Casusuitwerkingen Winst
WG1 – Ondernemer, onderneming en winst
Casus 1 – de ondernemer
Imane werkt sinds 2015 zelfstandig als advocaat. Per jaar werkt ze 2.000 uur in haar eigen kantoor,
een eenmanszaak. Haar belangrijkste client is haar voormalige werkgever, een beursgenoteerde
onderneming. Imane heeft twee kinderen, Hamza (23 jaar) die bedrijfskunde studeert en Bibi (26
jaar) die een jaar geleden haar Master Arbeidsrecht heeft afgerond. Hamza doet de administratie
voor het advocatenkantoor van Imane en besteedt daar 1.280 uur per jaar aan. Bibi wil wel
toetreden tot een maatschap met Imane. Ze voelt zich nog te jong om volledig aansprakelijk te zijn
voor haar werkzaamheden en wil daarom als stille maat toetreden tot de maatschap. Ze weet nog
niet zeker wanneer ze toe zal treden. Misschien al in januari 2022, in dat geval verwacht Bibi dat ze in
2022 1.350 uur zal kunnen werken voor de maatschap. Misschien pas in mei 2022, in dat geval zal
Bibi in 2022 900 uur aan de maatschap kunnen besteden. De genoemde uren omvatten niet alleen de
juridische werkzaamheden, maar ook klantenwerving en boekhoudkundige activiteiten. Daarnaast
houdt Bibi voor de zekerheid nog haar baan als docent arbeidsrecht bij een hogeschool aan. In 2021
bedraagt de netto-winst van Imane €60.000. Daarvan zet zij 9,44% opzij voor haar pensioen. De zus
van Imane, Noor, houdt zich sinds 2016 bezig met de verhuur van studentenkamers. Ze heeft
geïnvesteerd in vier panden in Rotterdam en besteedt 1.300 uur per jaar aan de werkzaamheden in
verband met de verhuur.
Beantwoord op basis van bovenstaande feiten de volgende vragen:
1. Imane:
a. Kan Imane als ondernemer voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt?
1. Art 1.1 jo 2.1: de ondernemer is een natuurlijk persoon
2. Bron van inkomen: deelname aan het economisch verkeer, voordeel beogen (subjectief) en
voordeel verwachten (objectief)
3. Art. 3.4 IB: een ondernemer is de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt
gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming.
De verliezen en winsten moeten dus op de ondernemer drukken, en schuldeisers kunnen de
ondernemer aanspreken tot voldoening van de schulden.
vaststellen of sprake is van een onderneming: Onderneming is een duurzame organisatie van
kapitaal en arbeid waarbij met deelname aan het economische verkeer beoogd wordt winst te
behalen en de winst ook redelijkerwijs te verwachten is.
4. Art 3.5 lid 2 IB: een beoefenaar van een zelfstandig beroep is ook ondernemer. Advocaat valt
hieronder.
Toepassen: bij een eenmanszaak wordt de objectieve onderneming voor rekening van de
eenmansondernemer gedreven. Daarnaast moet Imane tegenover zakelijke crediteuren
aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming (maar het verbondenheidscriterium geldt
niet voor het zelfstandig uitgeoefend beroep). Imane is ondernemer voor de inkomstenbelasting.
b. Kan Imane als ondernemer voor de omzetbelasting worden aangemerkt?
Art 1 jo art 7 OB: eenieder, ongeacht de plaats, die zelfstandig economische activiteiten verricht.
Volgens art. 7 lid 2 wordt onder bedrijf ook ‘beroep’ verstaan. Imane werkt zelfstandig en haar
activiteiten zijn ook niet eenmalig. Zij kan dus worden aangemerkt als OB-ondernemer.
,NB: bij wet OB geen winststreven vereist; alleen omzet, ongeacht of er sprake is van winst.
c. Hoe onderscheidt een ondernemer zich van een resultaatgenieter?
De bij een onderneming gaat het om een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarbij met
deelname aan het economische verkeer beoogd wordt winst te behalen en de winst ook
redelijkerwijs te verwachten is. Bij ROW ontbreekt vooral het duurzame karakter en continuïteit van
de activiteiten.
De vraag of iemand naar buiten treedt als ondernemer, ondernemersrisico (en dus debiteurenrisico)
loopt, reclame maakt, omvang van investering, aantal opdrachtgevers, omvang omzet, ingeschreven
staat bij de KvK of een website heeft, zijn factoren die een rol spelen bij de vraag of er sprake is van
een ondernemer of een resultaatgenieter.
De ondernemer heeft recht op ondernemersfaciliteiten. De resultaatgenieter alleen voor zover in art.
3.95 Wet IB staat.
d. Stel dat Imane als ondernemer wordt aangemerkt, voor welke faciliteiten komt zij dan in
aanmerking?
Een ondernemer geniet al snel ondernemingsfaciliteiten. Vaak staat er dan ‘belastingplichtige’, dus
niet alleen ondernemers maar alles winstgenieters (ook de medegerechtigde bijv) genieten deze
faciliteiten: art. 3.31 Wet IB, 3.11, 3.22, 3.41, 3.53, 3.54 etc.
Ook heb je ondernemersfaciliteiten (de ondernemersaftrek): art 3.74. Alleen voor ondernemers:
De casus geeft te weinig informatie, maar ze heeft in ieder geval recht op zelfstandigenaftrek (3.76),
want voldoet aan urencriterium, de oudedagreserve (3.67) en ook de MKB-winstvrijstelling (3.79a)
e. Hoe hoog is de gecombineerde heffing (inkomstenbelasting en premieheffing) 2021 van Imane
(ervan uitgaande dat ze als ondernemer wordt aangemerkt)?
,2. Hamza:
a. Stel dat Imane en Hamza een samenwerkingsverband aangaan (winstverdeling 90% Imane/10%
Hamza), kan Hamza dan als ondernemer voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt?
Hamza is het kind van Imane en doet de administratie voor het advocatenkantoor (1.280 uur per
jaar). In beginsel kan Hamza worden aangemerkt als ondernemer door het samenwerkingsverband
volgens art. 3.4 en 3.5 Wet IB, maar hij is wel uitgesloten voor het urencriterium volgens art. 3.6 lid 2
Wet IB. Zijn taken zijn hoofdzakelijk ondersteunend van aard (meer dan 70%) en het is niet
gebruikelijk dat een samenwerkingsverband tussen hen wordt aangegaan.
Hamza kan dus als ondernemer worden aangemerkt, als hij verbonden kan worden aan
verbintenissen van de onderneming, en dus aansprakelijk gesteld kan worden.
b. Stel dat Hamza als ondernemer wordt aangemerkt, voor welke faciliteiten komt hij dan in
aanmerking?
Hij komt niet in aanmerking voor de ondernemersfaciliteiten omdat hij is uitgesloten voor het
urencriterium art. 3.6 lid 2 Wet IB. Hij heeft wel recht op faciliteiten voor genieters van WUO die in
art. 3.95 Wet IB staan en de stakingsaftrek art. 3.79 Wet IB. En natuurlijk de MKB-winstvrijstelling.
c. Stel dat zij geen samenwerkingsverband aangaan en Hamza zonder vergoeding in de
onderneming van Imane werkt, bestaat er dan voor Imane recht op een fiscale tegemoetkoming in
verband met de werkzaamheden van haar zoon?
Volgens de meewerkaftrek van art. 3.78 IB kan de ondernemer van wie de partner zonder enige
vergoeding arbeid verricht in de onderneming waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst
geniet een gedeelte van de winst aftrekken. Hamza moet haar partner zijn en minimaal 525 uur
werken en geen vergoeding ontvangen. Hamza is wel een verbonden persoon, maar niet haar
partner (art 1.2 IB jo art 5 AWR).
3. Bibi:
a. Kan Bibi als ondernemer voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt?
Bibi wil toetreden als stille maat in de maatschap. De beoefenaar van een zelfstandig beroep (lees:
advocaat) hoeft niet rechtstreeks verbonden te zijn voor verbintenissen betreffende de
onderneming. Stille maten delen wel mee in de verliezen en winsten van de onderneming, maar zijn
niet verbonden aan de verbintenissen. Bibi kan dus, ondanks dat zij niet voldoet aan de vereisten uit
art 3.4 IB toch worden aangemerkt als ondernemer.
Stel: Bibi was jurist geweest ipv advocaat, dan wel toetsen aan beide vereisten uit 3.4 IB.
Arrest escort-dame: delen in de winst, maar niet in de verliezen. Schuldeisers konden zich niet op
haar verhalen; niet verbonden verbintenissen onderneming. Stille maat, dan hoef je maar aan een
van de 2 vereisten van 3.4 Wet IB te voldoen; voor rekening van wie.
b. Stel dat Bibi als ondernemer wordt aangemerkt, voor welke faciliteiten komt zij dan in
aanmerking?
Dit hangt af wanneer zij gaat beginnen. als dit januari is voldoet ze aan het urencriterium en dus ook
ondernemersfaciliteiten. Zo niet, alleen recht op faciliteiten voor genieters van WUO die in art. 3.95
Wet IB staan en de stakingsaftrek art. 3.79 Wet IB. Voor urencriterium gewoon kijken naar het hele
jaar, niet pro rate bekijken. Ook heeft ze als ondernemer recht op de MKB-winstvrijstelling art. 3.79a
Wet IB en de oudedagsreserve art. 3.67 Wet IB.
‘Grotendeels’ aan het werk = meer dan 50% aan onderneming besteden; relatieve norm, maar als je
startende ondernemer bent hoef je daar niet aan te voldoen art. 3.6 lid 2 sub b.
4. Noor:
, a. Kan Noor als ondernemer voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt?
Van belang hiervoor is of de arbeid naar haar aard en relatieve omvang (in verhouding tot het
belegde vermogen) is gericht op het behalen van meer voordeel dan een normaal rendement
(= meer dan normaal vermogensbeheer).
Eerst vaststellen of er sprake is van een onderneming. Onderneming is een duurzame organisatie van
kapitaal en arbeid waarbij met deelname aan het economische verkeer beoogd wordt winst te
behalen en de winst ook redelijkerwijs te verwachten is. Noor verhuurt studentenkamers en heeft
geïnvesteerd in vier panden.
Dan moet gekeken of de onderneming wordt gedreven voor rekening van Noor: bij een eenmanszaak
wordt de objectieve onderneming voor rekening van de eenmansondernemer wordt gedreven.
Tot slot moet Noor rechtstreeks worden verbonden voor de verbintenissen van de ondernemer.
Noor moet tegenover zakelijke crediteuren aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming.
Noor gaat niet verder dan normaal vermogensbeheer, dus is een belegger (box 3)
NB: verhuur kan haast nooit leiden tot ondernemerschap (muv vakantiepark).
b. Hoe onderscheidt een ondernemer zich van een belegger?
Het onderscheid tussen een onderneming en vermogensbeheer ligt op het streven om eigen
arbeidskracht, eigen capaciteiten (dus geen speculatie) of eigen relaties rendabel te maken. Er is
geen sprake van normaal vermogensbeheer, als het rendabel maken van de onroerende zaken mede
geschiedt door middel van arbeid die de eigenaar zelf verricht en deze arbeid naar haar aard en
omvang onmiskenbaar ten doel heeft het behalen van voordelen uit de onroerende zaken, welke het
bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaan. Er moet gekeken worden of de
persoon in kwestie de panden zelf heeft doen bouwen, zelf onderhouds- en herstelwerkzaamheden
verricht of financiert met naar verhouding veel vreemd geld.
c. Wat zijn de voornaamste verschillen in fiscale behandeling tussen een ondernemer en een
belegger?
De winsten die zijn behaald door de waardestijging van een onroerende zaak is in de
ondernemingssfeer belast, maar in de particuliere sfeer vrij. Daarnaast wordt in box 1 (winst uit
onderneming) het werkelijke resultaat belast tegen een progressief tarief, terwijl in box 3 een forfait
tegen het tarief van 30% in de heffing wordt betrokken.
d. Stel dat de verhuur plaatsvindt via een BV, wat betekent dat voor de belastingheffing over de
verhuuropbrengsten?
Dan is de BV de ondernemer, en kom je in de Vpb terecht. Volgens art 2 lid 5 wordt bij de BV geacht
dat zij met het gehele vermogen onderneemt. Winst wordt wel op gelijke manier bepaald (ogv
schakelbepaling art. 8 vpb).
Casus 2 – De CV
In 2020 zijn de vrienden Brian en Thomas samen een onderneming gestart. De activiteiten van de
onderneming bestaan uit de verhuur van partytenten en marktkramen. Zij hebben daarvoor een
besloten commanditaire vennootschap (CV) opgericht, waarin Brian en Thomas beherende vennoten
zijn. Het benodigde kapitaal voor de aanschaf van de partytenten en marktkramen is verstrekt door
Han, de oom van Thomas. Han is commanditaire vennoot in de CV. De CV heeft een goede start
gemaakt. Dankzij een creatieve reclamecampagne en een goede website hebben ze eind 2021 al een
groot klantenbestand en sluiten ze het jaar 2021 met winst af. In 2021 heeft Brian 2.000 uur aan de
CV besteed en Thomas 900 uur. Voor de aanschaf van de partytenten willen de vennoten gebruik
maken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) va art. 3.41 Wet IB 2001.