Opdracht 1
Linda en Marianne zijn in 2010 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Ze kopen
in 2010 samen een boot voor € 100.000. Voor de aankoop brengt Linda haar onder
uitsluiting verkregen erfenis in van € 60.000. De overige € 40.000 betalen ze van het
gezamenlijk spaargeld. Linda en Marianne gaan scheiden in 2021.
a. Tot welk vermogen behoort de boot?
Het privévermogen van Linda, want meer dan 50%
b. Welke gevolgen heeft het bovenstaande bij echtscheiding?
Linda heeft de boot in bezit en heeft daarvoor betaald, 60.000 uit de erfenis.
20.000 Linda haar deel en nog 20.000 als vergoeding aan Marianne
< 2012 investering gedaan, dus nominaliteitsleer.
c. In hoeverre maakt het verschil als de aankoop van de boot in 2013 had
plaatsgevonden en deze op het moment van scheiden € 110.000 waard zou zijn?
40.000/100.000 x 110.000 = 44. = 22.000
Dus Marianne recht op 22.000
Opdracht 2
Geert heeft uit de erfenis (met uitsluitingsclausule) van zijn vader een bedrag van € 20.000
ontvangen. Dit is door de notaris gestort op de gezamenlijke bankrekening van hem en zijn
vrouw Marian, gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Geert heeft inmiddels een
nieuwe bankrekening aangevraagd, waarop hij het bedrag wenst te storten. Dit is echter
nog niet gebeurd.
Marian koopt ondertussen een schilderij van € 50.000. Zij betaalt dit vanaf de gezamenlijke
rekening waar in totaal precies € 50.000 op staat. Marian denkt dat ze een goede koop
heeft gedaan. Geert wist echter van niets. Het schilderij blijkt bij ‘Tussen Kunst en Kitch’
helaas een vervalsing en heeft geen waarde.
Waar heeft Geert recht op?
20.000/50.000 x 0 = 0
Opdracht 3
Jan en Iris trouwen in januari 2005 in gemeenschap van goederen. In februari 2005 kopen
Jan en Iris voor € 300.000 een woning. Zij financieren de volledige aankoop met € 300.000
hypothecaire lening op beide namen. Iris lost vanaf 2005 jaarlijks per 31 december € 5.000
op de hypothecaire lening af uit schenkingen van haar ouders onder uitsluitingsclausule. In
maart 2013 gaan Jan en Iris scheiden. De woning is dan € 400.000 waard en de
hypothecaire lening bedraagt nog € 260.000.
Wat is de hoogte van het vergoedingsrecht van Iris?
Totaal 40.000 afgelost, waarvan tot dec 2012 nominaliteitsleer en daarna beleggingsleer.
7 jaar tot 2012 = 7 * 5000 = 35.000
5000 overig waarde vermeerdering = 5000/300.000*400.000 = 6667
35000 + 6667 = 41667
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mandyremmers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.