Toelatingstoets Aardrijkskunde!
Hoofdstuk 1:
Op aarde, en op delen daarvan zijn allerlei verschijnselen te zien die met
het landschap en de mensen die erin leven te maken hebben.
Bij het beschrijven gaan we na over welk deel van de aarde we het
hebben. Tijdens, of in aansluiting op, het beschrijven kun je dingen gaan
herkennen.
Bij het verklaren gaat het erom dat je kunt aangeven waarom die
verschijnselen daar te zien zijn. Aansluitend op het verklaren kun je ook
gaan voorspellen. ( Wat zal er gebeuren als? )
Natuurlijke verschijnselen in het landschap = dat noemen we fysische
geografie of natuurkundig aardrijkskunde.
Gaat over de mensen = dat noemen we sociale geografie of
mensaardrijkskunde.
In grote lijnen kunnen we levensonderhoud onderverdelen in 3
verschillende bestaansmiddelen:
De landbouw
De industrie
De diensten
Je kunt de hele schoolaardrijkskunde indelen in 3 belangrijke
aandachtsgebieden die met elkaar in verband staan:
Landschap
Bevolking
Bestaansmiddelen
Hoofdstuk 2:
Elk jaar heeft de aarde, bovenop de 365 volle dagen van het jaar, zes
extra uren nodig om het rondje om de zon af te maken. Daarom wordt er
om de 4 jaar een extra dag toegevoegd. Zo’n jaar noemen we een
schrikkeljaar.
1/3 van het aardoppervlak bestaat uit land en 2/3 uit water. De
landoppervlakten bestaat uit 7 continenten:
Europa
Azië
Afrika
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Australië
Antarctica
,Tussen de continenten liggen oceanen. De stille of grote oceaan is het
grootst. Elke oceaan bestaat uit zout water, heeft een reliëfrijke bodem en
is veelal enkele kilometers diep.
Een zee bevat zout water, heeft meestal een vrij vlakke bodem en is
meestal maar enkele honderden meters diep.
Op de continenten ligt water in de vorm van sneeuw en ijs, in meren,
rivieren en in grondwater. Dit water bevat zoet water.
Om precies te kunnen zeggen war een bepaald punt zich op de aarde
bevindt, gebruiken we geografische coördinaten.
De evenaar verdeelt de aarde in twee delen:
Het noordelijk halfrond
Het zuidelijk halfrond
Lijnen die parallel aan de evenaar lopen heten breedte cirkels en of
parallellen.
Dicht bij een pool spreek je van hoge breedte. Wanneer je ten noorden
van de evenaar komt noem je dit noorderbreedte. Ten zuiden noem je dit
zuiderbreedte.
Lijnen die van pool tot pool lopen heten meridianen. Er zijn in totaal 360
meridianen, die we aanduiden in graden.
De nulmeridiaan ligt bij Greenwich in Londen en verdeelt de aarde in een
westelijk halfrond en een oostelijk halfrond.
Om tussen de graden in te kunnen meten, wordt nog een onderverdeling
gemaakt: een graad is verdeeld in 60 minuten en een minuut in 60
seconden.
Etmaal = 24 uur.
De aardrotatie veroorzaakt dag en nacht.
De aarde is verdeeld in 24 tijdzones. Een tijdzone komt overeen met 15
lengtegraden.
De aarde heeft een maan.
Vloed = daar is de hoogste waterstand. ( opgaand tij )
Eb = daar is de laagste waterstand ( afgaand tij )
Een getij ( vloed of eb ) duurt ongeveer 6 uur. In 24 uur wordt het 2 keer
Eb en 2 keer Vloed.
Krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken noemen we de
endogene krachten. Endogene krachten veroorzaken verschijnselen op
aarde die voor een belangrijk deel bepalen hoe de aarde eruitziet.
, Onder de aardkorst bevindt zich de zogenaamde mantel. Die bestaat voor
een groot deel uit magma.
Magma = vloeibaar gesteente met een temperatuur van meer dan 1200
graden.
Stroming van magma in de mantel veroorzaakt aardplaattektoniek.
Er zijn 6 grote aardkorstplaten, die op verschillende manieren bewegen bij
breuklijnen ; uit elkaar bewegen, naar elkaar toe of juist langs elkaar.
Als platen van elkaar af bewegen komt er magma naar boven. Als gevolg
daarvan liggen over de hele oceaanbodem vulkanen in de vorm van een
langgerekte rug = de oceanische rug.
Bij de oceanische rug wordt nieuwe aardkorst gevormd.
Er zijn 3 manieren waarop aardplaten naar elkaar toe bewegen. Bij elke
manier kan ook gebergtevorming optreden.
Subductie = de dunnen oceaankorst schuift door de zijwaartse druk onder
de dikkere continentkorst door.
In de subductiezone ontstaan aan de rand van het continent een grote
diepte. Een zogenaamde Troy.
Plooiingsgebergte = waar twee continentplaten zich naar elkaar toe
bewegen.
Daar waar aardplaten langs elkaar heen bewegen, komen vooral
aardbevingen en verschillende vulkanische verschijnselen voor.
De beweging van aardplaten gaat niet geleidelijk, maar schoksgewijs. Zo’n
schok ervaren wij als aardbeving.
Daar waar aardbevingen in zee plaatsvinden spreek je van een
zogenaamde zeebeving.
Vloedgolf wordt een Tsunami genoemd.
Er zijn 2 soorten vulkanen:
Kegelvulkaan
Schildvulkaan
Kegelvulkaan = vulkanen die magma krijgen dat in delen van de aardkorst
opgesloten zit.
Lava = wanneer de magma aan het aardoppervlak komt.
Het gestolde gesteente wat op een vulkaan blijft liggen noem je
stollingsgesteente.
Schildvulkaan = vulkanen die de magma rechtstreeks uit de mantel
krijgen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michielsenceline5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.