EER intellectuele eigendomsrecht Esmee Hardeman
Hoorcollege 1- Inleiding op het IE-recht
Na-apen in het concurrentieverkeer (1) Onderscheidingstekens
Merken en handelsnamen
Waarom beschermen wij merken?
o (1) Herkomstfunctie= Wie een merk nabootst schept verwarring op de
markt. Je schaft iets aan in vertrouwen van een persoon en vervolgens
blijkt het van een ander persoon te zijn, die het enkel heeft nagebootst.
o (2) Goodwillfunctie= En profiteert van de goodwill van een ander.
Merken zijn bekend en populair. Dit is een functie waar je bescherming
voor kunt creëren. Deze functie kun je niet te veel beschermen.
Na-apen in het concurrentieverkeer (2)
Geestelijke prestaties zijn ook beschermd;
Octrooirecht
o Technische uitvindingen
o VB: Werktuigbouwkunde, chemie, farmacie, informatica etc.
o Beschermingstermijn is kort, namelijk 20 jaar na de aanvraag.
Auteursrecht
o Culturele prestaties: “oorspronkelijke werken”
o VB: Boek, film, muziek, beeldende kunst etc.
o Beschermingsbereik is tot 70 jaar lang na de dood van de maker
Tekeningen- en modellenrecht
o Industrieel design.
o = uiterlijk van een product
o Modellen= driedimensionaal, tekeningen= tweedimensionaal.
o Beschermingsdrempel is heel laag, beschermingsbereik duurt niet heel
lang.
Voorbeeld Octrooirecht; Apple ‘veeguitvinding’
Voorbeeld Auteursrecht; Apenselfie, ook portretrecht is een deel van auteursrecht
Voorbeeld Tekeningen- en modellenrecht= uiterlijk van een product, dit omvat
ongeveer alles.
Ratio van de intellectuele eigendom
Onderscheidingstekens
o Transparantie van de markt garanderen > het handhaven van de
transparantie is een belangrijke reden voor het merkenrecht.
o Profiteren van investeringen en goodwill voorkomen > dus voorkomen
dat andere profiteren van iemand anders zijn investeringen.
Intellectuele prestaties
o Investeringen beschermen tegen goedkope namaak
Stimuleren van innovatie
Intellectuele prestaties
o Investeringen belonen: exclusief recht maakt grote winsten mogelijk >
dus niet alleen je investeringen terugverdienen, maar ook winst te
1
,EER intellectuele eigendomsrecht Esmee Hardeman
maken en dus beloond te worden. Hoge beloningen stimuleert
innovatie.
o Stimuleren van innovatie en diversiteit
Onderscheidingstekens
o Goodwillbescherming van bekende merken > stimuleert om extra
investeringen te doen in jou goed.
o Merkenrecht als onderdeel van een marketingstrategie
IE en het privaatrecht
IE verschaft een uitsluitend recht
IE rechten zijn goederenrechtelijk gesproken:
Absolute, subjectieve rechten op goederen, niet-zaken
o A) absoluut recht, inroepbaar tegen iedereen
o B) echter niet het ‘meest omvattende recht’ van art.5:1 BW
Beperking= duur
Exploitatie van IE
Twee mogelijkheden om te exploiteren;
(1) Door goederenrechtelijke overdracht
o IE rechten verschaffen overdraagbare vermogensrechten
(2) Door verbintenisrechtelijke toestemming
o Men spreekt van een licentie > dus ik blijf wel eigenaar, maar een
ander krijgt een licentie, oftewel toestemming om het recht te
exploiteren.
Inbreuk op IE rechten
Het IE recht verschaft een exclusief recht > je mag het inroepen tegen iedere
derde
Wie een door IE beschermd object verhandelt, pleegt inbreuk
Inbreuk op IE recht= onrechtmatige daad wegens inbreuk op het recht > je
maakt inbreuk op een recht, omdat alle intellectuele eigendomsrechten
worden geïnstalleerd door de wet in formele zin. Het is dus niet onzorgvuldig
handelen.
Alle IE rechten zijn rechten die stoelen op een wet in formele zin > dit zorgt
dus voor een sterke positie (onrechtmatige daad/ inbreuk op een recht).
IE rechten als uitzonderingen op de regel
De basisregel van het recht= vrijheid van mededinging, na-apen mag dus, behalve
als de wet het verbiedt.
Mededinging= Dus vrijheid van handel en bedrijf. Is iets niet beschermd door
een IE recht, dan mag je dus na-apen.
Het arrest Hyster Karry Krane
HR 26 juni 1953
Er bestond in de tijd van dit arrest geen betrouwbare bescherming voor industriële
vormgeving in Nederland. Er was geen tekeningen- en modellenrecht. Eigenlijk is het
nabootsen dus vrij, maar de HR vindt dit gedrag echt niet kunnen...
2
,EER intellectuele eigendomsrecht Esmee Hardeman
Van der Toolen bootsten de hijskraan van Hyster vrijwel gelijk na. Hyster stapte naar
de rechter. De zaak kwam bij de Hoge Raad, er was geen wettelijke bescherming
voor Hyster. Het gedrag is dus niet onzorgvuldig, geen sprake van een
onrechtmatige daad. De Hoge Raad wilde toch bescherming mogelijk maken, dat
ging op de volgende manier;
“Dat, aangezien het in het algemeen gesproken,
Aan een ieder moet vrijstaan om
Aan zijn industriële producten
Een zo groot mogelijke deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven
Tenzij door een ander
o Aan de Octrooiwet 1910
o Aan de Auteurswet 1912
Ontleende rechten daaraan in de weg staan
Is het niet verboden om te dien einde,
Ten eigen voordele
En mogelijk tot nadeel van een concurrent,
Vat in diens producten geopenbaarde
Resultaten van inspanning, inzicht of kennis
Gebruik te maken.
Zelfs wanneer (door dat gebruik)
Tussen het eigen product en dat van den concurrent
Bij het publiek verwarring mocht kunnen ontstaan.
Dat dus nabootsing
Van het product van een concurrent
Alleen dan ongeoorloofd is,
Indien met zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen,
Op bepaalde punten evengoed een anderen weg had kunnen inslaan en
Men door dit na de laten verwarring sticht.
Samengevat= De HR onderscheidt aspecten die technisch nodig zijn, die mag je
nabootsen. Aan de andere kant ziet de HR ‘sieraspecten’, die je net zo goed op een
andere manier had kunnen doen, die aspecten moeten voldoende afwijken om
verwarring te voorkomen. Dit is de leer van de slaafse nabootsing (onnodige
verwarring)
Helemaal nabootsen zonder enig probleem ging te ver volgens de HR. Ze deden een
belangrijk concessie. Als het om industriële vormgeving gaat moet er dus een
onderscheid worden gemaakt tussen de aspecten die nodig zijn en de sieraspecten.
Dit arrest is belangrijk omdat het aan de ene kant de vrijheid van mededinging
nadrukkelijk bevestigd. En aan de andere kant wordt er wel een uitzondering op
toegestaan door de Hoge Raad. Vanaf dit moment was er dus enige bescherming
voor tekeningen en modellen. Pas 22 jaar daarna kwam er een officiële wet.
HR 20 november 2009, LEGO/ Megabrands
R.o.3.3.2= het onderdeel tevergeefs voorgesteld. Ten aanzien van nabootsing
van een stoffelijk product
Dat niet langer wordt beschermd door een absoluut recht van intellectueel
eigendom
Geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat.
3
, EER intellectuele eigendomsrecht Esmee Hardeman
HR 19 mei 2017
De lijn van de Hoge Raad werd wederom herhaald:
Munthangers
R.o.3.4.1 (uitgangspunt)= nabootsing is in beginsel vrij. De Hoge Raad
verwijst naar HR 20-11-2009 LEGO
Onnodig verwarring stichten: (sociaaleconomische) onrechtmatige daad
Oorsprong van het leerstuk van onzorgvuldig handelen in het maatschappelijk
verkeer
HR 31 januari 1919, Lindenbaum/Cohen: ongeoorloofde mededinging, te
weten bedrijfsspionage.
Profiteren: Decca/Holland Nautic
Decca ontwikkelde sedert 1946 ‘Decca Navigator System’ (DNS)
Een omvangrijk radio-navigatiesysteem voor de zeevaart
Decca onderhoudt daarvoor ketens van radiozendstations
Radio-ontvangers aan boord verhuurd voor 10.000, - p.j.
Decca betaalt de radiozendstations uit opbrengst verhuur
Holland Nautic verkocht voor 10.000
Radio-ontvangers bestemd voor DNS
En enkel daarvoor bruikbaar.
Het beginsel van vrijheid van handel en bedrijf brengt mee: een ieder draagt het
risico van de wijze waarop hij zijn bedrijf heeft ingericht. Er is op zichzelf geen reden
om Holland Nautic te verbieden navigatietoestellen te gaan verkopen. Al maakt haar
prijs die aankoop aantrekkelijker dan huren van Decca > zie r.o. 4.3.
Negatieve reflexwerking
Probleem van de reflexwerking
Prestaties die ‘grenzen aan’ objecten van i.e.
o Moet je die beschermen of niet? Analoog of a contrario?
o Waarom wel/ waarom niet?
Nederland is streng a contrario
o Vrijheid van handel en bedrijf is uitgangspunt
o Wat niet onder IE-recht valt is dus vrij
o Dat heet ‘negatieve reflexwerking’
Negatieve reflexwerking zie je heel erg sterk als het gaat om de techniek.
Bescherming voor technische ideeën kun je maar op één manier krijgen en dat is via
het octrooirecht. Voorwaarde is dat het wel een uitvinding moet zijn.
HR 23 juni 1961, Bolhoeve/ Geïllustreerde Pers
Geïllustreerde pers heeft geen auteursrecht op Margriet en andere bladen
Bolhoeve profiteert van die uitgave door het exploiteren van een
leesportefeuille > dit zie je bij de kapper liggen bijvoorbeeld. Het is een bundel
tijdschriften, met advertenties enz.
4