit komt
door een impact van de humeruskop tegen de
voorrand van het glenoid. Bij grote impressiefracturen
kan een recidief ontstaan. Abductie-
exorotatiebeweging zal onaangenaam zijn met Cavitas glenoidalis
apprehensiontest positief. Humeruskop draait dan over de rand van het
glenoid en verspringt.
SLAP-laesie
Dit staat voor Superior Labral tear from Anterior to Posterior. Het komt het meest voor in de schouder.
Hierbij scheurt de aanhechting van de bicepspees aan de bovenzijde van de kom de schouder.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zotimmerman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,00. Je zit daarna nergens aan vast.