Karakter, Lisa Petit
A. 1. Algemeen/ oriënterend.
a. het boek heet karakter, en het boek is geschreven door Ferdinand Bordewijk.
b. Ferdinand Bordewijk is geboren in Amsterdam op 10 oktober 1884, en hij is in Den Haag
overleden op 1965. Hij was een schrijver van Nederlandse afkomst.
c. ” A sadder and a wiser man.
He rose the morrow morn.”
d. het jaar van de eerste uitgave is 1983.
e. Het boek heeft 288 pagina’s in totaal.
f. Ik heb er ongeveer 6 uur over gedaan om het boek uit te lezen.
g. Ik heb het uitgelezen op 14 maart 2020.
h. Ik had verwacht dat het een heel saai en langdradig boek zou zijn.
B. belevingsvragen
3. eerste reactie
a. Het boek Karakter sprak me in eerste instantie niet echt aan, omdat ik het best lastig vond
om in het boek te komen. Het taalgebruik was niet zoals ik gewend ben, en het was in het
begin best saai en langdradig. Maar zodra ik er een beetje in kwam, toen werd het wel steeds
boeiender. Ik vond het boek niet spannend, maar er zat wel een bepaalde vorm van spanning
in. Ik wilde graag weten wie er uiteindelijk nou zou “winnen” in het leven, al was ik er wel
van overtuigd dat zijn vader niet zo ver zou komen met zijn gedrag.
b. Het stukje dat zij het beste is bijgebleven, is wanneer Katadreuffe naar zijn vader gaat om bij
hem 2000 gulden te lenen voor zijn studie. Ik had eigenlijk nooit verwacht dat hij hiervoor
naar zijn vader zou gaan. Hij had eigenlijk geen andere keus, maar toch vond ik het opvallend
dat hij alsnog zijn vader om geld vroeg. Als hij zijn vader echt had gehaat had hij nooit naar
hem toe gegaan, maar aan de andere kant wilde Katadreuffe niet zoveel met zijn vader te
maken hebben. Maar nu hij geld nodig had wist hij hem wel te vinden, maar misschien kwam
dat wel doordat hij voor zichzelf op ging komen en niet meer bang was voor zijn vader.
4. tijd, ruimte en personen.
a. Het boek speelt zich af in 1904 tot 1931, en dit blijkt uit het stukje waar er word beschreven
dat hij in het jaar 18 in de hoogste klas zat. Dit word beschreven op pagina 15.
b. De vertelde tijd bedraagt 28 jaar: Dit geteld vanaf het moment dat Katadreuffe geboren
wordt tot wanneer hij na zijn beëdiging voor de laatste keer zijn vader opzoekt.
c. er is een grote flashback te vinden. Op pagina 82-88 wordt verteld hoe Katadreuffe zijn vader
op gaat zoeken.
d. Het verhaal speelt zich af in Rotterdam van tussen de 2 wereldoorlogen, maar ook ik Den
haag waar hij later werkt.
e. Jacob Katadreuffe is een jongeman met zelftucht en ambities, hij luistert alleen naar de radio
om een vreemde taal te leren. Hij kan geen geschenken aannemen; z'n salarisverhoging gaat
naar curator Wever zodat zijn schuld eerder afbetaald is, hij weigert een huurverlaging,
, wenst een lager salaris dan Stroomkoning hem aanbiedt bij de opvolging van Rentestein. Hij
ziet niet hoe de spanningen en het blokken zijn gezondheid schaden. Hij is bang om andere
ambities te hebben dan het behalen van zijn advocatuur, waardoor een relatie met juffrouw
Te George nooit tot stand kan komen. Jacob is natuurlijk een round character.
Joba Katadreuffe. Haar karakter vertoont veel overeenkomsten met dat van haar zoon, dit
komt een aantal keer tot uiting in vrijwel letterlijke herhalingen. Door deze overeenkomsten
hebben zij en haar zoon een stroeve omgang met elkaar. Haar moedergevoelens komen
echter tot uiting tegenover haar huurder Jan Maan, een communist (NB: Maan staat
tegenover de zonnen die Jacob ziet bij zijn aankomst op het advocatenkantoor) die haar ook
met moeder aanspreekt. Joba's karakter wordt gekenmerkt door haar vurige ogen. Ze kan
echter niet goed inschatten hoe Dreverhaven tegenover haar zoon staat. Ze is, ondanks haar
sterke persoonlijkheid toch een flat character.
A.B. Dreverhaven. Zijn voorletters staan voor Arend Barend die elkaar versterken. Dit is
kenmerkend voor Dreverhaven. Hij is de reus van Rotterdam. Dat reusachtige komt op
verschillende manieren aan de orde, zo wordt hij o.a. 'zwaard zonder genade' en een aantal
keer 'caesar', 'vorst' en 'oude heerser' genoemd. Ondanks dit is hij een man en geen heer
zoals Katadreuffe aan het eind. Hij bewondert zijn zoon en hij vindt dan ook dat die het aan
hem te danken heeft dat hij zover komt 'Ik zal hem wurgen, maar dat kleine beetje dat ik
hem laat leven zal hem groot maken'. Een ander belangrijke eigenschap is zijn
onverschilligheid, daarom durft hij de gewaagdste ontruimingen te doen en gaat hij, wanneer
hij de hele buurt tegen zich heeft door de guurste wijken lopen. Dreverhaven is ook een flat
charakter ondanks zijn sterke persoonlijkheid.
5. vertelwijze(perspectief)/ opbouw.
a. De verteller is alwetend, maar het gaat vooral over Jacob.
b. Het word verteld in de hij-perspectief.
c. Er is niet perse iets heel bijzonders aan de manier van vertellen, maar de manier waarop het
boek is geschreven brengt wel echt de persoonlijkheden van de personen naar voren. Je
weet in het begin van het boek meteen wat de persoonlijkheden van de hoofdpersonen zijn.
d. Het boek bestaat uit 9 delen, en 28 hoofdstukken. Elk hoofdstuk is getiteld en wat mij opviel
is dat de titels of juist veel met elkaar te maken hadden, of juist com pleet het
tegenovergestelde van elkaar waren.
e. Dit boek heeft geen proloog, en ook geen epiloog. Het begint bij de geboorte van Jacob, en
het eindigt bij zijn vaders dood.
6. Thematiek en interpretatie
a. Karakter, de titel, slaat op Katadreuffe, maar ik denk ook wel op zijn vader. Katadreuffe begint
eigenlijk in het boek als een jonge, onzekere, beetje bange jongen. Terwijl zijn vader een groot en
zekere man is. Hij is eigenlijk precies het tegenovergestelde van zijn vader. Maar door het boek heen
gaat hij zich steeds meer ontwikkelen, hij komt voor zichzelf op en is zelfverzekerder. Hij is
uiteindelijk niet meer bang voor zijn, toch wel machtige, vader. Hij krijgt door het boek heen steeds
meer een eigen karakter. Uiteindelijk zegt zijn vader ook dat hij hem al die tijd heeft dwarsgezeten
om het te hepen en te stimuleren al is Katadreuffe het daar niet mee eens. Ik denk ook dat het een