Werkgroepen Sociaal Medische wetenschappen
Week 2
WG1 Thuisopdracht: Depressie (sociologie)
Leerdoelen
Na afloop van de bijeenkomst kunnen jullie:
Deel 1 (thuisopdracht 1):
De belangrijkste symptomen van een depressie benoemen, weten wat de incidentie
en prevalentie van depressie is en hoe men een depressie behandelt en probeert te
voorkomen;
De belangrijkste maatschappelijke opvattingen over mentale aandoeningen, en
specifiek depressie beschrijven;
Aan de hand van de labeling-theorie uitleggen hoe stigma en discriminatie tot stand
komen;
Verplichte literatuur
bijdrage Dehue (2008); bijdrage Dehue (2008); downloaden
bijdrage Schnittker (2013); bijdrage Schnittker (2013); downloaden
bijdrage Link & Phelan (2013).
Aanbevolen literatuur
Zoek op Volksgezondheidszorg; (Koppelingen naar een externe site.)
(Koppelingen naar een externe site.)artikel Pescosolido et al. (2010); artikel
Pescosolido et al. (2010); downloaden
uitzending zomergasten met Trudy Dehue (2009).
Thuisopdracht 1: Depressie
Fragment uit een patiëntenweblog:
Depressie is afschuwelijk. Voortdurend onbegrip van medemensen maakt de situatie dubbel
erg! Als een familielid mij wel eens vraagt hoe het gaat en ik antwoord dat ik depressief ben
reageert deze persoon vaak met 'dat moet je niet willen!' Denk ik over die uitspraak na, dan
krijg ik het idee dat men denkt dat ik zelf voor die ellende gekozen zou hebben en het mijn
eigen 'schuld' is. Op dat moment voel ik mij gekwetst en geërgerd. Mijn psychiater gaf mij
eens als advies dat ik mij vooral moet concentreren op de dingen die ik altijd leuk vind. Toen
een familielid dit hoorde werd er gereageerd met 'alleen maar de dingen doen je leuk vindt?
Dan zou ik ook wel depressief willen zijn!'. Denk ik daarover na, dan denk ik: zullen we
ruilen? Ook uitermate vreemd vind ik het dat mij soms gevraagd wordt 'wanneer ben je
weer beter?'. Of na een bezoek aan de psychiater: 'wat zei hij over hoe het met je gaat?'.
Alsof ik dit zelf niet zou kunnen vertellen…
Wanneer het mij met veel moeite lukt om een verjaardag te bezoeken krijg ik telkens
,kwetsende opmerkingen over dat ik vroeger naar bed moet gaan en vroeger op moet staan.
En dat terwijl ik mij 's avonds juist beter voel. Er wordt zelfs wel eens gezegd 'als ik
depressief zou zijn, dan 'zorg' ik dat ik beter word'! Een ander aanwezig familielid tijdens
zo'n verjaardag zit in een invalidewagentje. Deze krijgt van iedereen als vanzelfsprekend alle
begrip en steun vanwege het feit dat hij moeilijk kan lopen. Ik, met een onzichtbare
beperking, voel mij volstrekt niet serieus genomen. Omdat depressie een onzichtbare
handicap is koos ik altijd voor heel veel uitleg en openheid van mijn kant. Dit heeft echter
(vrijwel) geen resultaat opgeleverd! Ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen depressie
nooit zullen kunnen of willen begrijpen. Zelfs mijn oma zei laatst nog “och kind, vroeger
hadden we ook vaak ups en downs, maar daar kregen we echt geen antidepressiva voor
hoor”.
Mijn psychiater heeft mij geleerd om op onzinnige reacties of 'adviezen' van mensen te
reageren met 'o'. Dit is een reactie waar men verder niets mee kan. Op die manier wordt een
zinloze discussie vermeden. Wanneer dit niet afdoende is, is het een andere oplossing om te
proberen mensen die niet lijken te willen luisteren simpelweg te mijden. Gewoon niet naar
een verjaardag gaan dus. Of op een andere dag.
Probleemstelling:
Hoe zijn de negatieve reacties van mensen uit de omgeving te verklaren?
Dit lijkt op het biomedisch denken. Dus dat als de symptomen/klachten van de ziekte niet te
zien zijn, dat je dan gezond bent. En ziekte bestaat niet zonder pathologisch-anatomisch
substraat
Biomedisch denken (disease)
Geïnstitutionaliseerd en oppermachtig, beïnvloedt denken en doen van professionals
én leken
Beschouwt bestaan van ziekte onafhankelijk van de patiënt (reductionisme)
Gezondheid = afwezigheid van ziekte
Leerdoelen:
Beantwoord de volgende vragen met behulp van de verplichte literatuur (en de genoemde
website van Volksgezondheidszorg).
1. Wat is een depressie (prevalentie/incidentie, oorzaken, preventie/behandeling)?
(Zoek op Volksgezondheidszorg)
Definitie van stemmingsstoornissen:
Depressie en dysthymie meest voorkomende stemmingsstoornissen
'Stemmingsstoornissen' is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de
gemoedstoestand of emotie van de patiënt ziekelijk is verstoord of niet past bij de situatie
waarin de patiënt verkeert. Depressie en dysthymie (tegenwoordig onderdeel van de
categorie persisterende depressieve stoornis) zijn de meest voorkomende
stemmingsstoornissen. Deze stemmingsstoornissen zijn nauw verwant en soms moeilijk te
onderscheiden. Hun belangrijkste symptomen zijn een aanhoudende neerslachtige
stemming en een verlies van interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Daarnaast bestaan
er andere stemmingsstoornissen zoals de bipolaire stoornis, de disruptieve
stemmingsdisregulatiestoornis, de premenstruele stemmingsstoornis, de depressieve-
,stemmingsstoornis door een middel/medicatie en de depressieve-stemmingsstoornis door
een somatische aandoening. Stemmingsstoornissen zijn in te delen in twee categorieën:
depressieve-stemmingsstoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen.
Prevalentie:
In 2020 waren er naar schatting 563.700 mensen bekend bij de huisarts met een
stemmingsstoornis: 199.200 mannen en 364.500 vrouwen (jaarprevalentie). Dit komt
overeen met 23,0 per 1.000 mannen en 41,5 per 1.000 vrouwen. Op alle leeftijden komen
stemmingsstoornissen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (Nivel Zorgregistraties eerste
lijn).
Incidentie:
In 2011 kregen bijna 280.000 volwassenen (18 t/m 64 jaar) een stemmingsstoornis, waarvan
96.100 mannen en 183.700 vrouwen. Dit komt overeen met 19,1 per 1.000 mannen en 37,9
per 1.000 vrouwen. Deze schattingen zijn gebaseerd op het bevolkingsonderzoek NEMESIS-
2.
,Risicofactoren/
oorzaken:
,Preventie/behandeling
o Aanbod van preventie van depressie en andere stemmingsstoornissen
Voorlichting depressie gericht op vergroten kennis en verlagen drempel hulpzoekgedrag
Voorlichting over depressie is erop gericht de bevolking te informeren over wat depressie is,
hoe men het kan herkennen, wat mensen er zelf aan kunnen doen en bij wie ze terecht
kunnen voor verdere hulp wanneer dat nodig is. Het doel van deze zogenaamde psycho-
educatie is de drempel te verlagen om over depressie te praten en (eerder) hulp te zoeken.
Voorbeelden zijn mediacampagnes, voorlichtingsactiviteiten op kleinere schaal of informatie
over depressie via internet. Sinds 2006 is depressie een speerpunt binnen het
preventiebeleid van het ministerie van VWS.
o Preventie-aanbod gericht op verbeteren van mentale gezondheid
Veel preventieve interventies richten zich op het verbeteren van de mentale gezondheid via
het versterken van sociaal emotionele vaardigheden zoals weerbaarheid, assertiviteit,
zelfvertrouwen, zelf-oplossend vermogen en stressbestendigheid. Het aanbod omvat
lesprogramma’s, trainingen, (groeps)cursussen en, in toenemende mate, e-health. Een
voorbeeld van e-health is Psyfit, een online programma om de psychische conditie te
verbeteren of op peil te houden (zie: Psyfit (link is external)).
o Signalering onmisbare schakel in preventie keten
De signalering van risicofactoren, depressieve klachten en depressie vormen een onmisbare
schakel in de keten van depressiepreventie. Professionals in de (jeugd-) gezondheidszorg en
intermediairen (zoals docenten, wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die veel in
contact komen met doelgroepen) spelen bij de signalering een belangrijke rol. Na
herkenning van risicofactoren of signalen van depressie (ve klachten) volgt idealiter
verwijzing naar geschikte preventieve activiteiten, ondersteuning of zorg. In de praktijk blijkt
deze verwijzing voor verbetering vatbaar. Vanuit de signalering moet de weg naar effectieve
preventieve interventies verbeterd worden: zorgverleners en professionals moeten weten
welk lokaal en landelijk aanbod er is.
o Behandeling met antidepressiva
o Cognitieve gedragstherapie
2. Wat zijn de maatschappelijke opvattingen over depressie?
WG besproken artikel Schnittker:
- Terwijl een groot aantal mensen vindt depressie iets is dat wordt gelabeld dat hoort
bij het leven, maar het wordt ook als ziekte gezien.
Symptomen:
- De affectieve symptomen van depressie zoals somberheid meer wordt herkend,
terwijl somatische symptomen als slaapproblemen worden minder herkend.
Behandeling:
- Veel mensen vinden dat je er wat aan moet doen, maar dat een groot deel zelf geen
medicatie zou nemen. Dus verschil dat er toch een bepaald negatief idee is over de
behandeling, omdat mensen het zelf niet zouden willen.
, - Steeds meer mensen weten wel dat ze de oorzaken van depressie toeschrijven aan
de opvoeding en ook deel aan genetische factoren.
3. Wat is stigma en is er sprake van stigma ten aanzien van depressie?
Negatieve oordelen die je hebt o.b.v. groepsidentiteiten.
Is er sprake van stigma ten aanzien van depressie? Ja
Komt naar voren om de manier van maatschappelijke uitingen. Mensen vinden dat je er zelf
iets aan kunt doen. Het negatieve oordeel over iets is de enge definitie. Bredere definitie
bevat stigma meerdere concepten op basis van de labelingtheorie.
Als je deze theorie zou uitwerkingen aan de hand van corona. Dan kun je onderscheiden dat
sommige zich wel laten vaccineren en sommige zich niet. Mensen kunnen verschillende
dingen doen, stap 2: Maar op gegeven moment wordt niet vaccineren als negatief
geassocieerd. Stap 3: Doordat het negatief is worden groepen van elkaar onderscheiden.
Stap 4: Er zijn frustraties/boosheid bij mensen. Stap 5: Mensen die zich niet laten vaccineren
kunnen worden gediscrimineerd zoals 2G beleid.
Op die manier kan labeling en stigmatisering invloed hebben door die negatieve reacties.
Stigma bij depressie:
- Wordt als gevaarlijk gezien of onvoorspelbaar
- Mensen willen liever geen aangetrouwde familie met depressie
- Mensen zouden iemand niet aannemen als hij/zij wist dat diegene een depressie
heeft gehad
- Depressie is geen echte medische ziekte
- Door onwetendheid dus doordat de symptomen niet zichtbaar zijn, kan een stigma
ook ontstaan. Er is dan wel bepaald gedrag wat afwijkt, maar mensen weten de
reden er dan niet van.
4. Waarom komt stigma tot stand en is stigma met betrekking tot depressie door de
tijd heen veranderd?
Stigma is onwenselijk maar toch bestaat het al heel lang. Het is een soort menselijk proces.
Er zijn redenen waarom stigmatisering toch functioneel is: