Tentamenoverzicht Burgerlijk- en Bestuursprocesrecht
Burgerlijkprocesrecht
Thema 1: Procedure in eerste aanleg
Absolute competentie in eerste aanleg
De absolute competentie houdt in welk type gerecht bevoegd is om kennis te nemen van
een bepaalde zaak. De regels van absolute bevoegdheid zijn van openbare orde op grond
van art. 72 Rv. Op grond van art. 42 RO moeten in eerste aanleg alle zaken, behoudens in de
wet bepaalde uitzonderingen, bij de rechtbank aanhangig gemaakt worden.
Kantonrechter: art. 93 e.v. Rv
o Civiele zaken tot een bedrag van 25.000, de tot aan de dag van dagvaarden
verschenen rente daarbij inbegrepen.
o Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke
aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan
25.000 euro.
o Zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een cao of algemeen verbindend
verklaarde bepalingen van een cao.
o Alle vorderingen betreffende huurzaken.
o Consumentenkoopzaken of consumentenkredieten van ten hoogste 40.000 euro.
Absolute competentie in hoger beroep
In hoger beroep is het gerechtshof absoluut competent op grond van art. 60 RO.
In cassatie is de Hoge Raad absoluut competent op grond van art. 78 RO.
Relatieve competentie
De relatieve competentie houdt in bij welke rechter geografisch gezien geprocedeerd moet
worden.
Hoofdregel art. 99 Rv de zaak moet worden voorgelegd aan de rechter in wiens
rechtsgebied de gedaagde zijn woonplaats of zijn werkelijk verblijf heeft.
Keuzemogelijkheden art. 100-107 Rv
Forumkeuze partijen zijn in beginsel vrij om in hun overeenkomst een ander relatief
bevoegde rechter aan te wijzen dan die volgens de wettelijke regeling relatief bevoegd is,
art. 108 Rv.
Onbevoegde rechter
Absoluut competent de rechter verklaart zich zo nodig ambtshalve onbevoegd om van de
zaak kennis te nemen, art. 72 Rv.
Relatief competent de rechter zal zich in het algemeen niet ambtshalve onbevoegd
verklaren, maar alleen als door de gedaagde tijdig op de onbevoegdheid een beroep is
gedaan. Als de rechter zich onbevoegd heeft verklaard, omdat hij van oordeel is dat de zaak
bij een andere rechter had moeten worden aangebracht, dan dient hij de zaak naar deze
rechter te verwijzen art. 73, 110 lid 2 en 221 Rv
Verkeerde taakverdeling (civiel/kanton) interne verwijzing, art. 71 Rv
1
, Dagvaardingsprocedure of verzoekschriftprocedure
Uit art. 261 lid 1 Rv volgt dat zaken met een verzoekschrift worden ingeleid, wanneer dit
voortvloeit uit de wet. Alle zaken waarvoor geen verzoekschrift vereist is, worden ingeleid
met een dagvaarding art. 78 lid 1 Rv
Dagvaardingsprocedure geschil tussen partijen.
Verzoekschriftprocedure verzoek tot rechtswijziging.
Thema 2: Bewijs in het burgerlijk procesrecht
Stelplicht
Stelplicht vereist dat een partij haar stellingen zoveel mogelijk motiveert en onderbouwt
met feiten en stukken, art. 149 lid 1 Rv. Wanneer een partij niet voldoet aan de stelplicht,
dus zijn stelling onvoldoende onderbouwt of motiveert, kan de rechter de stellingen
passeren en wordt die partij niet toegelaten tot het leveren van bewijs van haar stelling. De
rechter heeft hierbij grote beoordelingsvrijheid. De fase van de stelplicht gaat vooraf aan de
fase van bewijslevering.
Op wie rust de stelplicht?
o Eiser het voorschrift dat de eiser in de dagvaarding de gronden van de door hem
ingestelde eis moet vermelden ziet op de stelplicht, art. 111 lid 2 sub d Rv.
o Gedaagde de stelplicht omvat ook de verplichting om een betwisting te motiveren
en te onderbouwen.
Bewijslevering en bewijslast
Bewijslevering zonder opdracht is mogelijk. Het initiatief van bewijslevering ligt bij partijen
en niet bij de rechter.
Bewijslast hoofdregel art. 150 Rv de rechter verlangt van degene die zich beroept op de
rechtsgevolgen van de door hem of haar gestelde feiten bewijs middels een tussenvonnis.
Wie eist bewijst.
Aan de bewijslast is ook het bewijsrisico gebonden.
Nee, want-verweer de vordering wordt betwist, eiser draagt de bewijslast.
Ja, maar-verweer bevrijdend verweer, gedaagde draagt de bewijslast.
Uitzonderingen art. 150 Rv: de bewijslast wordt omgedraaid
o Art. 6:99 BW alternatieve causaliteit
o Art. 6:195 BW misleidende reclame
o Art. 7:658 lid 2 BW als de werknemer het ontslag aanvecht en doorbetaling van
het loon vordert, dient de werkgever bewijs te leveren van de dringende reden.
o Eisen van redelijkheid en billijkheid HR Timmer/Deutman
Art. 151 lid 2 Rv tegenbewijs staat vrij, tenzij de wet het uitsluit.
Thema 3: Rechtsmiddelen, executie en kort geding
Rechtsmiddelen
Er geldt een gesloten stelsel van rechtsmiddelen.
Verzet je kunt in verzet komen tegen een verstekvonnis. Bij dezelfde rechter die het
verstekvonnis heeft gewezen.
o Termijn van vier weken art. 143 Rv
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chodenruigrok. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.