Hoorcollege 1
De farmacokinetiek is de kwantitatieve studie van een geneesmiddel. Het beschrijft wat het
lichaam met een geneesmiddel doet.
De distributie is afhankelijk van de log P en pKa, dus de lading. Een ongeladen deeltje
passeert makkelijker een membraan dan een geladen deeltje.
De klaring bestaat uit metabolisme (door de lever) en excretie (uitscheiding van de nieren).
Het therapeutisch window is het gedeelte tussen de minimale
effectieve concentratie en de minimale toxische concentratie. Als de
piek van de plasmaconcentratie in het therapeutisch window zit,
werkt het geneesmiddel effectief. Er ontstaan geen toxische effecten
en het geneesmiddel geeft genoeg effect.
1-compartiment model: intraveneuze bolus administratie
Aannames:
- Het lichaam is 1 compartiment.
- Distributie is snel en constant.
- Eliminatie en absorptie gaan volgens 1e orde reactie (exponentieel).
Dit kun je schatten/aflezen uit de grafiek:
- C0 → initiële concentratie
- t1/2 → halfwaardetijd
Om met formules te kunnen rekenen heb je ook de ke
(eliminatiesnelheidsconstante) en AUC 0-∞ (area under the curve).
−𝑘𝑒*𝑡
𝐶𝑡 = 𝐶0 * 𝑒
Met behulp van lineaire transformatie kunnen we hier een rechte lijn van maken.
𝑙𝑛 𝐶𝑡 = 𝑙𝑛 𝐶0 − 𝑘𝑒 * 𝑡
Bij t1/2 = ½ C0 kun je zeggen dat t1/2 = ln2/ke.
De ke is ook te berekenen m.b.v 𝑘𝑒 = 𝐶𝑙 𝑡𝑜𝑡/𝑉𝑑
Om de AUC te berekenen, maak je gebruik van de volgende formules (trapezium methode):
𝐴𝑈𝐶 𝑡1 → 𝑡2 = ((𝐶1 + 𝐶2)/2) * (𝑡2 − 𝑡1)
𝐴𝑈𝐶 𝑡 𝑙𝑎𝑠𝑡 → ∞ = 𝐶𝑙𝑎𝑠𝑡/𝑘𝑒
De totale klaring is het totale bloedvolume op plasmavolume per tijdseenheid dat wordt
schoongemaakt van een geneesmiddel.
Het verdelingsvolume is een schijnbaar volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt in
het lichaam bij een evenwicht.
𝑉𝑑 = 𝐷/𝐶0
1
,De totale klaring en verdelingsvolume zijn onafhankelijk van elkaar, maar kun je aan elkaar
relateren via de ke. Cltot wordt bepaald door de patiënt karakteristieken (hoe goed werken de
nieren, welke enzymen zijn er aanwezig) en Vd is een interactie waarbij fysisch chemische
eigenschappen van een geneesmiddel een rol spelen (pKa, lading, etc.).
Bij een intraveneuze toediening: 𝐴𝑈𝐶0 − ∞ = 𝐷/𝐶𝑙
Bij de andere toedieningsvormen, bijvoorbeeld oraal: 𝐴𝑈𝐶 0 − ∞ = (𝐹 * 𝐷)/𝐶𝑙 . Dit is deels
afhankelijk van de biologische beschikbaarheid.
De biologische beschikbaarheid (F) is de fractie van de dosis dat de algemene circulatie
bereikt in zijn originele vorm.
Absolute BB; hierbij vergelijk je hetzelfde geneesmiddel bij verschillende
toedieningen: 𝐹 = (𝐴𝑈𝐶 𝑒𝑣/𝐴𝑈𝐶𝑖𝑣) * (𝐷 𝑖𝑣/𝐷 𝑒𝑣)
Relatieve BB; hierbij vergelijk je twee dezelfde geneesmiddelen van verschillende
producenten: 𝐹 = (𝐴𝑈𝐶 𝑡𝑎𝑏𝑙𝑒𝑡 𝐴/𝐴𝑈𝐶 𝑡𝑎𝑏𝑙𝑒𝑡 𝐵) * (𝐷 𝑡𝑎𝑏𝑙𝑒𝑡 𝐵/𝐷 𝑡𝑎𝑏𝑙𝑒𝑡 𝐴)
Hoorcollege 2
De absorptie gaat vanuit de maag en darm via het bloed naar de rest van
het lichaam. Er is een absorptiefase bij een extravasculaire
toedieningsroute, het geneesmiddel moet opgenomen worden. Deze
absorptie is afhankelijk van:
- Molecuulgewicht (bij Mw = 300 g/mol het beste opgenomen); hoe
groter, hoe moeilijker.
- Log P; beste opname bij iets lipofiele geneesmiddelen.
- pH, pKa en ionisatie; ongeladen makkelijker over membraan.
- Effect van voedsel; nuchtere maag → pH lager dan bij gevulde
maag.
- Verblijftijd in maagdarmkanaal; bij diarree kortere verblijftijd dus
meestal verminderde absorptie.
- Gastric bypass
- Intraveneuze toediening vs extravasculair
- Biologische beschikbaarheid / first-pass effect
De absorptie snelheidsconstante (ka) kun je berekenen met de curve stripping methode.
1) Bereken de ke met lineaire regressie.
2) Trek raaklijn naar y-as (y = -ax+b) → ln C0 waarden.
3) Bereken de waarden terug naar C met ey.
4) Gemeten concentraties aftrekken van berekende concentraties.
5) Ln nemen van het verschil.
6) Lineaire regressie uitvoeren op deze waarden.
7) a = ka
Hoorcollege 3
2
, Het lichaam van een slanke volwassen man bestaat voor 60% uit vloeistof. Hiervan is 2/3e
deel intracellulair vloeistof en 1/3e deel extracellulair vloeistof. Van dit extracellulaire
vloeistof is 80% interstitiële vloeistof en 20% plasma.
Waar gaat het geneesmiddel naartoe?
Het is afhankelijk van de eigenschappen van een geneesmiddel waar het geneesmiddel
naartoe gaat:
- Erg grote moleculen blijven in de circulatie (intravasculair), ze kunnen moeilijk over
het membraan heen.
- Erg polaire moleculen zitten vooral in de circulatie en interstitiële vloeistof (tussen de
cellen), want kan moeilijk lipofiel membraan passeren, omdat deze zo hydrofiel is.
- Lipofiele moleculen zitten vooral in vetweefsel (vanwege zijn eigenschappen), maar
ook intravasculair, interstitieel en intracellulair.
Bij extracellulaire acidosis wordt de vloeistoffen rond de cellen (extracellulair) zuurder dan
de omgeving (intracellulair). Dit ontstaat bij een ontsteking.
Casus: rat heeft ontsteking en er treedt ophoping op van phenylbutazone. Hoe kan
𝑝𝐾𝑎−𝑝𝐻
dit? Dit gebeurt vanwege ion trapping: α = 1 / (10 + 1). Er is intracellulair meer
geïoniseerd dan extracellulair. Hierdoor bouwt phenylbutazone zich op
Hoe komt het geneesmiddel daar?
Er zijn drie soorten haarvaten, het geneesmiddel gaat op verschillende manieren door de
haarvaten.
- Continuous: het geneesmiddel komt er via intracellulaire clefts (spleet) en zitten bijv.
in spieren, huid en longen. Het zijn losse endotheelcellen met daartussen cell
junctions.
- Fenestrated: het geneesmiddel gaat via fenestrations (poriën) die zitten in
endocriene klieren, darmen en glomeruli van de nier. Uitwisseling gaat makkelijker
dan bij intracellulaire clefts.
- Sinusoid: het geneesmiddel gaat via intracellulaire gaps die in de lever, beenmerg
en milt zitten. De uitwisseling van eiwitten en cellen kunnen hier zelfs plaatsvinden,
zo groot zijn de gaps.
Gespecialiseerde capillairen vormen de blood brain barrier. Dit zijn
tight-junction proteins waardoor er geen geneesmiddelen/moleculen door de
blood brain barrier. Het is moeilijk doordringbaar. Het is ook moeilijk door de
astrocyten laag om het capillair, dat dient als bescherming.
Wat bepaalt de verdeling van een geneesmiddel?
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michelinejeuken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.