Ik heb AK samengevat van het boek systeem aarde H2 vwo. Zelf heb ik hier altijd ruime voldoendes mee gehaald!
H2.1: Afbraak en vorming van landschappen: de aarde als systeem.
H2.2 Klimaten.
H2.3 Verwering en erosie.
2.4 Colorado en Donau.
Deze paragrafen zijn samengevat in dit document.
H2.1: Afbraak en vorming van landschappen: de aarde als systeem
Atmosfeer (lucht)
Dampring atmosfeer belang leven op aarde & vorming landschappen.
Overgaan in de interplanetaire ruimte 80 km dikte
Oeratmosfeer om aarde gevormd gassen uit binnenste aarde die via vulkaanuitbarstingen ontsnappen later
atmosfeer door processen huidige samenstelling.
Opgedeeld in lagen:
Troposfeer (8-18 km dik) essentieel voor leven aarde. Speelt belangrijke kringloop water en klimaatprocessen.
Stikstof en zuurstof verantwoordelijk 99% volume.
stratosfeer (tot 50 km hoogte) boven tropsfeer uitstrekt ook belangrijke functie leven aarde. Deze laag bevat
ozon dat de instraling van ultraviolette straling blokkeert beschermd tegen huidkanker bv.
mesosfeer en thermosfeer.
Hydrosfeer (water) vloeibare gedeelte van aardse sferen ( oceanen, meren, rivieren & grond/bodemwater,
gletsjers en vaste ijs) 97% water oceaan = zout
Biosfeer levende organisme op aarde
Lithosfeer
Hydrologische kringloop: waterkringloop
Water: vast, vloeibaar & gasvormig
Belangrijk leven (eten, ademen, bestaan uit)
Water bepaalt klimaatsysteem & belangrijk element exogene krachten die de landschappen vormgeven.
Water verdampt uit zee, meren & rivieren (evaporatie) ook planten verdampen via huidmondjes water
(transpiratie) via neerslag, infiltratie in bodem en afstroming over aardopp komt water weer in zee.
Relatie sferen:
Waterdruppels (gevormd asthenosfeer) komen aarde terecht in hydrosfeer opgenomen planten (biosfeer)
en in bodem (lithosfeer) of slijten gesteenten uit deeltjes worden door rivier (hydrosfeer) zee gebracht.
Kringlopen dus belangrijke rol begrijpen exogene en endogene krachten die de aarde vormgeven.
Stralingsbalans:
Motor kringlopen en processen sferen is energie zon deel energie omgezet in warmte, andere teruggebracht in
atmosfeer en uitgestraald.
Gemiddelde tempratuur moet dus balans zijn inkomende en uitgaande energie = stralingsbalans.
Wolken en aardopp weerkaatsen deel zonlicht (wit opp bv sneeuw & ijs, zwart neemt veel op bomen halen co2
uit lucht maar donker opp warm) ander deel energie wordt door wolken opgenomen en omgezet warmte
minder dan helft komt op aardopp terecht daar energie opgenomen en omgezet warmte, geabsorbeerd en
uitgestraald via infrarode straling.
Energiebalans vrij constant op lange termijn niet op korte
Gebied dichter bij evenaar meer verward door zonnestraal die dichterbij is (invalshoeken) en in poolstreken legt
de zonnestraal langere weg door atmosfeer dan in tropen warmteverlies.
hoe de herintroductie van wolven de loop van de rivieren in Yellowstone veranderde..
wolven eten fauna=dieren (konijn, hert) en eten geen flora=plant
andere dieren (konijnen) eten dus geen flora meer omdat ze dood zijn meer planten blijven
stevigere oever rivier rechter en smaller sneller stromen dit trekt weer andere dieren aan bv bever.
Wind warmte verspreid
, H2.2 Klimaten:
Warmtetransport via luchtcirculatie
Lagedrukgebied; luchdruk op zeeniveau lager dan omgeving. Warme (energie) lucht stijgt op. (wind, regen)
subtropen
ITCZ= het laagdrukgebied in de tropen waar zowel winden uit Z als N bij elkaar komen.
Hogedrukgebied: luchtdruk hoger dan omgeving. Koude (geen energie) lucht daalt richting aardopp. (zon, zonder
regen, nooit wolken) poolstreken
De Hadley Cell
- Warme lucht bij de evenaar stijgt op (lagedrukgebied)
- Deze lucht verplaats zich hoog in de atmosfeer (op 18 km) naar het noorden en het zuiden
- De lucht koelt af en daalt naar het aardopprvlak rond 30º N.B. en 30º Z.B. (hogedrukgebied)
- De lucht waait via het aardoppervlak van het hogedrukgebied naar het lagedrukgebied: wind
Het corioliseffect
Draaiing aarde veroorzaakt corioliskracht. Gevolgen:
wind die op grote hoogte van evenaar naar polen stroomt, zakt op 30⁰ N.B. of Z.B. naar aardoppervlak, omdat
lucht is afgekoeld: aan aardoppervlak stroomt deel terug naar evenaar en deel naar noorden/zuiden
op 60⁰ N.B. of Z.B. botst lucht van pool naar evenaar met lucht die van 30⁰ N.B. of Z.B. komt: lucht stijgt =
atmosferische luchtcirculatie
De wet van Buys Ballot
1. Wind verplaatst altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied
2. Door de draaiing van de aarde waait wind
- op het noordelijk halfrond met een afwijking naar rechts
-en op het zuidelijk halfrond met een afwijking naar links
Aardas schuin loodrechte instraling zon komt dus niet overal evenveel (vandaar tempratuurverschil)
Moesson: wind ter hoogte van de evenaar die een half jaar uit één bepaalde richting waait en het andere halfjaar
uit de tegenovergestelde richting:
Gevolg: droog en een nat jaargetijde.
Oorzaak: verschuiven van ITC (lagedruk gebied rond de evenaar) door schuine stand aardas)
ITCZ in juli boven Zuid-Azië en Afrika op 20⁰ N.B. → wind van hogedrukgebied op zuidelijk halfrond naar
lagedrukgebied van ITCZ. Aanlandige wind op noordelijk halfrond bij Azië en Afrika = natte moesson.
ITCZ in januari op zuidelijk halfrond → op vaste land Azië op noordelijk halfrond ontstaat door kou
hogedrukgebied. Aflandige wind richting ITCZ = droge moesson.
Passaten: bestendige winden tussen 30 graden Celsius en evenaar = hele jaar zelfde winden
Warmtetransport via zeestromen (oppervlakte)
Warmtetransport via de zeestromen = oceanische circulatie
Warme en koude zeestromen ontstaan onder invloed van:
-wind (atmosferische circulatie herkenbaar in zeestromen)
-temperatuur
-zoutgehalte
Bovenste laag water van oceanen verwarmd door zon
De koude zeestroom stroomt van relatief kouder gebied naar warmer gebied
De warme zeestroom stroomt van relatief warmer gebied naar kouder gebied
Thermohaline circulatie (diepzeestroom) ontstaat door verschillen in zoutgehalten & tempratuur.
Koud en zout water, zwaar, zakt bij IJsland naar de oceaanbodem en stroomt als diepzeestroom richting zuiden
in Grote Oceaan vermenging met warm water en vervolgens als oppervlaktestroming richting westen naar Golf
van Mexico en vervolgens naar West-Europa (warme Golfstroom)
dankzij deze diepwaterpomp noordwesten van Europa relatief mild klimaat
als niet genoeg water zinkt noordelijke deel Golfstroom stilstand klimaat veranderd verklaring
afwisselend koude en warme periodeen in Pleistoceen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BenteVWO. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.