Owg module 6
6,1 fracturen
Classificaties bij een fractuur:
Wordt gedaan omdat: herder communicatie, bepalen behandeling, bepalen prognose,
onderzoek naar behandeling en uitkomsten vergelijkbare fracturen. Basisprincipe van
classificatie is verdeling fracturen in 3 types en hun verdere onderverdeling in subgroepen.
Geclassificeerd op toenemende mate ernst, complexiteit en moeilijkheden samengaand met
behandeling en prognose. Classificatie bestaat uit 5 cijfers en letters die betekenis hebben
voor soort bot, segment, type, groep en subgroep. Regels praktijk: elk bot is genummerd,
ieder diafysair bot is verdeeld in een diafyse segmetn en 2 meta/epifysair segmenten. De
grootte van metafysaire deel is gelijk aan de breedte van metafysaire deel. Complexiteit
wordt voor diafysaire fracturen verdeeld in typen. Types: simpel, vlinderfragment,
multifragmentair. Complexiteit metafysaire fracturen verdeeld in types: extra-articulair,
intra-articulair unilateraal verlopend, intra-articulair bilateraal verlopend. Er zijn 11 soorten
bot: humerus, radius/ulna, femur/fibula, wervelkolom, bekken en acetabulum, hand, voet,
craniomaxillofaciaal, scapula en clavicula. Bot bestaat uit: midden segment diafyse en 2
meta/epifysaire segmenten. De grootte van metafysaire deel is gelijk aan breedte van
metafysaire deel. Segmenten zijn op te delen in proximale metafyse, diafyse en distale
metafyse. De groep wrodt verder onderverdeeld in groepen: spiraal, oblique, dwars,
vlinderfragment, multipele fragment. Er zijn 3 hoofdgroepen: type A-letsel: gevolg van
compressiekrachten. Het posterieure ligamentaire complex is nog intact, is er residuele
stabiliteit tegen flexie extensie en rotatiekrachten. Type B-letsel: gevolg van distractie
krachten, is sprake van transverse disruption. Vaak bovenop type A-letsel waarbij
gecombineerde compressie-flexie of extensie instabiliteit ontstaat. Type C-letsel: gevolg van
rotatie en/of translatiekrachten. Subclassificaties type A-letsel: A1 impactiefracturen,
minimale letsels met goede residuele stabiliteit. A2 splitfracturen. A3 burstfracturen.
Subclassificaties van type B-letsels: B1: transverse disruption van posterieure elementen
ligamentair. B2 transverse disruption posterieure elementen grotendeels ossaal. B3
transverse disruption anterieur element door intervertebrale disc. Weber classificatie?
Open/gecompliceerde breuken: indeling volgens gustilo: open 1, fractuur met huidlaceratie
<1cm. Open 2, fractuur met huidlaceratie 1-10cm. Open 3, fractuur met forse weken delen
schade. Open 3A, bot adequaat te bedekken met weke delen ondanks forse huidlaceraties.
Open 3B, grotere weke delen letsel met contaminatie en periost. Open 3C, 3B en tevens
vaatletsel/zenuwletsel. Gesloten breuken: indeling volgens tscherne: gesloten 0, onbetekend
weke delen letsel, indirect traumamechanisme. Gesloten 1, schaafwond of huidcontusie
door druk vanbinnen. Gesloten 2, diepe gecontamineerde schaafwond, huid en
spiercontusie door direct trauma communitieve fractuur. Gesloten 3, uitgebreide contusie
van huid, subsutaan decollement spierletsel eventueel
vaat/zenuwletsel/compartimentensyndroom.
Soorten fracturen:
Ongecompliceerde breuk, nabijgelegen huid intact.
Gecompliceerde/open breuk: fractuur met huidpentratie van fractuurfragment.
Comminutief fractuur: fractuur bestaande uit >2 botfragmenten.
Intra-articulair fractuur: fractuurlijn loopt door tot aan gewrichtsoppervlakte.
Stressfractuur: ten gevolge van excessieve stress op bot.
, Pathologische fractuur: fractuurlijn ter plaatse van abnormaal bot.
Insufficiëntie fractuur: bij afgenomen sterkte bot.
Avulsiefractuur: ter plaatse van peesaanhechting. Stuk bot bij aanhechtingsplek
losgetrokken door pees/spier, door teveel trekkracht op het bot.
Greenstick fractuur: incomplete fractuur waarbij buiging van bot plaatsvindt.
Torus fractuur: incomplete fractuur waarbij buckle van cortex ontstaat.
Epifysiolyse: fracturen van epifysair schijf.
Compressiefractuur: meestal in sponsachtige bot in wervelkolom.
Dwarse fractuur: is het bot recht doormidden gebroken.
Geïmpacteerde breuk: als bot gebroken is komt er een botfragment in ander bot
terecht.
Haarlijnbreuk: is gedeeltelijke botbreuk.
Soorten osteosynthesemateriaal:
K-draden: mentale pennentjes. Zorgen breuk niet kan verschuiven nadat deze tijdens
operatie is recht gezet. Het bewaakt op deze manier de stand. De K-draad is aan de
buitenzijde van de huid te zien.
Schroeven en platen: platen worden gebruikt op botten die risico lopen om opnieuw
te breken. Ook bij breuken waar gewrichten bij betrokken zijn.
Gecannuleerde schroef: om bot en gewrichten te repareren en om kustmatige
implantaten te bevestigen die kunnen worden gebruikt om gewricht geheeld of
gedeeltelijk te vervangen. Hij is meestal gemaakt van roestvrij staal of titanium en is
zelftappend, dat eigen weg door bot kan snijden terwijl op zijn plaats wordt
geschroefd.
Trek schroef: gebruikt bij fracturen om compressie te geven, schroef niet aangrijpt op
eerste cortex maar tweede.
Stel schroef: zorgt ervoor dat stevige vlies van bot dat gescheurd is weer kan genezen
Protheses: gebruikt om ware gewricht na te bootsen.
Pennen: pen wordt ingebracht in schacht, gaat via voerdraad.
Externe fixateur: gebruikt om gewricht in gewenste stand te houden of wanneer bot
in meerdere fragmenten gebroken is/bij breuk ander ernstig letsel aanwezig is.
Fractuur behandelen bij prothese:
Soms niet altijd operatie nodig, als dit wel is kan het nodig zijn om in sommige gevallen
prothese te vervangen. Door prothese zelf kunnen niet alle pinnen worden geboord.
Fases botgenezing: (anatomie)
Kern van een bot is beenmerg, dit is zachter dan buitenste deel bot, het bevat cellen die zich
ontwikkelen tot rode bloedcellen, witte bloedcellen. Botten bevatten ook calium en fosfor,
zijn verbonden in kristalachtige structuur.
Ontstekingsfase: begint als bot breekt. Lichaam stuurt genezende cellen op gebied af om
proces van consolidatie (breukheling) laten plaatsvinden. Aan eind van deze fase zal bot
weer aaneengegroeid zijn met behulp van bindweefsel.
Herstelfase: in begin deze fase begint het lichaam met nieuw weefsel te vormen. Later in de
fase begint lichaam daadwerkelijk bot te vormen. Aan einde van deze fase heeft lichaam
breuk overbrugd met nieuw botweefsel en wordt het bot als genezen beschouwd.