Geschiedenis h8
Paragraaf 1: industrialisatie en modern imperialisme
Steeds meer landbouw in de handen van grootgrondbezitters> schaalvergroting, nieuwe
technieken en werktuigen> voedselproductie per boer nam toe> minder honger en
toenemende gemiddelde levensduur> landbouwopbrengst nam snel toe> te veel voedsel
per persoon beschikbaar> daling voedselprijzen
Boeren gingen inkomsten verdienen aan huisnijverheid> daling prijzen
huisnijverheidsproducten> boeren trekken naar de steden in de hoop dat hun
levensomstandigheden verbeteren
Huisnijverheid op het platteland werd gecontroleerd door de ondernemers uit steden:
-brachten grondstoffen
-betaalde de arbeiders loon
-Zorgen voor verkoop eindproducten
Veel aandacht voor experimenten en ontwikkelingen zorgde voor nieuwe uitvindingen (schietspoel)
wat het begin was van de industriële revolutie
Grote machines pasten niet in een woonhuis> productie verplaatst naar fabrieken
Productie kwam in handen van de economische elite> doordat alleen rijke mensen konden
investeren in de bouw van fabrieken en aankoop nieuwe machines
Urbanisatie ging samen met de bouw van nieuwe fabrieken, die arbeiders nodig hadden>
industriële samenleving
De grootschalige en snelle fabrieksproductie was arbeidsextensief: machines deden het
werk, waardoor het relatief goedkoop werd> huisnijverheid werd weggeconcurreerd
Kenmerk industrieel kapitalisme: productie groeide> waardoor er voortdurend behoefte was aan
meer grondstoffen en afzetgebieden
Voordeel koloniaalgebied: grondstoffen worden verkregen en fabrieksproducten worden verkocht
aan de inheemse bevolking
Nieuwe snelle transportmogelijkheden maakten uitwisseling van grondstoffen en goederen makkelijk
1885 Berlijn: komen enkele landen met koloniale belangen in Afrika, Duitsland, Frankrijk en Groot-
Brittannië bij elkaar > geen rekening gehouden met de leefgebieden van Afrikaanse stammen>
werden verdeeld over verschillende landen met verschillende koloniale overheersers
19e eeuw modern-imperialisme:
Grotere gebieden werden veroverd
Inheemse bewoners voegden zich naar de wetten en regels die de kolonisator oplegde
De economie kwam in dienst te staan van het moederland
Onderdrukking inheemse bevolking
Nationalisme: trots op eigen land en volk
Modern imperialisme: hoog tempo kolonisatie
Hoe meer koloniaal gebied een land had> hoe meer macht en aanzien dit opleverde
Sociaal darwinisme: Charles Darwin
, Evolutietheorie: de groep die zich het beste kan aanpassen aan veranderende omstandigheden zou
het meest succesvol zijn (survival of the fittest)
Morele denkwijze: hun ‘'sterke’' volk had niet alleen recht om inheemse volkeren te overheersen,
maar ze waren daartoe verplicht> zij moesten gekoloniseerde volkeren te helpen zich te ontwikkelen
door de westerse beschaving bij te brengen ( the white man’s burden)
In Nederlands- Indië werden inheemse bestuurders in hun functie gelaten en moesten samenwerken
met de Nederlanders
Cultuurstelsel: Nederlandse overheid bepaalde welke producten nodig waren. Boeren moesten een
deel van hun grond gebruiken om die producten te kweken en te verkopen aan Nederland tegen een
van tevoren vastgestelde prijs> plantloon
Inheemse leiders:
Zorgden in ruil voor een deel van de opbrengst dat de boeren op tijd leverde
Konden ‘'aanvullende betalingen’' eisen van de boeren
Voordeel cultuurstelsel inheemse bevolking: om landbouwproducten te vervoeren werden nieuwe
wegen, spoorwegen en bruggen aangelegd
Belangrijkste doel: hoog mogelijk koloniaal batig saldo
1870: nieuwe wet dat de particuliere ondernemers in Nederlands-Indië bedrijven konden beginnen
Nederlandse overheid geen monopolie meer> einde cultuurstelsel
Nederlands-Indië veranderde in een leverancier van industriële grondstoffen
Paragraaf 2 een nieuwe samenleving
De snelle industrialisatie zorgde voor slechte woningen met weinig aandacht voor comfort,
hygiëne en bewegingsruimte > slechte levensomstandigheden
Slechte werkomstandigheden door zwaar, gevaarlijk en ongezond werk en bovendien lage
lonen
Er was ook sprake van grootschalige sociale problemen> alcoholisme, huisgeweld,
prostitutie en ongeschoold werk
De overheid zag voor zichzelf geen hoofdrol weggelegd in het verbeteren van de situatie. In de
samenleving nam de bezorgdheid over de slechte levensomstandigheden toe
Sociale kwestie> er moest iets gedaan worden tegen ‘' de neergang van de beschaving’'
Sociale kwestie: benadrukking van deugdzaam (goede omgangsnormen en hygiëne) gedrag d.m.v.
-pamfletten
-opvoedbijeenkomsten
-toespraken
-hulp aan huis
-armoede verminderen
Er was een overschot aan arbeiders> stelde je de arbeidsvoorwaarden ter discussie> ontslagen
Vakbonden: men staat sterk > verboden door de belemmering vrije economie
Chartisten 1830: een van de eerste massabewegingen van de arbeiders>wilden algemeen kiesrecht
voor mannen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessgroenen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.