Specifiek HC 1
Forensische diagnostiek
Waar vindt forensische diagnostiek plaats?
● Voor de rechtszitting
○ forensische (poli)klinieken
■ in afwachting van een vonnis, alvast de zorg in gestuurd om herhaling
in de tussentijd te voorkomen
○ verdiepingsdiagnostiek
■ verdieping voor de reclassering
○ PJ rapportage
○ verlengingsadviezen
● Tijdens detentie
● Bij forensische zorg
○ TBS
○ gevangenissen
○ forensische zorginstellingen
Detentie is er niet voor om mensen er beter uit te laten komen, maar ook niet slechter.
Diagnostiek
● Risicotaxatie
○ Fare
○ HKT-R
○ HCR-20v3
→ belangrijk dat je een score altijd combineert met een eigen oordeel/mening. Hoog
risico op recidive = 50% kans dat iemand gaat recidiveren ergens in de aankomende
5 jaar. De kans is dus een beetje 50/50. Wat moet een rechter hier mee?
Voorspellingen zijn dus krakkemikkig, maar wel nog beter dan klinisch oordeel.
● Verslaving
○ MATE
○ ASI
→ Verslaving is belangrijk in het forensische veld omdat het bijvoorbeeld andere
problemen kan maskeren en bepaald gedrag kan uitlokken (zit wel al in je).
● Verstandelijke beperkingen
○ WAIS-IV
→ 18,5% van de bevolking is zwakbegaafd
→ 30-40% in detentie, dit komt omdat slimme mensen vaak zelf weten hoe ze hulp
moeten zoeken of gevangenschap kunnen ontlopen.
● Psychiatrie
○ screeningsinstrument
○ diagnostische interviews
○ vragenlijsten
,Verdiepingsdiagnostiek
● betrekkelijk eenvoudige diagnostiekvragen (voor de reclassering)
● geen risicotaxatie
● gericht op advies met betrekking tot behandeling of bejegening
● diagnostiek binnen 2-6 weken afgerond
● met toestemming van de cliënt bedoeld voor justitie
● beroepsgeheim is van toepassing
Iemand heeft iets gedaan zoals minderjarige meisjes bedreigen en exposen →
verdiepingsdiagnostiek niet mogelijk, PJ diagnostiek wel.
Verdiepingsdiagnostiek is alleen het vaststellen van een stoornis, zónder relatie tot een
delict (wanneer iemand gewoon alleen depressief is).
Rapportage PJ
● Verricht door onafhankelijke psychologen en psychiaters vanuit NIFP en NRGD
● Onderzoek ten behoeve van de rechtsgang en niet noodzakelijk ten behoeve van de
verdachte
● Er is sprake van een beroepsgeheim (deels, want je deelt wel alles wat er gezegd
wordt met rechter, advocaat etc.)
● Verdachten mogen weigeren mee te werken (dan vaak observatie PBC)
● Jaarlijks ongeveer 5000 rapportages, waarvan ongeveer 350 in het PBC
De onderzochte
● Ongeveer 820.000 misdrijven per jaar in Nederland, waarvan 10% gewelddadig
● Er is een sterke daling zichtbaar bij beide, waarom?
○ Vooral jeugd wordt steeds minder crimineel, die worden ouder → daling
○ Slapen en andere dagelijkse patronen zijn heel belangrijk voor normaal
gedrag, hier worden jongeren steeds beter in
○ GGZ wordt beter → minder mentale problemen die leiden tot criminaliteit
Gedetineerden
● Ongeveer 10.000 gedetineerden in Nederland (dagtelling)
● Blijven gemiddeld 3 maanden in de gevangenis
, ○ Dit komt omdat het vaak preventief is → blijkt toch niet nodig, toch niet
schuldig, in afwachting tot uitspraak
○ Nederland is in vergelijking met andere Europese landen één van de
zwaarste in straffen, wij hebben nog levenslang
● 30 vestigingen PI’s in 2019
● 9900 gedetineerden in 2019
● 95% hiervan zijn mannen (meer testosteron)
○ hiervan komt 54% uit NL, 8% Suriname, 7% Antillen, 12% Marokko, 5%
Turkije, 14% overig
○ dus helemaal niet merendeels buitenlands, let goed op je vooroordelen in dit
veld
● Meer dan de helft 20-35 jaar
○ Normale ontwikkeling (van achterhersenen naar voren/EF in frontaal): stopt
ongeveer rond 26. Gedetineerden hebben vaak niet een normale ontwikkeling
gehad → hersenontwikkeling stopt later, waardoor de EF nog niet ontwikkelt
zijn
■ Daarom stoppen mensen vaak als dit wel eenmaal is ontwikkelt
Daarom erg belangrijk om naar iemand zn achtergrond/jeugd te vragen. Misschien is er
gewoon nog sprake van puberen op een latere leeftijd.
, Schippers, Baron, Zinn & De Jonge (2016). Motiverende gespreksvoering
(MG) in psychotherapie.
Samenvatting
De afstemmingsfase is bedoeld om vertrouwen op te bouwen, overeenstemming te krijgen
en de cliënt te stimuleren tot verandering. MG combineert systematisch cliëntgerichte en
gedragsgerichte elementen, door het ontlokken en verkennen van iemands redenen om te
veranderen, in een sfeer van acceptatie en compassie. Stappen: engageren, focussen,
ontlokken, plannen. MG is doeltreffend, maar er is wel veel onverklaarde variantie.
Inleiding
Belangrijk binnen de psychotherapie is het verkrijgen van een vertrouwensrelatie en het
stimuleren van verandering. Het eerste is niet per se nodig, zoals bij online therapie.
Het vertrouwen is bij face to face therapie wel belangrijk om twee redenen:
1. Het gaat om persoonlijke en intieme zaken, je moet dat aan de therapeut
toevertrouwen en erop vertrouwen dat hij/zij een oplossing weet
2. Voor verandering is het nodig om je gevreesde emoties en vermeden gedrag aan te
gaan, om dit zomaar te doen heb je wel vertrouwen nodig in de therapeut
Toch is deelnemen niet alleen voldoende, het contact zal moeten leiden tot verandering en
de cliënt moet daarvoor gestimuleerd worden.
Weerstand
Bij ⅔ van alle cliënten is er sprake van weerstand. Dit kan uit de cliënt zelf komen zoals
schaamte of het nut er niet van inzien. Ook kan het komen door het contact met een
therapeut, is deze wel te vertrouwen en kan hij wel helpen? Als laatste kan weerstand
komen door ambivalentie over verandering. Mensen weten vaak dat ze in de therapie zullen
moeten veranderen en zijn daar ambivalent over of zien er tegenop (moeten stoppen met
roken, starten met gezond eten etc.).
Ambivalentie is normaal maar toch werkt het een positief resultaat van de therapie tegen.
Het is daarom aan de therapeut om dit te verhelpen, door middel van een vertrouwensband
opbouwen en het onderzoeken en wegnemen van de ambivalentie. Cliëntgerichte therapie:
nadruk op het belang van therapeutische echtheid, gedragstherapie: nadruk op het
manipuleren van factoren in de omgeving en trainen van vaardigheden. Beiden blijken
onterecht en daarom is er MG ontwikkelt, die beide combineert.
Motiverende gespreksvoering
MG combineert beiden bovengenoemde therapieën. Het is een op samenwerking gerichte,
doelgerichte gespreksstijl met een focus op verandertaal. Het is cliëntgericht en directief, en
poogt de intrinsieke verandering tot motivatie te vergroten. Het is geen therapie op zich,
maar wordt vaak gebruikt in combinatie met andere therapieën, aan het begin van de
psychotherapie.
Er is niet veel publicatie in Nederland over MG, om twee redenen. 1. Het komt vanuit de
verslavingszorg en daar willen veel psychotherapeuten zich niet mee identificeren, en 2. het