Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Belastingen als moreel fenomeen................................................................................................4
Hoorcollege 1: Literatuur...................................................................................................................................13
Hoorcollege 2: Belastingwetgever algemeen....................................................................................................20
Hoorcollege 2: Literatuur...................................................................................................................................30
Hoorcollege 3: Belastingwetgever en rechtsbeginselen....................................................................................37
Hoorcollege 4: Belastingwetgever en instrumentalisme...................................................................................51
Hoorcollege 4: Literatuur...................................................................................................................................64
Hoorcollege 5: Belastingwetgever, rechter en rechtsbeginselen.......................................................................68
Hoorcollege 5: Literatuur...................................................................................................................................81
Hoorcollege 6: Trias politica en rechtsbeginselen..............................................................................................84
Hoorcollege 6: Literatuur...................................................................................................................................95
Hoorcollege 7: Belastingdienst en rechtshandhaving......................................................................................100
Hoorcollege 7: Literatuur.................................................................................................................................115
Hoorcollege 8: Fiscale rechtsvinding en fraus legis..........................................................................................123
Hoorcollege 8: Literatuur.................................................................................................................................139
Hoorcollege 9: Belastingdienst en procedurele legitimiteit.............................................................................141
Hoorcollege 9: Literatuur.................................................................................................................................148
Hoorcollege 10: Belastingdienst | Horizontaal toezicht..................................................................................152
Hoorcollege 10: Literatuur...............................................................................................................................161
Hoorcollege 11: Fiscale ethiek..........................................................................................................................163
Hoorcollege 11: Literatuur...............................................................................................................................170
Hoorcollege 12: Fiscale ethiek multinationals.................................................................................................172
Hoorcollege 12: Literatuur...............................................................................................................................179
Begrippenlijst...................................................................................................................................................185
Werkcollege 1...................................................................................................................................................198
Werkcollege 2...................................................................................................................................................202
Werkcollege 3...................................................................................................................................................205
Werkcollege 4...................................................................................................................................................210
Werkcollege 5...................................................................................................................................................214
Werkcollege 6...................................................................................................................................................218
Werkcollege 7...................................................................................................................................................222
Werkcollege 8...................................................................................................................................................225
Werkcollege 9...................................................................................................................................................227
Werkcollege 10.................................................................................................................................................228
Werkcollege 11.................................................................................................................................................231
Werkcollege 12.................................................................................................................................................235
,De cursus in vogelvlucht
De fiscale opleiding besteedt veel aandacht aan het positieve belastingrecht, een complex en
veranderlijk systeem van vaak zeer technische regels. In het vak Methodologie van het
belastingrecht onderzoeken wij dit systeem van regels van enige afstand, wij zetten als het
ware een stapje terug om er van een afstand naar te kijken en zo meer te kunnen zien. Het
vak behandelt het fiscale ‘ecosysteem’, zoals het soms genoemd wordt. Het gaat om de
grondslagen van belastingen en belastingheffing.
Bestudering van deze grondslagen helpt ons de fiscaliteit te begrijpen, te zien welke
factoren, waarden e.d. het fiscale ecosysteem beïnvloeden. Om bijvoorbeeld te begrijpen
waarom fiscale regels zo complex en veranderlijk zijn, moeten we verder gaan dan enkel de
regels, wetsartikelen, jurisprudentie, verdragen en de veranderingen daarin te bestuderen.
Hetzelfde geldt voor de belastingheffing (rechtshandhaving en toezicht) door de
Belastingdienst en de jusrisprudentie van de belastingrechter. Ook het fiscale gedrag van
belastingplichtigen, bijvoorbeeld multinationals, kan beter worden begrepen als we onze
horizon verbreden.
Belangrijk uitgangspunt bij deze bestudering is dat waarden en normen de kurk zijn waar de
maatschappij en het belastingsysteem op drijven. Kenmerkend voor een ecosysteem dat er
een wisselwerking is tussen de dieren, planten en milieufactoren. Dat geldt ook voor de
fiscaliteit: er een wisselwerking tussen het gedrag van de diverse fiscale spelers (actoren)
waarbij externe actoren (stakeholders) zoals de media en de maatschappij dat gedrag ook
beïnvloeden.
Het fiscale systeem wordt in deze cursus ook vanuit meerder wetenschappelijke disciplines
benaderd. Fiscalisten hebben altijd al een juridische en economische bril op, maar nu dient
de blik nog verder te worden verbreed. Dat past in een traditie. Zo was Adam Smith niet
enkel econoom, maar ook (politiek- en moraal)filosoof en jurist en die het betoog
doorspekte met historische voorbeelden. Ook de psychologie levert belangrijke inzichten,
bijvoorbeeld bij de vraag naar de legitimiteit van de belastingheffing en in het verlengde
daarvan de vraag wat de beste handhavingsstrategie voor de Belastingdienst is.
We beginnen de cursus met de behandeling van een aantal kernwaarden van een duurzaam
belastingstelsel. Waarden zoals legitimiteit, vertrouwen en wederkerigheid blijken een lange
traditie te kennen. Dat maakt belasting tot een moreel fenomeen. We nemen vaak
stilzwijgend aan dat ‘het wel goed zit met die waarden’, maar zij behoeven voortdurende
aandacht en onderhoud. Belastingen ondersteunen de maatschappij en zij belichamen
waarden zoals vrijheid, gelijkheid, solidariteit, vertrouwen en wederkerigheid. Het nastreven
van deze waarden is een voortdurende evenwichtsoefening. Dat vraagt om good tax
governance.
De verschillende fiscale actoren zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de integriteit van het
belastingsysteem. In deze cursus zullen met name de volgende fiscale actoren worden
behandeld: belastingwetgever, belastingrechter, Belastingdienst en belastingplichtige.
Rechtsbeginselen, die vertalingen zijn van (rechts)waarden en de grondslag vormen voor
regels, zijn een belangrijke normatieve richtlijn voor hun gedrag. In welke mate respecteert
bijvoorbeeld de fiscale wetgever, die soms wel een ADHD-er lijkt, de rechtsbeginselen? Kan
,de belastingwet voor elk gewenst beleidsdoel worden ingezet? Past dat bij good public tax
governance?
Maar hoe komt belastingwetgeving eigenlijk tot stand? Wat is de invloed van lobby’s en de
Belastingdienst op wetgeving? Wie is hier de centrale figuur, de spin in het web? Verder
zullen de verschillende functies van de belastingwet worden besproken, met name het
gebruik van het belastingwet als beleidsinstrument. Dit gebruik zet rechtsbeginselen onder
hoogspanning. Wie controleert vervolgens de belastingwetgever? Hoever gaat de
belastingrechter op dit punt en hoe toetst hij belastingwetgeving? Welke rechtsbeginselen
spelen hier een rol? Welke rol speelt het eigendomsrecht? Zou de rechter een tandje bij
moeten zetten of juist niet?
Welke methoden van rechtsvinding gebruikt de belastingrechter? Fraus legis is een uiterst
middel bij onaanvaardbare fiscale constructies van belastingplichtigen. Hier probeert de
rechter een balans te vinden tussen het rechtszekerheidsbeginsel en het
rechtsgelijkheidsbeginsel. Zien we in de jurisprudentie de veranderende maatschappelijke
opvattingen over belastingontwijking terug?
Rechtshandhaving en toezicht door de Belastingdienst is geen eenvoudige taak gegeven de
steeds complexere en snel veranderende wet- en regelgeving en de enorme aantallen
aangiften, aanslagen, beschikkingen. De Belastingdienst wil de rechtszekerheid en
rechtsgelijkheid van burgers bevorderen. Hoe doet hij dat? Hij beschikt over beperkte
capaciteit en probeert daarom de bereidheid van belastingplichtigen om aan hun
verplichtingen te voldoen (voluntary compliance) te vergroten. Welke strategie hanteert hij
en welk beeld van de belastingplichtige heeft hij daarbij voor ogen? In dit kader zal ook
horizontaal toezicht aan bod komen. De Belastingdienst maakt ook hier gebruik van
sociaalwetenschappelijke inzichten om vertrouwen en legitimiteit te bevorderen. Daar zal
uitvoerig aandacht aan worden besteed.
Tot slot richt onze aandacht zich op de morele aspecten van het gedrag van
belastingplichtigen en hun adviseurs. Welke rol speelt wederkerigheid hier in het licht van
hun (gedeelde) verantwoordelijkheid voor de integriteit van het belastingsysteem? Zouden
rechtsbeginselen ook als richtlijnen voor hun fiscale gedrag kunnen dienen? Fundamenteel is
hier de verhouding tussen ethiek, wet en recht. De vraag is dan of er morele grenzen zijn aan
het recht om de fiscaal voordeligste weg te mogen kiezen. Er is bijna geen (grote)
onderneming die zich niet heeft gecommitteerd aan maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Welke plaats neemt de fiscaliteit daar in? Is meer (vrijwillige) transparantie
een element van good corporate tax governance om stakeholders inzicht te geven in het
fiscale reilen en zeilen van een onderneming? In het kader van de sustainability strategie van
multinationals spelen de Sustainable Development Goals van de VN een grote rol. Moeten zij
hun fiscaal gedrag daarop afstemmen?
, Hoorcollege 1: Belastingen als moreel fenomeen
Belastingen zijn belangrijk in onze samenleving. Het is wel cruciaal dat de belastingbetalers
bereid zijn om hun belastingen te betalen. Hierbij is belangrijk dat het belastingstelsel aan
bepaalde waarden voldoet, en die waarden ook respecteert. Dit werd al eens geconcludeerd
in het rapport van de Commissie Van Dijkhuizen, waarin om expliciete aandacht werd
gevraagd voor misschien wel de belangrijkste waarde van een belastingstelsel, namelijk:
Dat het door de overgrote meerderheid van de belastingplichtigen wordt gezien als
een fair stelsel;
Dat is gebaseerd op een vertrouwen dat er zorg voor wordt gedragen dat iedereen
die belasting moet betalen dat ook doet en dat toeslagen niet ten onrechte worden
verstrekt.
o In 2013 (ten tijde van het rapport) was de Bulgaren fraude net geweest,
waarbij toeslagen ten onrechte werden verstrekt. Tegenwoordig, na de
toeslagenaffaire, zou het eerder moeten zijn: ‘dat toeslagen niet ten onrechte
worden teruggedraaid.’
Uit dit voorbeeld volgt dat de media bepalend is voor wat het kabinet
repareert. De media stuurt de wetgever vaak een bepaalde richting
op, anders worden ze afgerekend in de media.
Een fair stelsel vereist een (i) eerlijke verdeling van de belastinglast en (ii) het vertrouwen
dat de wet correct wordt toegepast.
Het gaat dus om twee factoren!
Het is echter niet te beoordelen of een belastingstelsel fair is, omdat dit voornamelijk
subjectief is. Het gaat er voornamelijk om dat men een indruk heeft of het rechtvaardig is.
Dit kan overigens overal op gebaseerd zijn.
Belastingplichtigen weten van elkaar helemaal niet of zij eerlijk belasting betalen noch of de
Belastingdienst de wetgeving correct toepast. De inspecteur mag namelijk geen uitspraken
doen over individuele belastingplichtigen (art. 67a AWR). Het gaat uiteindelijk dus om de
perceptie van belastingplichtigen ten aanzien van het stelsel.
Voorbeeld: men vertrouwt erop dat een belastingplichtige wordt aangepakt door de
FIOD op het moment dat hij fraudeert.
Er worden vaak soortgelijke rapporten gepubliceerd als die van de Commissie Van
Dijkhuizen. De overheid pakt uit deze rapporten vaak enkele kleine punten om door te
voeren, maar het ontbreekt vooralsnog aan systematische stelselwijzigingen.
Legitimiteit, vertrouwen, wederkerigheid & fiscaliteit
Het betalen van belastingen lijkt een schending te zijn van de vrijheden van de individuen.
Aan de andere kant kan er alleen maar inhoud gegeven worden aan de vrijheid van het
individu als er belasting wordt betaald. Wat is immers vrijheid als er geen politie, justitie,
leger etc. is? Het realiseren van dergelijke overheidsvoorzieningen is uitsluitend mogelijk in
een maatschappij waar mensen samenwerken (wederkerigheid). Dit wordt mogelijk
gemaakt door de staat die als intermediair functioneert.
Rawls heeft ooit gezegd dat de maatschappij een samenwerking is waarbij gezamenlijke
voordelen kunnen worden behaald, maar waarbij ook belangenconflicten kunnen opspelen.