Oefenvragen Familie en jeugdrecht.
1. Welke uitspraak over het begrip recht is juist?
A. Het recht beoogt een gesloten systeem te zijn om te bepalen wat
ethisch juist en ethisch onjuist is.
B. Elke rechtsregel is terug te voeren op een ethisch beginsel.
C. Het recht bemoeit zich vooral met uiterlijk gedrag.
2. Welk van de onderstaande bronnen zijn alle officiële rechtsbronnen?
A. Het wetboek van strafrecht, de gepubliceerde uitspraken van de Hoge
Raad, het juridisch handboek: “het Nederlandse staatsrecht”.
B. Het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens,
het juridisch tijdschrift: “het Nederlands Juristenblad”, de wet op de
jeugdzorg.
C. De gepubliceerde rechtspraak van het gerechtshof, de wet op de
Kinderopvang, het Internationaal Kinderverdrag.
3. In het land Aubore leven de auborianen. Zij hebben een eigen taal en
eigen culturele gewoonten. De auborianen zijn trots op hun land en
bewaken de vaststaande landsgrenzen zorgvuldig. De koning van Aubore
vaardigt wetten uit en spreekt recht. De familie van de Koning voert
namens de koning en aan ondergeschiktheid aan de koning de wetten uit.
Wie kritiek heeft op de koning moet dat doorgaans met de dood bekopen.
Is Aubore een staat in juridische zin?
A. Ja
B. Nee
C. Er staan te weinig gegevens in de casus om die vraag te beantwoorden.
4. Als een bepaling uit een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in strijd
is met het wetboek van Strafrecht (WvSr) dan:
A. Gaat de APV voor op het WvSr, tenzij de APV ouder is dan de
betreffende bepaling uit het WvSr.
B. Gaat de APV voor op het WvSr, tenzij het WvSr zelf anders bepaalt.
C. Gaat de APV niet voor op het WvSr.
5. Het belasting recht wordt gerekend tot het:
A. Het burgerlijk recht
B. Het publiekrecht
C. Het privaat recht
6. Truus en Yoep willen aan de voorkant van hun huis een serre bouwen. Zij
vragen hiervoor een vergunning aan bij het college van B&W van hun
gemeente. Deze aanvraag en de behandeling daarvan wordt gerekend tot
het:
A. Staatsrecht
B. Consumentenrecht
C. Bestuursrecht
7. De algemene plaatselijke verordening van de gemeente Dalfsen bepaalt
dat je voor een bepaalde tijd je vuilnis niet buiten mag zetten.
, A. Dit is een beschikking.
B. Dit is een wet in formele zin.
C. Dit is een wet in materiële zin.
8. Welke bewering is juist?
A. Een wet in formele zin is van hogere rangorde dan de wet in materiële
zin.
B. Een wet in formele zin kan ook tegelijk een wet in materiële zin zijn.
C. Een wet in formele zin moet altijd ondertekend worden door de Minister
President of door de Koning.
9. De bekendste gemeentelijke verordening is de APV (= Algemene
Plaatselijke Verordening). Wie vervaardigt een APV?
A. Het college van B&W
B. De burgemeester
C. De Gemeenteraad
10.Artikel 10 van de Grondwet luidt: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens
de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke
levenssfeer. Dit is een:
A. Klassiek grondrecht
B. Sociaal grondrecht
C. Geen grondrecht
11.Het rechtsgebied van een Gerechtshof heet een:
A. Rechtsprovincie
B. Ressort
C. Arrondissement
12.Als er in een land in het openbare strafexecuties plaatsvinden heeft dat
vooral te maken met het strafdoel van:
A. Vergelding
B. Generale preventie
C. Speciale preventie
13.In de Nederlandse wetgeving staat de volgende bepaling:
De kennisneming van de processtukken wordt de verdachte op diens
verzoek tijdens het voorbereidende onderzoek verleend door de officier
van justitie. De kennisneming wordt de verdachte in elk geval toegestaan
vanaf het eerste verhoor na aanhouding. Deze bepaling is:
A. Materieel rechtelijk van aard
B. Formeel rechtelijk van aard
C. Privaatrechtelijk van aard
14.Voor de vraag of een organisatie een staat is, is niet bepalend:
A. Het aanwezig zijn van een eigen grondgebied
B. Het aanwezig zijn van een democratisch stelsel met vrije verkiezingen
C. Het aanwezig zijn van een hoogste gezag
15.Een wetsvoorstel van een wet in formele zin gaat:
A. Eerst naar de Raad van State dan naar de Tweede Kamer en dan naar
de Eerste Kamer
B. Eerst naar de Tweede Kamer dan naar de Raad van State dan naar de
Eerste Kamer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xjeaninexx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.