KERNJURISPRUDENTIELIJST
Heffingen locale overheden
2022
SCHOOLJAAR 2
,Inhoudsopgave
Ozturk Art. 6 EVRM...............................................................................................................................................................2
Amercentrale Bouwwerk (on)roerend, artikel 3:3 BW........................................................................................................2
Toeristenbelasting Efteling Toeristenbelasting....................................................................................................................2
Tandartsvrouw Gelijkheidsbeginsel, discriminatie...............................................................................................................3
Veendam/Billiton Gecorrigeerde vervangingswaarde.........................................................................................................4
Pieperschuur Gecorrigeerde vervangingswaarde................................................................................................................4
Nieuwe kerk Vervangingswaarde niet-commerciële sfeer..................................................................................................5
Brandweerkosten Algemene/individuele dienstverlening, art. 229 Gemw.........................................................................5
EPON-Nijmegen Duurzaam ter plaatse, correctie functionele veroudering, zelfstandig gebouwde eigendommen..........5
Portacabin Roerend of onroerend, art. 3:3 BW, duurzaam met de grond verenigd...........................................................6
MGE WOZ-waarde, waardedrukkend indien genot beperkt wordt.....................................................................................7
Toeristenbelasting Schiphol Verblijf, art. 224 lid 1 Gemw...................................................................................................7
Shell-arresten Verkeerde objectafbakening, WOZ-beschikking/aanslag.............................................................................7
Oostflakkee Bewijslastverdeling WOZ-waarde....................................................................................................................8
Energiecentrale Velsen Werktuigenvrijstelling....................................................................................................................8
Roosendaal I & II Bewijslastverdeling over opbrengstnorm................................................................................................9
Schiphol, WOZ Objectafbakening bij samenstellen..............................................................................................................9
Marina I Woonark, duurzaam met de grond verenigd, art. 3:3 BW..................................................................................10
Marina II Woonark, bestanddeel (on)roerend...................................................................................................................10
Stadion Gecorrigeerde vervangingswaarde.......................................................................................................................11
Reclamebelasting Doetinchem Beperken algemene belasting..........................................................................................11
Hondenbelasting Sittard-Geleen Gelijkheidsbeginsel........................................................................................................11
Opbrengstlimiet leges Gelijkheidsbeginsel........................................................................................................................12
Tankterminal II Werktuigenvrijstelling...............................................................................................................................12
Beleggingstransactie Verkrijgingsfictie, WOZ-waarde.......................................................................................................12
Toeristenbelasting Amsterdam Verblijfsaanbieder, art. 224 lid 2 Gemw..........................................................................13
Rioolheffing Noordenveld Opbrengstenlimiet...................................................................................................................13
Duo Groningen Marktwaarde of gecorrigeerde vervangingswaarde................................................................................14
Parkeerbelasting Tilburg Naheffingsaanslag......................................................................................................................14
Exceptieve toetsing precariobelasting Veranderen Verordening......................................................................................15
Verwijzingshof Tankterminal I Werktuigen(vrijstelling).....................................................................................................15
1
, Ozturk Art. 6 EVRM
In deze zaak was sprake van een Duitse staatsburger die een verkeersovertreding had begaan. In Duitsland
was een dergelijke overtreding uit de sfeer van het strafrecht gehaald, terwijl er feitelijk gezien sprake was
van een boete/punitieve sanctie.
Kan de belastingvorm worden aangemerkt als criminal charge in de zin van art. 6 lid 1 EVRM?
Het Europese Hof stelt dat aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan om strafbaar te zijn in de zin
van art. 6 EVRM (zie punten 51-52 van het arrest):
- Ten eerste moet worden gekeken naar de nationale classificatie van de overtreden norm. In het geval
dat een verdragsstaat een normovertreding als strafrechtelijk heeft bestempeld, dan is dit over het
algemeen voldoende voor de kwalificatie als criminal charge. Staten zijn dus autonoom in het
bestempelen welke normschending wel of niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
- Ten tweede moet worden gekeken naar de aard van de overtreding. Als de norm een afschrikkende en
bestraffende werking heeft, is de kans groot dat er sprake is van een criminal charge.
- Ten derde moet worden gekeken naar de zwaarte van de overtreding. Hierbij moet worden gekeken
naar de maximale straf en niet naar de daadwerkelijk opgelegde straf.
In principe is de nationale classificatie doorslaggevend. Alleen als een bepaald strafbaar feit niet in het
strafrecht is opgenomen, moeten de andere twee punten in overweging worden genomen. Het Europese
Hof stelt dat het tweede en derde criterium alternatief zijn. Dit betekent dat zodra aan een van deze
criteria wordt voldaan, sprake is van een criminal charge.
Met betrekking tot de heer Öztürk oordeelde het Europese Hof dat de criteria van art. 6 EVRM is voldaan
en dat er sprake is van criminal charge. Strafrechtelijke vervolging in de zin van art. 6 EVRM heeft dus een
autonome betekenis. Om deze reden kunnen verdragsluitende staten art. 6 EVRM en zij moeten voldoen
aan alle voorwaarden in geval van strafrechtelijke vervolging. In beginsel is de nationale classificatie
doorslaggevend. Alleen als een bepaalde overtreding niet in het strafrecht is opgenomen, moet er naar de
andere twee (alternatieve) punten worden gekeken.
Amercentrale Bouwwerk (on)roerend, artikel 3:3
BW
In het amercentrale-arrest ging het onder meer om de vraag of een enorme olietank kon worden
aangemerkt als een gebouw, zodat de eigenaar kon worden aangesproken voor een schadevergoeding. De
tanker was op locatie in elkaar gezet door middel van het aan elkaar lassen van metalen platen. Voorts was
de tanker aangesloten op een ondergronds leidingnet.
Is er een vereniging met de grond? Zo ja, is deze vereniging duurzaam?
De hoge raad overweegt dat het bouwsel naar aard en inrichting was bestemd om duurzaam ter plaatse te
blijven. Hierbij is niet van belang dat het technisch mogelijk was om de tanker te verplaatsen. Het
duurzaam ter plaatse blijven is naderhand de standaardformule geworden om te toetsen of een bouwwerk
al dan niet onroerend is. Het arrest vormt de basis voor het huidige art. 3:3 BW.
Toeristenbelasting Efteling Toeristenbelasting
De Efteling kreeg van de gemeente een aanslag toeristenbelasting die was gebaseerd op een soort
uitzondering van de vermakelijkhedenretributie in de gemeentelijke verordening. Het hof had het park
aangemerkt als een inrichting tot het geven van vermakelijkheid.
Is een park als de Efteling een gelegenheid tot het bieden van verblijf (art. 224 lid 2 Gemw) of een inrichting
tot vermakelijkheid (art. 229 lid 1 sub c Gemw)?
Het hof had eerder geoordeeld dat het op de terreinen van het natuurpark A aanwezige sprookjesbos, het
spookslot, de speeltuin, de siertuin, de speelweide, de schipschommel, de wildwaterbaan, de wankelbrug,
2