Samenvatting BIV-AO
Hoofdstuk 1; Organisatie en informatie
Na het bestuderen van dit hoofdstuk zijn de volgende aspecten van belang;
• Inzicht in de betekenis van informatie en daartoe vast te leggen gegevens voor het besturen en
beheersen van organisaties;
• Inzicht op hoofdlijnen in het vakgebied bestuurlijke informatieverzorging en de relatie met de
vakgebieden organisatiekunde, management accounting, management control, interne beheersing,
administratieve organisatie, Accounting Information Systems en informatiemanagement;
• Inzicht op hoofdlijnen in de rol van de accountant, de controller en de informatiemanager ten aanzien
van de bestuurlijke informatieverzorging.
Bestuurlijke informatieverzorging (BIV) omvat;
• De organisatie van het administratie apparaat;
• De organisatie van de gegevensverwerking;
• De analyse van de informatiebehoeften;
• De bronnen van de gegevens;
• De distributie van de informatie;
• De regels waarvan het informatiesysteem moet voldoen;
• De controles die moeten worden uitgevoerd om informatie te laten voldoen aan de daaraan te stellen
eisen van relevantie en betrouwbaarheid
Doel BIV; het op een efficiënte wijze verstrekken van relevante en betrouwbare informatie aan interne en
externe belanghebbenden. De term ‘bestuurlijke’ betekent dat het hier gaat om het besturen van organisaties.
Daarmee wordt informatie die niet wordt gebruikt om organisaties te besturen uitgesloten.
Doel boekhouden; het verstrekken van financiële informatie door middel van het registreren en verwerken van
financiële feiten. Financiële feiten leiden tot veranderingen in de bezittingen, de schulden en het eigen
vermogen van een organisatie.
Bestuurlijke informatieverzorging maakt dan ook gebruik van het boekhouden om haar doelen te bereiken.
Boekhouden vormt de basis van een geordende financiële informatieverzorging. Hiertoe behoren het
systematisch verzamelen van de benodigde gegevens, het verwerken daarvan en het verstrekken van de
benodigde financiële informatie en afgeleiden daarvan zoals allerlei kengetallen.
Financiële informatie bevat zowel het grootboek en de subgrootboeken, leidend tot het opstellen van
tussentijdse overzichten, balans en resultatenrekening met toelichtingen.
Bestuurlijke informatie heeft drie gebruiksmogelijkheden;
1. Informatie in het kader van het delegeren van taken en het afleggen van verantwoording;
2. Informatie voor het nemen van beslissingen;
3. Informatie ten behoeve van het doen functioneren van de organisatie
Bestuurlijke informatie; “ Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en
verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen-in-engere
zin, het doen functioneren en het beheersen van een huishouding, en ten behoeve van de verantwoordingen
die daarover moeten worden afgelegd.
Er zijn twee soorten informatiestromen;
1. Horizontale informatiestromen; hebben betrekking op het doen functioneren van een organisatie.
2. Verticale informatiestromen; hebben betrekken op het nemen van beslissingen en het op basis
daarvan geven van taakopdrachten aan lagere hiërarchische niveaus, evenals op het laten afleggen
van verantwoording over de taakuitvoering, inclusief het coördineren van gedelegeerde
werkzaamheden.
,Kenmerken van informatie voor strategische en operationele doeleinden;
Kenmerk Strategische niveau Operationeel niveau
Bron Extern Voornamelijk intern
Reikwijdte Zeer breed Goed afgebakend
Aggregatieniveau Geaggregeerd Gedetailleerd
Tijdspanne Toekomst Heden en recente verleden
Actualiteit Relatief oud Actueel
Vereiste nauwkeurigheid Laag Hoog
Gebruiksfrequentie Laag Hoog
Administratieve organisatie; houdt zich bezig met de inrichting van de bestuurlijke processen in organisaties.
Relatie tussen BIV en AO; administratieve organisatie omvat het gehele complex van organisatorische
maatregelen dat direct of indirect betrekking heeft op de goede werking van de bestuurlijke
informatieverzorging.
Een goede administratieve organisatie is een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande informatie, en dat
managers verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de informatieverzorging, en dus voor de AO, in hun
organisatie.
Informatie mag pas informatie genoemd worden als zij betekenis heeft voor de gebruiker. Informatie bestaat
uit gegevens die betekenis hebben gekregen doordat ze in een bepaalde vorm en in een bepaalde context aan
een bepaalde gebruiker zijn verstrekt. Eerst moeten de juiste gegevens vastgelegd worden.
Bij het vastleggen van gegevens en het verzorgen van informatie speelt informatie- en
communicatietechnologie (IT) een belangrijke rol. De toepasbaarheid van IT is breed en momenteel neemt IT
een belangrijke plek in, in bijna elke bedrijfsproces van bijna elk type organisatie.
Informatiemanagement; de informatieverzorging via geautomatiseerde systemen en de inpassing van die
systemen in en tussen organisaties in een geheel eigen vakgebied. BIV en AO valt samen onder de naam
Accounting Information Systems.
Hoe meer decentralisatie in een organisatie, hoe groter de afstand tussen het topmanagement en het lagere
management. De keuze voor centralisatie of decentralisatie beïnvloedt de wijze waarop de organisatie moet
worden bestuurd en beheerst, en de wijze waarop de informatiesystemen moeten worden ontworpen.
De keuze voor centralisatie of decentralisatie wordt door de volgende factoren bepaald;
• Maatschappelijke ontwikkelingen, werken tegenwoordig decentralisatie bevorderend.
• Motivatie en betrokkenheid van personeel
• Kosten en baten van decentralisatie afwegen
• Gebruikerseisen
De relatie tussen de kritische succesfactoren en managementrapportages kan aan de hand van de volgende
stappen worden uiteengezet;
1. Het vaststellen van de kritische succesfactoren
, 2. Het vaststellen van de bedrijfsprocessen
3. Het vastleggen in een matrix van de KSF’s en de bedrijfsprocessen en het aangeven van de informatie-
elementen per cel van de matrix;
4. Managementrapportages definiëren op basis van de informatie-elementen per cel
Balanced scorecard is een instrument om financiële prestatiemaatstaven in balans te brengen met niet-
financiële prestatiemaatstaven. Hierbij zijn vier dimensies; innovatief, financieel, klanten en intern perspectief.
Soorten beslissingsniveaus om een organisatie zo goed mogelijk te besturen;
1. Strategisch; afstemming met de externe omgeving
2. Tactisch; structurering van de organisatie, soorten structureringsmogelijkheden zijn proces oriëntatie,
matrixorganisatie, projectorganisatie en netwerkorganisatie
3. Operationeel; uitvoering van bedrijfsactiviteiten
Ongeacht van het object van beheersing zullen de volgende vier elementen altijd aanwezig zijn als het gaat om
besturing en beheersing;
1. Het bestuurd systeem; organisatie
2. Het besturend systeem; management
3. Het informatiesysteem; management heeft informatie nodig om te kunnen besturen, dit wordt
gehaald uit een informatiesysteem
4. De omgeving
Deze vier elementen samen komen voor in het besturingsparadigma;
De managementcyclus bestaat uit vijf fasen; planning, inrichting, uitvoering, evaluatie en bijsturing. Dit komt
samen in de PDCA cyclus. Het is een manier om activiteiten volgens een vaststaand proces te laten voorlopen.
De kerntaak van de accountant is het controleren van de jaarrekening. De controller is de financiële
intermediair tussen de werkvloer en het management en moet als zodanig voor diverse vertaalslagen zorg
dragen.
3 soorten controllers;
1. Business advocatie is sterk gericht op het ondersteunen van het management op alle niveaus en
minder op de financiële administratie en de betrouwbaarheid van de financiële informatievoorziening.
à Prospectieve blik en sterk betrokken bij de bedrijfsvoering.
2. Corporate policeman ziet zijn rol daarentegen veel meer als een buitenstaander die slecht
verantwoordelijk is voor de betrouwbaarheid van de financiële informatievoorziening. à
controlerende rol, retrospectieve blik en is onafhankelijk van het management.
3. Financieel adviseur; kiest het beste van de twee werelden door mee te denken met het management
maar dat te doen vanuit zijn kerncompetentie die op het financiële vlak ligt.